HOE HET OUDJE HIP WERD
Het Franse label Le Mont St Michel bestaat sinds 1913, maar de relance van het modehuis met dezelfde naam is veel recenter. Eigenaar Alexandre Milan, opgegroeid in een textieldynastie, linkt traditie met modernisme.
Le Mont-Saint-Michel behoeft nauwelijks een introductie. Het op twee na meest bezochte monument van Frankrijk, op de grens van Normandië en Bretagne, krijgt elk jaar zo’n drie miljoen bezoekers, waarvan de helft Japanners. En Le Mont St Michel ? Dat is een in breigoed gespecialiseerd kledingmerk, eveneens populair in Japan.
Het heeft zijn hoofdkwartier zo’n 35 kilometer landinwaarts, tussen glooiende Bretonse velden, op een uitgestrekt, mooi onderhouden kasteeldomein in Louvigné du Désert (niet ver van het dorpje Saint-James, waar het gelijknamige merk van marinetruien is gevestigd). Een veeleer ongewone, bijzonder idyllische omgeving voor een modelabel.
Alexandre Milan, de stichter van Le Mont St Michel, groeide op in het château de Monthorin, en zijn ouders hebben er nog altijd hun hoofdverblijf. Het domein is familiebezit sinds de jaren zestig, en functioneerde tot de eeuwwisseling meer als een verlichte fabriek dan een elitair Molensloot. De Milans hadden er een grote breifabriek, Les Tricotages de l’Aa. In wat ooit stallingen waren, werden textielateliers ondergebracht.
In een hoek van het domein verrees in de jaren zeventig een elegante fabriekshal, uitgerust met indrukwekkende machines. Aan de ingang van het kasteel wijst een bord nog naar een sinds jaren niet meer uitgebate fabriekswinkel.
MODERN BEDRIJF
“Mijn overgrootmoeder Caroline begon een kousenfabriek in 1919”, vertelt Milan, een jonge veertiger, in zijn kantoor in een gewezen koetsgarage. “De Eerste Wereldoorlog was net voorbij, en Caroline wilde werk creëren voor oorlogsweduwes en wezen.” Het atelier van Caroline Saffre (die ook minstens één roman publiceerde) was gevestigd in het noorden van Frankrijk, in Saint-Omer – de Aa is een riviertje dat ginds stroomt.
In de jaren zestig, toen de zaak werd geleid door Milans grootmoeder Géneviève, verhuisden familie en atelier naar het kasteeldomein in Bretagne. “Mijn grootmoeder stopte haar geld liever in een oud kasteel dan in een zielloos industrieterrein. Ze had een romantisch temperament : een oud gebouw renoveren, culturele evenementen organiseren, mensen ontvangen. Maar het was mijn vader die van Les Tricotages de l’Aa een modern bedrijf maakte, onder meer door te investeren in technologisch geavanceerde breimachines.”
Onder het bewind van Patrice Milan groeide het aantal werknemers van veertig tot 270. De kasteelfabriek deed goede zaken, met klanten als Agnès b, Gerard Darel of Joseph, maar ook warenhuizen en supermarkten, en zelfs jonge ontwerpers, onder wie indertijd Christophe Lemaire of de Belg Hans De Foer.
En toen kwam de Chinese textielindustrie roet in het eten gooien. Het familiebedrijf ging, zoals veel andere Europese textielbedrijven, ten onder aan de concurrentie. De doodsteek werd gegeven rond de eeuwwisseling, toen een grote klant een bestelling van vele duizenden truien annuleerde.
ARCHIEVEN
Met het merk Le Mont St Michel had de familie Milan in feite nooit iets te maken. Dat behoorlijk gerenommeerde, precies honderd jaar geleden opgerichte bedrijf was gespecialiseerd in werkuniformen (in het bijzonder : de felblauwe stofjassen die je soms nog vindt in gespecialiseerde zaken en op rommelmarkten). Ook Le Mont St Michel verdween. Alexandre Milan kocht wat ervan overbleef : een merknaam die goud waard is, en wat oud papier – maar geen noemenswaardige archieven, en ook geen vastgoed.
Toen hij op zijn eentje Le Mont St Michel heropstartte, in 2000, draaide de truienfabriek van zijn ouders nog op volle toeren. Dat had een aantal voordelen. “Ik kon in de ateliers prototypes laten maken tot ik helemaal tevreden was met het resultaat. In normale omstandigheden is dat een dure aangelegenheid.” Net zo belangrijk : in de archieven van de Tricotages de l’Aa vond (en vindt) hij inspiratie voor zijn enigszins nostalgische heritage-mode met een hedendaagse twist.
Die archieven zijn enigszins adembenemend. In een aantal onverwarmde ruimtes hangen honderden, neen, duizenden truien, gilets en cardigans aan industriële rails. Een relatief klein gedeelte (“Voor de rest hebben we nog geen tijd gehad”) is gerangschikt per categorie : er zijn gestreepte truien, jacquards, mohair en angora, truien met opvallende kragen of bijzondere borduursels enzovoort. Van ongeveer elke trui die tussen de jaren vijftig en negentig in de ateliers is gemaakt, werd een exemplaar bijgehouden. Elders staan eindeloos veel kasten met ontwerptekeningen, stalen en orderboeken.
DERTIG TON WOLDRAAD
De kelder van het fabrieksgebouw uit de jaren zeventig ligt volgestouwd met bobijnen woldraad van alle soorten. “Er ligt nog dertig ton draad,” zegt Milan, “en alles is geklasseerd per type. Maar ik ben de enige die nog iets kan terugvinden.” De fabrieksvloer, daarentegen, is leeg. De machines zijn jaren geleden weggesleept, en Le Mont St Michel produceert niets meer in huis.
Maar Milan, die behalve eigenaar ook artistiek directeur is van het bedrijf, heeft natuurlijk wel de nodige technische bagage (hij kan ook breien, geleerd op stage in Zwitserland toen hij zestien was). Als je bent opgegroeid in een fabriek, weet je wat je nodig hebt.
“Wat niet wegneemt dat er nog altijd enorm veel tijd kruipt in het zoeken van leveranciers. Ik ben geobsedeerd door materialen, door kwaliteit ook.” Zo’n tachtig procent van de productie van Le Mont St Michel gebeurt buiten Frankrijk.
“Er zijn in Frankrijk weinig andere modemerken met een vergelijkbaar archief”, zegt Milan. “Andere huizen zoeken inspiratie op rommelmarkten en in veilinghuizen. Maar ik heb alles waar ik maar van kan dromen binnen handbereik. We hebben voorbeelden liggen van elke noemenswaardige breitechniek. En 95 procent van onze collectie is gebaseerd op producten die hier ooit zijn gemaakt.”
DUIDELIJK FRANS
“We beginnen elke nieuwe collectie met een blik op de vorige. Wat heeft goed gewerkt ? Wat niet ? Wat willen we verder ontwikkelen ? Waar willen we met Le Mont St Michel naartoe ? We maken moodboards, en daarna gaan we in de archieven op zoek naar elementen die overeenstemmen met onze ideeën. Dat kan een model zijn, een print of een techniek. Sommige archiefstukken zijn in de praktijk onbruikbaar. Omdat de techniek niet meer wordt gebruikt, of omdat de draad niet langer bestaat. Een huis als Dior kan zo’n draad eventueel nog opnieuw laten ontwikkelen, maar dan krijg je truien die in de winkel gemakkelijk 1500 euro kosten. Wij kunnen dat niet aan.”
“Hoe ik ben opgegroeid,” zegt Milan, “heeft een grote invloed op de stijl van Le Mont St Michel, dat is evident. We houden van een zeker classicisme, we zijn duidelijk Frans. Maar ik heb ook geleerd dat je niet op je lauweren mag rusten, dat alleen de traditie niet volstaat. We willen tegelijk modern zijn, fris, authentiek.”
“Hedendaagse collecties ontwerpen in een historisch kader, omringd door de natuur, is bijzonder plezierig, en het compenseert ruimschoots het feit dat we enigszins geïsoleerd werken en leven.” (Milan, zijn vrouw Marie en hun kinderen wonen in de buurt van Rennes ; ze reizen minstens één keer per week naar Parijs, en vaak verder. Tijdens ons bezoek aan het atelier is Marie net terug van een zakenreis naar Moskou).
Milan heeft zijn bedrijf traag opgebouwd. De eerste collectie telde amper twintig modellen. Intussen heeft het label een volwaardig prêt-à -porteraanbod voor dames en heren, accessoires inbegrepen, al blijft breiwerk nog altijd een grote rol spelen. De studio telt op dit moment niet meer dan een half dozijn medewerkers. Maar Le Mont St Michel groeit snel.
“We zijn bijna onmiddellijk beginnen te verkopen in Japan,” zegt hij, “daarna is de rest van de wereld gevolgd.” België doet het opvallend goed. In Parijs heeft Le Mont St Michel afgelopen zomer een tweede en een derde winkel geopend. “Ik vind het belangrijk om mijn merk te ontwikkelen via mijn eigen verkooppunten. Zo kun je tonen waar je als merk voor staat. Voor ons is dat : de associatie van authenticiteit en modernisme (Tricotage traditionnel, pensée moderne, luidt de bedrijfsslogan). Hoe modern te zijn en tegelijk klassiek te blijven ? Hoe geef je oude dingen een nieuw leven ? Le Mont St Michel maakt deel uit van een beweging, van een generatie bedrijven die geïnteresseerd zijn in erfgoed en kwaliteit, eerder dan in mode om de mode. En verder kunnen we niet onderuit aan de natuur. Als het hier in de winter bitter koud is, dragen we shetlandtruien, en dan voel je de natuur om je lijf.”
www.lemonsaintmichel.fr
DOOR JESSE BROUNS & FOTO’S WOUTER VAN VAERENBERGH
“We hebben voorbeelden liggen van zowat elke breitechniek. En 95 procent van onze collectie is gebaseerd op producten die hier ooit zijn gemaakt”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier