Het kultureel centrum

Hij volgt mode noch tendensen. Houdt niet van het woord design, maar maakt van het beste wat er op het vlak van design-keukens te krijgen is. Funktionaliteit is Gerd Bulthaups credo, purisme zijn filozofie. Gesprek met een esteet en eigenzinnig keukenmaker.

Sabine Lamiroy

Hij ziet zichzelf eerder als kultuurbeweger dan als keukenbouwer. Gefascineerd door mooie vormen en hoogwaardige materialen, brengt de Duitse keukenbouwer Gerd Bulthaup (47) luxueus afgewerkte produkten op de markt, uitgerust met technische hoogstandjes en herkenbaar aan een exclusief en strak design. Doelbewust profileerde hij zich als topklasse, en koncentreert hij zich op de niche van welgestelden met goede smaak. Zeer ongebruikelijk in deze branche, eist hij van zijn dealers dat ze zich uitsluitend aan Bulthaup-keukens verbinden. Terwijl de konkurrentie zich uitslooft om klanten te charmeren met retro of rustiek, met modekleuren en dito materialen en met scherpe prijzen, volgt Bulthaup wars van alle modes en tendensen zijn eigen klare lijn.

Rode draad zijn de beginselen van de Ulmer Schule für Gestaltung (opvolger van het Bauhaus), die hij omzet in de praktijk : funktionaliteit, kwaliteit, tijdloosheid. Daarmee bouwde kultuurminnaar, wereldreiziger en Zen-adept Gerd Bulthaup zich een heel apart imago in de keukenwereld. Hij wou architektuur studeren, maar kwam als enige zoon willens nillens in het oerdegelijke, klassieke Beierse keukenbedrijf van zijn vader terecht. Door diens voortijdige dood kreeg hij vrij jong het roer in handen. Nu vaart hij al 20 jaar een eigenzinnige koers. En benadert hij steeds dichter zijn ideaal : reduktie tot de essentie, zowel in vorm als in inhoud.

Breedgrijnzend zegt Bulthaup : “Ik voel mij een Lausbub, een weliswaar grijzende kwajongen in deze branche. Dat wil niet zeggen dat het voor mij Spielerei is. Maar je kan alleen maar goed zijn als je soepel bent. Je moet nieuwe wegen durven bewandelen. En het moet Spass machen. Ik kan alleen iets aanpakken waar ik de zin van zie. Wat ik doe, heeft eigenlijk meer met kultuur te maken dan met keukens. De laatste 70 jaar is er een enorme omwenteling in de sociale strukturen aan de gang. De mens staat nu helemaal anders tegenover het leven en dus ook tegenover koken en eten. Maar daar zit toch de kern van het dagelijks bestaan. De eet- en drinkkultuur is zo’n essentieel onderdeel van het leven. Veel fundamenteler dan de auto. Wij proklameren al jaren dat de keuken geen enge ruimte is waarin de vrouw zich moet terugtrekken om het eten te maken. Zij wil ook deelnemen aan het leven, gerespekteerd worden voor haar arbeid. Ons opzet is dat koken geen korvee maar een plezier moet zijn. Dat wie in de keuken staat niet buitengesloten wordt, maar dat de keuken zelf leefruimte wordt.

Daardoor krijgt de keuken een totaal andere waarde in de sociale struktuur. Daarom ook ben ik zo gebeten door het idee dat ik via mijn produkt meesleutel aan de hefbomen in de samenleving. Met onze produkten proberen wij de keuken kwalitatief te beïnvloeden, zowel op estetisch als op funktioneel vlak. En dat op zijn beurt beïnvloedt de manier van koken, en ook wat je eet en drinkt. Voor mij gaat het niet zozeer om een verandering in het produkt dan wel om een verandering in het denken. “

Zijn onderneming was de eerste om in Europa designkeukens op de markt te brengen, en sleept nog steeds belangrijke designprijzen in de wacht onder meer met het in 1992 gelanceerde System 25. En toch distantieert Bulthaup zich van de term design. “Geen woord is zo vaak misbruikt. Design heeft totaal niets met mode te maken, wel met inhoud, tijdloosheid. Mode is opsmuk. Onze keukens zijn sober, volledig vlak, alles is funktioneel. Vergelijk met de kledingmode : dat is vandaag Armani, Versace en Jil Sander. Armani is de purist. Zijn kleren kan je jaren dragen (wijst heel fier naar zijn jasje van tien jaar oud). Wat heeft Armani ? Tijdloosheid en kwaliteit. Daardoor is het zijn prijs waard. Koop je iets modieus, middelmatig, dan is het zeer duur omdat je het in het beste geval drie jaar draagt. Zo denken wij ook in ons vak. Het gaat bij keukens om een produkt waarin de konsument zeer veel geld investeert. Na tien jaar moet hij er nog evenveel van houden als op dat eerste moment : de kwaliteit moet juist zijn, de funktie adekwaat, en het geheel moet een plezier zijn voor het oog. “

Volgens Bulthaup is design slechts een klein onderdeel in een heel proces. “Je hebt op de eerste plaats een myte nodig, een duidelijk imago. Je hebt een Hermès en je hebt Cartier, Vuitton, maar dat is toch helemaal anders. Hermès is myte, Vuitton is mode. Het eerste is handwerk, zuiver. Daar willen wij ons mee identificeren. Zo’n myte berust op een netwerk van criteria. Allereerst moet je marktleider zijn op innovatief gebied. Innovatie betekent echter geen revolutie maar een evolutie. Ook dat heeft in essentie te maken met funktionaliteit en eerlijkheid. Al de rest is daarvan afgeleid : de vorm is de manier waarop men de funktie aankleedt. Op design-gebied gaan wij terug op de grondbeginselen van het Bauhaus en de opvolger ervan, de Ulmer Schule für Gestaltung, met als kerngedachte precies : tijdloosheid.

Het tweede element daarin is dat een keuken altijd een Mensengeschäft is. Helemaal anders dan wanneer je een auto verkoopt of textiel. Een keuken bestaat voor 50 procent uit materiaal, produkten en apparaten, en voor 50 procent uit software : advies, planning, montage, service. Dat betekent dat wij zeer veel belang hechten aan de juiste handelspartners : de juiste mensen op de juiste plaats. Wij beschouwen ze eigenlijk meer als boodschappers die de zoekende mens het juiste antwoord geven. Vergelijk het met een piano : op hetzelfde instrument kan je Brahms, Mozart of Schubert spelen. Ons System 25 biedt de konsument door de verscheidenheid en funktionaliteit van elk element de mogelijkheid om een individueel lied te komponeren.

Een derde element is de marketing, de corporate identity of huisstijl, en dat is mijn dada. Marketing is voor mij een vorm van kultuur. Het gaat erom net zo goed als bij kunst, gastronomie of wijn om mensen vreugde te leren scheppen in goede dingen. “

Volgens Bulthaup zijn er in Duitsland slechts een viertal andere middelgrote bedrijven hij noemt Erco, Vitra, Lamy en uiteraard Braun, de eerste onderneming die de Bauhausideeën toepaste die een gelijkaardige boodschap uitdragen. Die niet alleen winst willen maken, maar ook een zekere kulturele verandering willen op gang brengen.

Helemaal in de lijn van deze filozofie reduceerde Bulthaup in zijn System 25-aanbouwkeuken het aantal onderdelen tot een derde van het gebruikelijke aantal. Elk element is wel tot in detail uitgekiend, de hoogwaardige materialen zijn praktisch onverslijtbaar de sokkels bijvoorbeeld zijn uit massief edelstaal en niet uit beklede spaanderplaat en het systeem van fronten, materialen, kleuren en maten maakt een individuele planning mogelijk. Voor dat alles betaalt de konsument een niet geringe prijs. Voor een volledige Bulthaup-keuken moet men rekenen op ongeveer één miljoen.

“Je moet bedenken dat een auto een afschrijftermijn heeft van 4 à 5 jaar. Voor een keuken is dat 15 tot 20 jaar, soms een leven lang. Dan moet men voor kwaliteit kiezen. Anders is de keuken een dagelijkse bron van ergernis omdat deur, afzuigkap, of schuif niet funktioneert. Als je iets koopt dat je elke dag gebruikt, moet je iets degelijks kopen dat naar je zin is. Onze konkurrenten zijn niet keukenfabrikant x, y of z, maar reisbureaus, autoverkopers en restaurants. Daarom is eerlijkheid en tijdloosheid zo belangrijk. En op termijn bekeken is dat niet duur. Trouwens, ik heb liever het imago ‘duur maar goed’ dan helemaal geen”, zegt Bulthaup. Maar ook hij beseft maar al te goed dat tijden veranderen. Over twee jaar wil hij op de markt komen met een mobiele keuken die nog slechts uit zes onderdelen zal bestaan en ongeveer de helft moet kosten van de huidige aanbouwkeuken. Met die goedkopere lijn wil hij jonger volk aantrekken, weg van het elitaire. Want was design oorspronkelijk niet bedoeld om zoveel mogelijk mensen zo goed mogelijke produkten aan te bieden ? Bovendien is mobiliteit vandaag een niet meer weg te denken gegeven. “Stel je een jong, hardwerkend gezin voor dat zich een mooie aanbouwkeuken heeft aangeschaft. De man wordt van Brussel overgeplaatst naar Londen. Dan is hij eraan voor zijn moeizame investering. Hij moet zijn keuken laten staan. Dat is niet meer verantwoord. Een keuken moet naar de toekomst toe dezelfde mogelijkheden bieden als een mooie kast of tafel. Die mobiliteit heeft niets te maken met mode. Niet de konsument dwingt ons daartoe, wel de evolutie in de maatschappij, die voortdurend beweegt. Wij bijten ons niet vast in het luxesegment, wij zijn niet dé aanbouwkeukenproducent. Wij moeten wel het goede antwoord kunnen bieden op een behoefte. “

Volgens Bulthaup is het ook louter de funktionaliteit die de keuze van materialen bepaalt. “Onze leuze is : het goede materiaal op de goede plaats. Niet de tijdsgeest maar natuurwetten dikteren of er nu kunststof, glas, hout of metaal moet gebruikt worden. Wat 500 jaar geleden goed gemaakt was, is het nu nog. Ik krijg kippevel als ik een tomaat of een lekker natuurbrood zie op kunststof : dat schreeuwt om hout of metaal, om neutrale materialen. “

Bulthaups afkeer van spaanderplaat is gekend. En daar heeft hij zijn redenen voor. “Als er water insijpelt, zwelt ze op en zet ze uit, en dan zijn de gevolgen niet te overzien. Het is bovendien zwaar, en de herkomst is voor mij verdacht. In Europa gebeurde er een enorme roofbouw op hout. Wat overschiet, zijn jonge bomen die alleen nog kunnen verwerkt worden in spaanderplaat. Wij hanteren andere normen. Wij gebruiken materiaal dat om te beginnen, voor ons zeer belangrijk, op termijn recycleerbaar is en dat “licht” is, in de zin van mobiliteit maar ook bijvoorbeeld van waterbestendigheid. In de keuken primeert funktionaliteit : je zit met invloed van damp, water, afval, temperatuurwisselingen.

Daarom ben ik ook geen voorstander van de retrotendens. Ik kan mij de mix perfekt voorstellen als het om echte dingen gaat : een mooie kast of aanrecht, een Shaker-tafel die men op de kop tikt op een markt of bij oma. Dat gaat perfekt samen met een hoogwaardig, funktioneel afwas- of kookstel. Maar het moet massief zijn, eerlijk van materiaal en voor het oog. Alleen is het een vals uitgangspunt te denken dat wij dat ook zouden moeten produceren. Ik gruw van trends : die veranderen om de paar jaar. Wij zijn trouw verplicht aan onze bedrijfsidentiteit. Zolang ik iets te zeggen heb bij Bulthaup, zal ik nooit toegeven aan mode. Natuurlijk zijn er verschillen tussen de regio’s inzake smaak. Maar als je fundamenteel eerlijke zaken brengt, maakt het niets uit. Wij maken ons blauw zowel voor Japan als voor Palermo als voor België.

Ik ben niet zo koppig als Henri Ford, die alleen zwarte auto’s verkocht. Wij kiezen voor neutrale basiskleuren grijs, wit en zwart omdat kookingrediënten, zoals een prachtige rode tomaat, voldoende kleur geven. Elk gebruik van kleur wordt bij ons zeer zorgvuldig afgewogen. En uiteindelijk is het bijkomstig. Het System 25 moet ook 25 jaar of langer meegaan. “

Over de invloed van Zen wil Bulthaup althans op persoonlijk vlak niets kwijt. De konsekwenties voor zijn bedrijfsfilozofie omschrijft hij met een verhaal. “Ik heb eigenlijk drie vaders. Om te beginnen mijn eigen vader, die mij zijn volle vertrouwen gaf. Hij is vrij vroeg gestorven. Ik was de tweede generatie en moest overnemen. Zeven keer van de tien gaat die tweede generatie de mist in. Ik heb ervoor gezorgd dat niemand zich zal moeten schamen om wat ik doe.

Mijn tweede vader was Otl Aicher, de bekende graficus die samen met de Zwitserse beeldhouwer Max Bill de Ulmer Schule stichtte. Zij vormden eigenlijk een kern van revolutionairen die de draad van het door het Derde Rijk verboden Bauhaus weer hebben opgenomen. Aicher had een enorme invloed op mij. Niet alleen op mij persoonlijk. Hij heeft de corporate identity van ons bedrijf gestalte gegeven, en niet alleen op grafisch vlak. Dat was eigenlijk het begin van de uitbraak uit de branche, weg van het oppervlakkige, de middelgewichten. We hebben vier jaar lang zeer nauw samengewerkt, nachtenlang gepraat, gegeten, gedronken. Hij was mijn vriend, bijna mijn goeroe. De Ulmer Schule heeft net als het Bauhaus altijd het principe gehanteerd van de eenvoud, de normaliteit. Met normaliteit wordt hier bedoeld human. Dat betekent een leefgemeenschap, een gezin de gelegenheid bieden om dingen samen te beleven.

De betekenis van Zen ten slotte heeft te maken met het tema van zich op de stoel van de andere te kunnen zetten. Het begon met een zeer diepgaande ervaring zo’n negen of tien jaar geleden, bij de eerste kontakten met onze grote Japanse handelspartner Toto. Toen ik die mensen observeerde, vroeg ik mij af : hoe komt het toch dat zij zo’n rust uitstralen, ook in hektische, onzekere situaties ? De bedrijfsleider, een man die toch zo’n 8000 mensen ‘beweegt’, deed dat met zo’n bescheidenheid, zo’n natuurlijkheid, dat ik voor mezelf de konklusie trok : ik moet nog zeer, zeer veel leren om die kwaliteit te bereiken. Op ondernemingsvlak versterkte die levenshouding eigenlijk de principes van het Bauhaus die wij al onderschreven, namelijk het purisme. Als je vandaag in de tuinen van Kyoto wandelt, merk je de syntese tussen materialen, water, zon, natuur. Dat is de fundamentele waarheid. Dat was dus mijn derde vader of de invloed van Japan, die tot op vandaag zeer sterk is. Het gaat niet om luxe, maar om levenskwaliteit. “

En dat is volgens Bulthaup ook het toekomstbeeld van de keuken : “De keuken als leefruimte, zoals vroeger in de boerenhoven, in Vlaanderen, in Engeland of waar dan ook. Geef ons 20 à 30 m², een cel waar wordt geleefd, gekommuniceerd, waar je opnieuw kunt ruiken, eten, drinken, waar met plezier gekookt wordt. Tegenwoordig hebben veel families drie of vier tv’s, ze komen er niet meer toe om te praten. De man werkt, de vrouw werkt, de kinderen worden opgeslokt door hun bezigheden of door tv waarop ze drie programma’s tegelijk bekijken. Daarom is het des te belangrijker om samen eten te maken, ervan te genieten, de avond door te brengen in een aangename ruimte. Zo eenvoudig is het.

En eens te meer : wij hebben niet alleen kapitaalkrachtige klanten, integendeel. Echte Bulthaup-klanten zijn zij die in twee, drie keer een keuken kopen omdat ze het echt willen. Het heeft niets met snobisme te maken. Bulthaup is geen show off, het is zoiets als bij Prada : de kenners weten het. Het merendeel van Bulthaup-klanten kookt zelf graag. Dat vind ik een kompliment. Onze klanten kopen geen Bulthaup voor de status. Daarvoor zijn wij veel te puristisch, en we zullen daar nog verder in gaan. Het gaat in essentie om de mix : inzicht, smaak en uiteraard het noodzakelijke kleingeld. “

Bulthaup wil van de keuken opnieuw een leefruimte maken waar met plezier wordt gekookt : ruim, tijdloos sober en funktioneel tot in de details.

De vochtregulerende broodtrommel in ongeglazuurd aardewerk belichaamt perfekt de filozofie van Bulthaup : het beste systeem dat momenteel op de markt is. De vorm vloeit voort uit de funktie.

Gerd Bulthaup : “Wij verkopen meer keukens in Japan dan in Duitsland omdat Japannersbeter dan wie ook ons purisme verstaan. “

Alle elementen zijn volledig uittrekbaar. Zo is de inhoud overzichtelijk en makkelijk uitneembaar. De indelingvan het serviesgoed kan naar wens worden aangepast.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content