Gedeeld zweet

Er zijn van die dingen die je beter in je eentje doet. Zweten, bijvoorbeeld. Daarom alleen al ga ik het liefst ’s zomers naar de sauna, als alle anderen op een zuiders strand liggen te verdampen. Dat de Skandinaviërs het niet zo bedoeld hebben, hoor ik u nu zeggen, dat de sauna het groepsgebeuren bij uitstek is. Alsof ik dat niet weet, ik heb niet voor niets nog met een Zweed gevrijd. Een wat sombere viking uit Uppsala, voorzitter van een leesclub die op lange winteravonden – en nergens zijn de winteravonden langer dan in Uppsala – in de sauna congregeerde, waar de leden Kierkegaard citeerden en elkaar onderwijl met berkentwijgen afrosten. Ook die verkering was geen lang leven beschoren.

Sindsdien zweet ik het liefst solo en zonder tekst. Heerlijk is dat, roerloos en met gesloten ogen de droge hitte in je opnemen en je gedachten voelen sudderen tot ze je schedel lijken te ontstijgen. Maar altijd gaat dan de deur open en dient er zich een blote medemens aan die ietwat moeizaam naar de hoogste bank klimt, waarbij zijn primaire geslachtskenmerken rakelings aan je voorbij scheren. Noem mij een pretbederver, maar ik vind dat onbeleefd. Waarom moeten die lui überhaupt zo dicht tegen je aanschurken ? Zo dicht dat hun natte-hondenademgeur je neusgaten prikkelt. Doe zoiets op de tram en je riskeert een pak rammel. Dat alle blote mensen gelijk zijn, beweren onthechte zielen. Ja, dat had je gedacht. De basisonderdelen van het bouwpakket mogen dan al dezelfde zijn, de fratsen die de Hoofdaannemer daarmee uithaalt, zullen mij wel altijd blijven verbazen. Net als de zelfverzekerde nonchalance waarmee dikke mannen achter hun pens aanwaggelen, met zo’n air van ’te nemen of te laten’. Een vrouw hangt er van lieverlede een handdoekje voor. Wij vrouwen hebben dan ook meer aanleg voor vergelijkende warenkennis.

Doet me denken aan die uitzending van National Geographic waarin een Egyptisch archeologenpaar een mummie ontdekte, die misschien of misschien ook niet ooit koningin Hatsjepsoet was. “Wat een koninklijke trekken”, zei de man, terwijl hij zich over de lederachtige aflijvige boog. Een wat rare uitspraak vond ik, nog nooit een mummie met bolle appelwangen gezien. “Maar ze had wel geweldige hangborsten”, repliceerde zijn vrouw, met iets van voldoening in haar stem. Geen mededogen, zelfs niet postuum. En ook niet in de sauna. Allemaal de schuld van de mannen, natuurlijk. “Mooi kontje in aantocht”, riep er ooit eentje luidkeels, na een blik door de glazen deur. Zijn maten reikhalsden verlekkerd, de vrouwen hulden zich in dof stilzwijgen. De arme nieuwkomer wist niet wat haar overkwam.

Converseren in de sauna, daar ben ik hoe dan ook tegen. Kunnen die lui niet in stilte zweten, zoals het beschaafde mensen betaamt ? De openingszin is bovendien altijd dezelfde : “Amai, wat is het hier warm !” Ja kijk, als het niet warm was, zaten we met zijn allen in een blokhut in plaats van in de sauna.

Niet-verbale communicatie kan al even verontrustend zijn. De meest schaamteloze geluiden produceren stervelingen in een behaaglijk warme omgeving, van diep zuchten, over kreunen, grommen, gnuiven, snuiven, diep in hun keel slijm ophalen tot zich behaaglijk krabben. Of wellustig het zweet over hun vetrollen uitpletsen, zoals ik ooit een corpulente dame hoorde doen. Allemaal diepmenselijk, maar moet dat per se terwijl ik erbij ben ?

Neofieten willen wel eens schrikken van het effect van hete lucht op menselijk gedrag. Zo werden er in ‘mijn’ wellnesscentrum onlangs selectieproeven voor een Expeditie Robinson-achtig televisieprogramma georganiseerd. Een van de kandidaten, een sportieve jonge vrouw, maakte van de gelegenheid gebruik om achteraf de sauna te bezoeken. Daar bevond zich benevens mij ook een pezige, oude man met een grote snor. Een Turk, schatte ik, of een Griek. In elk geval een natie die tijdens het zweten haar zwembroek aanhoudt. Niets aan de hand, tot de man hard en toonloos begon te neuriën. Het meisje keek hulpzoekend in mijn richting. Was dit normaal ? Of misschien een onderdeel van de test ? Toen de man recht stond en een soort tai-ji van eigen vinding begon uit te voeren, grabbelde ze haar handdoek bij elkaar en stoof de sauna uit. Paalklimmen en wormen eten, daar was ze geestelijk op voorbereid, maar een dansende snor in de sauna, dat was haar te link.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content