FILM
FATALISTISCH
Je verwacht van een film over de bloederige etnische oorlogen in de Balkan een onopgepoetste, kwasi-dokumentaire verteltrant, maar zeker niet de cinematografische kontrole waarvan Milcho Manchevski in “Before the Rain” blijk geeft. De Macedoniër Manchevski bekwaamde zich in het vak door in Amerika videoclips te maken, maar de soepele, elegante cameravoering en de geraffineerde visuele stijl van zijn speelfilmdebuut zijn allerminst gratuit. De regisseur laat de bijna sprookjesachtige schoonheid van het antieke Macedonische landschap op schokkende wijze kontrasteren met het afschuwelijke geweld van de burgeroorlog. De landschapsbeleving geeft ook een tijdloze dimensie aan deze vaak pijnlijk ironische bespiegeling over het huidige geweld het is alsof de oorlogen en broedermoorden al even oud zijn als het terrein waarop er wordt gevochten.
“Before the Rain” is netjes verdeeld in drie hoofdstukken die weliswaar ingenieus in elkaar grijpen. In het eerste deel, “Words”, zien we wat er gebeurt wanneer een jonge Grieks-ortodoxe monnik zich ontfermt over een voortvluchtig Albanees meisje. In het tweede deel, “Faces”, verspringt de aktie bruusk naar Londen, waar een jonge vrouw aarzelt tussen haar verveelde echtgenoot en haar avontuurlijke minnaar, een gevierd oorlogsfotograaf. Je vraagt je een tijd af wat dit middenstuk met de rest te maken heeft, tot het geweld ook in een Londens restaurant explodeert en duidelijk wordt dat dit een film is over een oorlog die buiten zijn grenzen treedt, over het onheil in een wereld waarin alles met elkaar is verbonden. In “Pictures” keert de gekwelde fotograaf terug naar zijn geboortedorp in Macedonië, waar hij precies dezelfde gruwelen vindt die hij in Servië probeerde te ontvluchten. Pas bij de afronding van het fatalistisch drieluik, blijkt dat het ook om een narratief experiment ging, waarin de lineaire kronologie op een schrandere cinematografische manier werd herschikt. Gouden Leeuw op het festival van Venetië van 1994.
* * * “Before the Rain” van Milcho Manchevski, met Gregoire Colin, Katrin Cartlidge, Rade Serbedzija.
GRIMMIG
Spike Lee portretteert in “Clockers” een negentienjarige crackdealer die misschien ook een moord heeft gepleegd. Of hij het ook heeft gedaan, interesseert Lee minder dan de reden waarom hij een kandidaat is voor deze misdaad. Deze verfilming van de realistische roman van Richard Price is een indringende milieustudie, waarin we een panoramische visie krijgen op de strijd om te overleven onder de jonge zwarten van de verpauperde Amerikaanse binnensteden. “Clockers” is een grimmige, intense en vaak onthutsende protestfilm tegen de kultuur van de drugs en het geweld, die zoveel slachtoffers maakt in de Afro-Amerikaanse gemeenschap. Zie bespreking in Knack.
* * * “Clockers” van Spike Lee, met Harvey Keitel, Mekhi Phifer, Delroy Lindo, John Turturro.
DIGITAAL
De futuristische thriller “Johnny Mnemonic” steunt op een intrigerende premisse, gebaseerd op een verhaal van William Gibson, de filozoferende goeroe van de digitale generatie. Helaas heeft de debuterende regisseur, de postmoderne kunstenaar Robert Longo, er geen flauw benul van hoe hij een scène dramatisch en begrijpelijk in beeld moet zetten, laat staan hoe hij een koherente film moet maken. Dit is de zoveelste computer geobsedeerde SF-fantazie die rond de verwarring en chaos van het informatietijdperk alleen nog méér verwarring en chaos weet te scheppen.
Keanu Reeves speelt een “mnemonic” koerier, in wiens brein een computerchip werd ingeplant, volgepropt met data waarop allerlei ongure individuen jacht maken. Hij krijgt een massieve dosis informatie geïnjekteerd, twee maal meer dan hij verwerken kan waardoor zijn kop letterlijk op barsten staat. De rest van de film maken Japanse snoodaards jacht op zijn beproefde hoofd. “Johnny Mnemonic” is het soort film waarin je de aartsschurken van het kleinere grut kunt onderscheiden door het feit dat ze nog langere zwarte jassen dragen. Niets funktioneert in dit on line “Blade Runner”-afkooksel, waarin we in hopeloze MTV-stijl een collage opgedist krijgen van industriële barok, techno-rommel en versleten “film noir”-attributen. De makers gaan aan de ironie voorbij, dat het idee van Keanu Reeves die aan cerebrale overlast lijdt, wel erg moeilijk te slikken is : Reeves die om stoer te doen met lage stem spreekt en de banaalste dialoog debiteert met een gewichtigheid alsof het lot van de eenentwintigste eeuw ervan afhangt is veeleer een akteur, die de indruk wekt dat hij een herseninplant best kan gebruiken. De enige, die wat leven brengt in deze vreugdeloze cyber space-brouwerij, is Dolph Lundgren als een moordlustige Jezus-freak.
– “Johnny Mnemonic” van Robert Longo, met Keanu Reeves, Dolph Lundgren, Takeshi, Ice-T, Barbara Sukowa.
BETOVEREND
De drieëndertigste Walt Disney-tekenfilm wil niets minder zijn dan een Amerikaanse versie van “Romeo en Julia”. Dit verhaal over de liefde tussen een Indianen-prinses en een Engelse kolonist is de eerste tekenfilm uit de sprookjesfabriek die gebaseerd is op echte feiten, al werden ze wel aardig verdraaid om in het bonte cartoonwereldje te passen. Voor een keertje dus geen moralizerende fabel, maar een nogal melancholisch getinte bespiegeling over liefde, plicht en zelfopoffering. De frontier-achtergrond en de blanke verovering van het land van de Native Americans zorgen ervoor dat de prent ook een aantal serieuze tema’s aankaart, van de botsing tussen kulturen tot ekologie en kolonialisme. Ambities, die ten koste gaan van de humoristische kanten van de film. De dieren praten en zingen niet, want dat zou vloeken met de realistische teneur. Al zijn er natuurlijk wel de olijke beestjes die voor komisch soelaas zorgen.
Hoewel dit animatie-technisch een knappe film is, schort er duidelijk een en ander aan het ritme van de vertelling : het karige verhaaltje snelt met horten en stoten voorbij. Maar wie de scènes apart onder de loep neemt, ontdekt ook nu weer fraaie taferelen vol virtuoze tekenkunst en pikturale effekten. Met name onze eerste glimp van het Nieuwe Kontinent is pure magie : een betoverend woud, geschilderd in een harmonieus akwarelpalet van blauw, paars, turkoois en violet.
Alan Menken (“Beauty and the Beast”) komponeerde zeven songs waarvan er maar eentje “Colors of the Wind” blijft hangen.
– “Pocahontas” van Mike Gabriel en Eric Goldberg, stemmen van Irene Bedard, Judy Kuhn, Mel Gibson, David Ogden Stiers, Russell Means, Christian Bale, Linda Hunt.
AFGEZAAGD
Was “The Little Death” niet het Hollywooddebuut geweest van onze mediageile duizendpoot Jan Verheyen, dan was deze low budget-thriller beslist niet eens in de bioskoop beland, maar meteen stilletjes doorgesluisd naar de video, waar de konsument tenminste één voordeel heeft op de bioskoopbezoeker : de fast forward-toets.
“The Little Death” heeft een plot van dertien in een dozijn. Alles draait rond een perfide femme fatale die een oudere echtgenoot/zakenman en een jonge stiefzoon/stoere bink in het verderf stort. Vergeleken met de stuntelige manier waarop de intrige wordt afgehaspeld, lijkt Joe Ezsterhas wel Raymond Chandler. Het inmiddels afgezaagde genre van erotische thriller staat of valt met de stijl, waarmee de geijkte ingrediënten geserveerd en gevarieerd worden “The Little Death” heeft helaas zero stijlgevoel. Verheyens manie om scènes met een sterk vervormende lens in beeld te zetten, is rampzalig en maakt de stuntelige rechtbankscène helemaal karikaturaal.
Oké, je moet het als dappere Vlaming maar voor elkaar krijgen om in Los Angeles voor een Amerikaanse maatschappij een filmpje te mogen maken. Maar wat is de zin van deze stunt als het resultaat om geen enkele reden het bekijken waard is ? De konferenties en interviews die Verheyen geeft over zijn nogal ontluisterende peripetieën in Hollywoodland zijn alles wat de film niet is : leuk, gevat, spannend en leerzaam.
– “The Little Death” van Jan Verheyen, met Brent Fraser, Pamela Gidley, J.T. Walsh, Richard Beymer.
VERPLETTEREND
Om redenen die mij meestal ontgaan, geldt Maurice Pialat op het thuisfront als één van de monumenten van de huidige Franse cinema. Benieuwd in welke vreemde bochten de fans zich nu zullen moeten wringen om het nieuwste opus van hun idool goed te praten.
“Le Garcu” is een totaal oninteressant portret, in vervelende realistische stijl, van een echtpaar dat uit elkaar gaat. Het exhibitionistisch spektakel wordt gedomineerd, of liever verpletterd door de massieve Gerard Depardieu, hier meer dan ooit een onappetijtelijke vleesklomp die voor een akteur moet doorgaan. De rol van de stervende vader wordt passend gespeeld door Depardieus persagent Claude Davy, een van de meest onuitstaanbare figuren van de Franse cinema.
– “Le Garcu” van Maurice Pialat, met Gérard Depardieu, Geraldine Pailhas, Antoine Pialat, Elisabeth Depardieu.
PATRICK DUYNSLAEGHER
“Before the Rain” : oorlog die buiten zijn grenzen treedt.
Keitel en Phifer in “Clockers” : survival in de verpauperde binnenstad.
“Pocahontas” : ekologie en kolonialisme.
Gidley en Fraser in “The Little Death” : plot van dertien in een dozijn.
TOP 10
1. Il Gattopardo : somptueus historisch fresko van Luchino Visconti uit 1963.
2. Before the Rain : zie bespreking.
3. Le Regard d’Ulysse : magistrale bespiegeling van Theo Angelopoulos over de tocht van een uitgeweken Griekse filmmaker (Harvey Keitel) door de verscheurde landen van de Balkan.
4. Clockers : zie bespreking.
5. The Doom Generation : helse “road movie” vol provocerend comic-stripgeweld van guerrilla-filmer Gregg Araki.
6. Living in Oblivion : ingenieuze film-in-de-film-satire van Tom DiCillo over de nachtmerries van een regisseur van low budget-produkties.
7. La Flor di mi Secreto : paella-tearjerker van Pedro Almodovar over de kalvarie van een in de liefde ontgoochelende schrijfster van stationsliteratuur.
8. Mute Witness : vinnige “exploitation”-thriller van Anthony Waller.
9. Land and Freedom : didaktisch epos over de Spaanse burgeroorlog van Ken Loach.
10. Pocahontas : zie bespreking.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier