FLIPNOSIS
Mohammed Ali zit in het vliegtuig. De stewardess vraagt hem zijn veiligheidsgordel om te doen, ze gaan zo opstijgen. “Ik ben Superman,” zegt Ali, “Superman heeft geen veiligheidsgordel nodig.” Waarop de stewardess : “Superman heeft geen vliegtuig nodig.”
Een mens die daar in Cambridge voor heeft doorgeleerd, bedacht er een naam voor : flipnosis, het talent om in een flits instinctief het juiste te doen of te zeggen. Leuk woord overigens, flipnosis, dat mij om voor de hand liggende redenen aan tuimelende dolfijnen doet denken. Maar het mag u niet verbazen dat deze bewonderenswaardige vorm van opperste geestescontrole mij geheel vreemd is. Een zelfmoordterrorist die dreigt het vliegtuig op te blazen ? Een bankovervaller die een pistool tegen het hoofd van een bankbediende zet ? Reken niet op mij jongens, vóór het tot mij doordringt wat er aan de hand is, is de zwarte doos al gevonden en ligt het slachtoffer op intensieve.
Zelfs in de meest alledaagse situaties reist mijn brein met de trein der traagheid, wat zeg ik, de boemel van 17.10 uur naar Kontich-Kazerne. “Je luistert niet”, placht een voormalige verloofde te klagen als ik na een mededeling zijnentwege eens te meer met een suffig ‘huh ?’ reageerde.
Maar het duurt nu eenmaal een poos vóór ik een reeks klanken als woorden herken, woorden die een betekenis hebben en zinnen vormen bovendien. Het helpt niet dat ik vaker dan niet het gevoel heb in een parallelle realiteit te leven. Of ik mij daar zorgen over moet maken, vraag ik mij soms af.
Neem nu een doodgewone maandagavond. Io sono l’amore. Of beter : ik ben Tilda Swinton, vers van een geurig bloemenveld en een jonge Italiaan. Bij de uitgang van Cartoons hoor ik iemand roepen. “Linda.” Verrek, dat is waar ook, dat ben ik. Ik zie een vrouw die mij bekend voorkomt. Maar niet in deze context. “Ik ben Carine”, zegt ze behulpzaam tegen mijn lege blik. Carine. Maar natuurlijk, Carine. Ze ziet er goed uit, heeft iets met haar haar gedaan. Waarom zeg ik dat dan niet ? Maar tot in al mijn vezels ben ik nog in het Italiaanse landschap. Ik wuif, ik loop weg in de druilerige avond. Carine denkt zeker dat ik pretentieus ben. Of kiekenzot.
Iets vergelijkbaars overkomt mij op de Boekenbeurs. Een vriendelijke mevrouw vraagt mij iets in een album te schrijven, zo’n mooi groot met een kaft van Florentijns karton. Ik staar haar aan, sprakeloos als de moeder van Tom Lannoye. Geen bon mot, geen splintertje levenswijsheid wil mij te binnen schieten. Nochtans krijg ik om de week een keure aan stichtende spreuken van de Optimistenbond toegestuurd. Nog erger is het wanneer iemand mij met ironie benadert. Ook al ben ik er zelf niet vies van, bij anderen ben ik er niet op bedacht. Pas minuten later wil mij iets spits te binnen schieten. Een traprepliek heet zoiets in Woordkramerij-jargon. Flipnosis is een gave die voorkomt bij boeddhistische monniken, grote krijgsheren en politieke genieën. Maar ook bij psychopaten, seriemoordenaars en oplichters. Dan liever simpelweg flippen.
Flipnosis, Doortastend optreden in extreme situaties, Kevin Dutton, De Bezige Bij, 363 p., 23,90 euro, ISBN 978-90-234-5836-4.
Linda Asselbergs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier