“Dit is altijd mijn droom geweest, ” zegt Gianni Lapage bij de voorstelling van zijn eerste kollektie. Hij ziet een beetje wit rond zijn neus en tipt regelmatig imaginaire as van een ingebeelde sigaret.

MARLEEN WYNANTS

“Ik voelde me net een zwangere vrouw die op haar kind wacht, ” aldus Gianni Lapage bij de voorstelling van zijn kollektie Barok 2000. “Mode is voor mij geen gril of bevlieging, het is het enige waarvoor ik leef en waarbij ik me echt goed voel. ” Aan de artistieke kwaliteiten van Lapage kan niet getwijfeld worden. Hij is inventief zowel wat decor als styling betreft en zijn kreatiedrang gaat inmiddels een stuk verder dan zijn zilveren zelf ontworpen plateauschoenen die op de Parijse dansvloeren voor de nodige opschudding zorgden.

Lapage heeft zijn uitlaatklep in de modewereld gevonden, maar het had evengoed design of plastische kunsten kunnen zijn. Nu verdeelt hij zijn tijd tussen het ouderlijk textielatelier in Lierde waar hij zijn prototypes eigenhandig in elkaar steekt, en zijn pand in de Gentse binnenstad waar hij de produktie en distributie centraliseert.

“Ik wist absoluut niet dat het zo moeilijk zou zijn, ” aldus Lapage. “Ik ben van nul gestart en na een periode van werken, werken en nog eens werken, zit ik nu op een punt dat enerzijds alles klaar, maar dat ik anderzijds van nul moet beginnen wat de distributie betreft. Dat is soms moeilijk te verteren. De dagen zijn slopend en gevuld met onderhandelingen over licenties, de nachten vullen zich met tranen en slapeloze uren. Of met uitgaan, alhoewel daar de laatste weken ook niet veel van in huis kwam. Maar ja, mijn kollektie is er, op de valreep misschien, maar ze is er. En daar ben ik heel trots op. Ik heb er hard voor gewerkt en voilà. “

Gianni Lapage kreeg in 1993 tijdens een Europese wedstrijd voor jonge modeontwerpers in Luxemburg meteen de “Aiguille d’Or” mee naar huis. Een indrukwekkend palmares met vier van de vijf te verdelen prijzen. “De titels heb ik, maar geld heb ik er nooit van gezien. Het is zwaar knokken als beginnend ontwerper, maar mode is mijn redding. Om te ontsnappen aan de grijsheid en middelmatigheid. Als ze me vroeger zochten, zat ik gegarandeerd tussen de lappen stof. Thuis waren we altijd met mode bezig, kleren maken en patronen tekenen is er met de paplepel ingegaan. Mijn ouders hadden desondanks andere toekomstplannen voor me, maar wat je in je hebt, moet er blijkbaar toch op één of andere manier uit. Toen ik zes was, had ik mijn moeders trouwjurk al versleten, zo vaak had ik ze aan- en uitgetrokken. Ik was uren zoet met wat stukjes stof en knopen. Mode en kleren, dat was van bij het begin de wereld waarin ik mij wilde terugtrekken. Op mijn achtste begon ik met mijn eerste ontwerpen en toen ik tien was, zat ik achter de naaimachine. Op de middelbare school volgde ik les aan de kledingafdeling van het technisch onderwijs in Lierde. Voor de opdracht “een damesbloes”, heb ik een hemd met twee kragen gemaakt. Tot grote ontsteltenis van de leerkracht natuurlijk. Ik werd bij de direkteur geroepen en zo is dat blijven doorgaan. Hoe meer ik beperkt of gedwarsboomd werd, hoe feller ik tekeer ging en hoe meer ik mij uitleefde. “

Het resultaat is desalniettemin een vrij sober ogende kollektie waarin minutieuze afwerking en onderlinge kombineerbaarheid het hoogste woord voeren. Zijn rebelse rusteloosheid vertaalt zich in een asymmetrische opbouw waarbij vertikale lijnen stoutmoedig flirten met brede zakken op buik of rug.

De spreekwoordelijke rode draad wordt gevormd door satijnen biesjes in kontrast of ton sur ton die bij elk kledingstuk voor de aksentuering van virtuele of echte naden zorgen. Voor heren zijn er klassieke jasjes, korte of lange hemden en wijde of smalle broeken die in onderlinge kombinatie voor vrij verrassende silhouetten zorgen. T-shirts en ondergoed verwijzen naar een militair verleden. Onbetwiste aandacht-trekkers zijn Lapages trouwjurk in gewassen linnen met lycra en de sensuele streepjes-body.

“Ik mix klassieke materialen als linnen met lycra, plastic, gaas, elastisch lakleder en satijn. Ik wil het niet bij één basismateriaal houden, ik wil blijven zoeken. In de kombinatie van die materialen, in het uitproberen en spelen, kom ik tot een bepaalde vorm. In deze kollektie heb ik mij afgereageerd op mijn omgeving en de rest van de wereld. Dat is de luxe van een eerste kollektie, je kreativiteit is zo goed als onbeperkt. Natuurlijk wil ik ooit internationaal doorbreken maar we zullen wel zien hoever we geraken. Ik wil vooral op een gezonde manier en niet te kommercieel beginnen. Ik moet geen super-trendy spullen maken, of klassieke chemisiers, die zijn er al meer dan genoeg. Dat interesseert mij trouwens niet. Ik wil nieuwe dingen uitproberen : onverwachte kombinaties van materialen, verrassende vormen, maar zonder de draagbaarheid uit het oog te verliezen. “

Die tomeloze nieuwsgierigheid en grote drang om iets anders te doen, komt bij Lapage vanzelf. “Ik moet er geen moeite voor doen. Overal waar ik ben, merk ik wel een klein detail op, iets waar iets kreatiefs mee gebeurd is. Zie je die lijsten met die zwarte pluimpjes ? Weet je, gisteren had ik niet eens een goede kader om mijn persfoto’s in op te hangen. Ik zat hier dus een beetje droevig te wezen tot ik zag dat bij het bedrijf aan de overkant een stapel kartonnen afval werd buitengezet. Ik heb snel enkele lijsten gehaald, heb ze beplakt en er een halogeentje in gehangen. Armoede drijft mij tot kreatieve dingen. Ha ! “

Giani Lapage : “Mode is mijn redding”.

“Klassieke chemisiers zijn er al meer dan genoeg. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content