Hetbinnenstevan hetbuitenland
Authenticiteit : hét sleutelbegrip van deze tijd. Zeker op reis. Daarom gaan we in Japan op zoek naar het kleinste sukiyaki restaurant ter wereld, trotseren we piranha’s en knokkelkoorts om in Brazilië het laatste stukje ongerept oerwoud te verkennen.
B rood en Spelen zoekt originele tips voor Rome”, lees ik op de website van het Radio 1 programma. Een restaurant met een bijzondere historiek, een palazzo dat niet in de reisgids staat, een evenement waar je tussen uitsluitend Romeinen zit, je maakt de samenstellers er reuzeblij mee. Je kunt er ook donder op zeggen dat ze die tips vervolgens uitzenden en in een handig gidsje bundelen, zodat het leuke restaurant en het onbekende palazzo alsnog gemeengoed worden en je tijdens dat bijzondere Romeinse evenement voortaan tussen luisteraars van Radio 1 zit. Hopelijk brengt het Donna niet op ideeën !
Waar is de tijd dat vakantie betekende dat je voor twee weken naar Benidorm trok en je je badlaken knusjes op het enige beschikbare rechthoekje zand op het strand deponeerde ? Nu krijgen de touroperators de Spaanse Costa’s zelfs niet meer aan de grootste Antwaaarps-Theaterfanaat verkocht, en gebruind van vakantie terugkomen is alleen legitiem als dat het resultaat is van het bestuderen van het paargedrag van de rode boomkikker tijdens een Ecotour in Bocas del Toro, Panama of het uitleven van je Lawrence of Arabia-fantasieën op de Erg Chebbi zandheuvel in de Marokkaanse Sahara.
Pas op, er zijn dingen die nooit veranderen. Wat maakt een vakantie geslaagd ? Het antwoord is grosso modo altijd hetzelfde : mooi weer, vriendelijke mensen, lekker eten. Alleen heeft ‘mooi weer’ een iets afwijkende betekenis voor tornadotoeristen (echt, ze bestaan), zijn de vriendelijke inboorlingen tegenwoordig bij voorkeur gewezen koppensnellers die net op junkfood zijn overgeschakeld en smaakt het eten het best in dat ene restaurantje waar nooit eerder een toerist werd waargenomen. Want dat is het merkwaardige aan toeristen : ze leven in een staat van permanente zelfontkenning. De toeristen, dat zijn altijd de anderen. Wij, wij zijn reizigers, op zoek naar het echte, het ware, het diepste binnenste van het buitenland. Waar wij dan, zo wil het cliché van realityshows als Stanley’s Route en Expeditie Robinson, onszelf tegenkomen. Ja, ik weet het, een mens zit raar in elkaar.
Laatst nog eens naar Toast Kannibaal gekeken. Alle vertrouwde ingrediënten waren aanwezig : autochtonen die stuk voor stuk drie uur bij de afdeling grime gezeten hadden en eruitzagen alsof ze zo uit de vitrine van een etnisch museum gestapt waren. Rood en wit gevlekte westerlingen die onder het slaken van luide kreten van afgrijzen Iets Heel Vies moesten nuttigen. Het gevoelige jongste zoontje, een Gaiamilitant in de dop, dat een levenslang trauma opliep toen een rund een aderlating kreeg. “Kijk, het doet geen pijn, ze heeft het graag”, wist de onbespoten papa. Er is voor minder patricide gepleegd. Geweldige televisie natuurlijk, maar de cynicus in mij denkt er in één moeite de van airco voorziene productiewagen met de ijskast vol koele drankjes bij.
Eerlijkheidshalve moet ik daar aan toevoegen dat ik zelf niet zo’n avontuurlijk reiziger ben. In tegenstelling tot een vriendin die haar hand er niet voor omdraait om quasi in haar eentje de binnenlanden van Ethiopië te verkennen, waar de inheemsen op een garderobe uitsparen door hun lichaam wit te kalken en ’s morgens in een enthousiaste kring rond je tent verzamelen als je met de rol wc-papier onder je arm naar buiten kruipt. En de enige boom die enige privacy zou kunnen bieden, blijkt een heilige boom te zijn en dus ongeschikt als sanitair.
Zelfs als je het avontuur niet echt opzoekt, kom je onderweg soms in situaties terecht die diepe existentiële kwesties oproepen als : “Wat doe ik hier in godsnaam en waarom ?” De echte kunst van het reizen bestaat erin om te genieten dankzij en niet ondanks ongemakken, heb ik me laten wijsmaken. Ik zie af, dus ik reis ! Helaas, die staat van verregaand masochisme is mij vreemd, vooral als ik in Sri Lanka in een tuktuk zit, bestuurd door een suïcidale gek die vastbesloten lijkt mij en de rest van de mensheid in zijn doodsdrift mee te sleuren. Of tot op de huid doorweekt in een wiebelige prauw een rivier in een onhergbergzame jungle opvaar. In Fiji was dat, een eilandengroep in de Grote Oceaan, waar de mannen terlenka plooirokken dragen en de vrouwen een snor. Het dorp waar mijn reisgezelschap uiteindelijk belandde, was niet over land bereikbaar en evenmin op het elektriciteitsnet aangesloten. Ook de dorpelingen waren net echt, vooral omdat ze ter gelegenheid van het welkomstceremonieel hun terlenkarok vervangen hadden door een bussel stro. “Bula”, riepen ze aldoor, wat welkom betekende of misschien ook wel stelletje onnozelaars, want uit beleefdheid dronken wij braaf onze kommen kava leeg, een drankje met de kleur van modder dat zijn typische smaak ontleende aan de wortel van een peperplant en het speeksel van oude vrouwen. Daarna moest er gedanst worden. Het dorpshoofd rook naar zweet en nat hooi en drukte mij stevig tegen zich aan, zodat ik aan den lijve kon ondervinden dat bepaalde onderdelen van zijn anatomie beslist authentiek waren. The realFiji experience, er viel wat voor te zeggen. En toch knaagde bij mij de twijfel : in welke hut zouden ze hun Nikes, Ray Bans en iPods verstopt hebben ?
Er zijn ook grenzen aan wat de gemiddelde reiziger aan authenticiteit verdraagt. Waarom kunnen die Spanjaarden en Italianen niet op een christelijk uur dineren, zoals wij ? Zullen ze het dan nooit leren, friet bakken zoals in België ? Waarom knikken Nepalezen nee als ze ja bedoelen ? En welke sadist heeft het hurktoilet uitgevonden ? Ooit spoorde ik met de Trans-Siberië Express van Irkoetsk naar Peking in het gezelschap van een aantal reisagenten, mensen van wie je redelijkerwijs kunt aannemen dat ze enige openheid voor andere culturen vertonen. Niets bleek minder waar : de verantwoordelijke van de Russische restauratiewagen was een lulski omdat hij geen Belgische koffie kon zetten en toen we in China gebakken rijst met ei als ontbijt kregen voorgeschoteld, schudden sommige reisgenoten somber het hoofd : die Chinezen konden nog veel van ons leren. Dat we aan hen het vuurwerk, de klok, de kruiwagen, het papier, het kompas en niet te vergeten tofu te danken hebben, daar hadden ze geen boodschap aan. Mensen die zo reageren begrijpen er gewoon niets van. Want wat is reizen anders dan je in het diepe van een andere beschaving storten en hopen dat je niet verzuipt ?
Wie zijn eigen leven of het leven zoals hij zich dat droomt domweg naar een andere plek op de wereldbol wil transponeren, kan beter een bubbelbad in zijn achtertuin installeren en een werkloze soapacteur engageren om de cocktails te serveren.
Door Linda Asselbergs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier