Twintig grote meubelen en drieëndertig kleine voorwerpen

tentoongesteld in Knokke. Een wereldpremière :

na drie jaar werk laat design-grootmeester Ettore Sottsass

er zijn nieuwste “Big and Small Works” zien.

JEAN-PIERRE GABRIEL

De nu 78-jarige Ettore Sottsass heeft ongetwijfeld zijn plaats in het panteon van de grote designers van deze eeuw verdiend. Hij werd in 1917 geboren in Innsbrück. Zijn vader, architekt Ettore Sottsass senior, was afkomstig uit Trentino een streek die toen nog bij Oostenrijk behoorde en zijn moeder was een Tiroolse. Twee jaar later werd Venezia Tridentina, na een eeuw en drie jaar Oostenrijks bewind, bij verdrag opnieuw aan Italië toegekend. De familie Sottsass vestigde zich opnieuw in Trento en bleef daar wonen tot de kleine Ettorino 11 werd. Dan verhuisde het gezin naar Piemonte, meer bepaald naar Turijn, toen de modernste en meest internationale stad van Italië, de stad van het futurisme en de industrie.

Ettore senior had toen al beslist wat zijn zoon zou worden : architekt. Het was dus logisch dat hij in 1936 naar de polytechnische school werd gestuurd, nadat hij in Parijs in het gezelschap van zijn vader Matisse, Braque en Picasso had ontdekt.

In diezelfde periode kreeg hij ook voor het eerst een fototoestel in handen, dat eigenlijk een verlengstuk van hemzelf werd, een derde oog dat een andere kijk op de wereld had. Hij reisde onophoudelijk en zijn fotografisch oeuvre is enorm. Hij publiceerde foto’s in verscheidene bladen om daarmee bepaalde teorieën over architektuur, landschap, ambachten, enz. kracht bij te zetten.

Wie geregeld met Ettore Sottsass omgaat, weet dat hij op elk ogenblik kan vragen even halt te houden om met zijn Leica een of ander beeld vast te leggen.

“Een verklaring voor deze reflex ? Het zullen er wel meer dan één zijn. Ik denk vooral aan een soort paranoia ten opzichte van de tijd die voorbijgaat. Om niet te vergeten, bewaar ik alles wat me kan helpen om het voorbijglijden van de tijd draaglijk te maken. Als ik ergens ben waar mooie bladeren te vinden zijn, dan neem ik bladeren mee. Als ergens goede chocolade te koop is, dan koop ik chocolade. Als een bewonderaarster me een brief schrijft, dan bewaar ik die brief. Fotografie is voor mij ook een middel om te verzamelen. Als ik op reis ben, kom ik overal zoveel informatie tegen dat ik denk : Oh God, over een week ben ik dat allemaal kwijt. En dan neem ik foto’s die ik mee naar huis kan brengen. “

Maar dat is niet de enige verklaring voor zijn onbedwingbare behoefte om alles op de gevoelige plaat vast te leggen. “Door een zoeker, een lens blijft het oog even stilstaan, één sekonde maar, terwijl het anders altijd beweegt, van links naar rechts, van boven naar onder… Je bent dan verplicht wat aandachtiger te kijken naar wat je ziet. “

Zijn ogen de kost geven, heeft hij altijd gedaan. Het is algemeen bekend dat Ettore Sottsass een zwak had en nog altijd heeft voor vrouwelijk schoon. Zijn echtgenotes en vriendinnen hebben elk op hun manier een stukje levensweg met hem afgelegd. Maar Sottsass is niet alleen een inspirerende persoonlijkheid, hij laat zich ook gretig inspireren. Zijn eerste muze was Fernanda Pivano. Met haar trouwde hij in 1949. Zij vertaalde jonge Amerikaanse schrijvers en bracht Ettore in kontakt met andere literatuur. Ze scheidden in 1970. In de herfst van datzelfde jaar streek in zijn Milanese studio aan de via Manzoni een jonge Catalaanse neer, de 23-jarige Eulalia Grau. Ettore was 30 jaar ouder, maar elke vrijdagavond vertrok hij met zijn wagen richting Barcelona en keerde de maandagmorgen terug. Een passie die verscheidene jaren duurde.

Het is onbegonnen werk het hele rijtje vrouwen uit Sottsass’ leven op te sommen. Twee van hen speelden wel een belangrijke rol : Barbara Radice, zijn gezellin in de hoogdagen van het Memphis-experiment, en Johanna Grawunder, zijn huidige muze.

Deze architekte van Amerikaanse afkomst werkt in de Milanese studio Sottsass Associati en is momenteel op twee manieren aanwezig in België. Op de eerste plaats is zij de belangrijkste auteur van diverse huizen-in-wording in het Gentse en in Limburg. Bovendien ontwierp zij een kollektie kleine voorwerpen die de tentoonstelling van Ettore vergezellen onder de titel Many Small Works.

Sottsass van zijn kant koos de naam Big and Small Works voor zijn tentoonstelling, gewoon omdat hij grote meubelen en kleine siervoorwerpen voorstelt.

Deze tentoonstelling in galerie Mourmans in Knokke een wereldpremière is niet zonder belang omdat er niet minder dan 20 grote en 33 kleine stukken voorgesteld worden. De tentoonstelling is het resultaat van drie jaar arbeid en van gedachtenwisselingen tussen Ettore Sottsass en Ernest Mourmans, die nu de meest markante ontwerpen van de architekt uitbrengt.

De design-grootmeester is immers op velerlei gebieden bedrijvig. Hij ontwerpt zowel nieuwe porseleinkollekties voor Alessi als de designstrategie bij Siemens voor de volgende tien jaar.

Aan deze tentoonstelling ging een soort mentale tocht door de woestijn vooraf. Een periode van remmingen en onzekerheden die volgde op de grote retrospektieve in het Centre Georges Pompidou (Beaubourg). “Na een dergelijke tentoonstelling voel je je uitgeput, leeg. Voor de eerste keer zie je jezelf van buitenaf. Je ziet alles wat je gemaakt hebt vóór je, in een begrensde ruimte. Je hebt een maatstaf van jezelf die je tevoren nooit hebt gehad. En wat je ziet, zie je vaak door het oog van de anderen die je zeggen hoe je bent. Een lastige situatie voor je innerlijke evenwicht.

Sommige mensen vertelden of schreven over mij de meest vreemde dingen. Zo werd bijvoorbeeld beweerd : “Sottsass is spel. ” Soms luisterde ik en dacht : “Misschien hebben ze gelijk, ik speel. ” En om dan een rechtvaardiging te vinden, ging ik bijna onbewust een teorie over het spel ontwikkelen. Het heeft lang geduurd voor ik ermee kon ophouden mezelf voortdurend in vraag te stellen. “

Feit is dat Sottsass’ talent biezonder veelzijdig is en zijn persoonlijkheid zeer complex. Die heterogeniteit weerspiegelt zich onder meer in de hedendaagse materialen waarmee hij werkt. In dit verband is het ook signifikant dat Sottsass, die vaak de indruk wekt te spelen met vormen en kleuren, een leidende rol had in de ontwikkeling van de afdeling elektronika van Olivetti. In 1958 ontwierp hij, na zes maanden aarzelen en zes dagen intensief werken, Elea 9003, de eerste elektronische kantoorapparatuur in Italië. Zo maakte hij nog talloze ontwerpen voor machines die door het grote publiek onopgemerkt zijn gebleven. De uitzondering was Valentine in 1969, een kleine, draagbare schrijfmachine met een rood plastic omhulsel, die inzake verkoopcijfers alle verwachtingen overtrof en een raak antwoord bood op de Japanse invasie van de markt.

De Valentine wordt dus steevast met Sottsass vereenzelvigd in die mate zelfs dat het hem soms ergert maar meer nog staat hij bekend als de man achter de beweging Memphis naar een liedje van Bob Dylan, “The MemphisBlues Again”.

De officiële geboorte van Memphis werd gevierd tijdens de Meubelbeurs van Milaan, op 19 oktober 1981. Memphis staat voor een beweging waartoe ontwerpers uit de hele wereld behoorden. Maar het begon als een happening waarin de meest aktuele trends op meubelgebied aan bod zouden komen en die niet langer zou duren dan de beurs zelf. Wat bedoeld was als momentopname 64 meubelen, voorwerpen en stoffen, waarin gezocht werd naar harmonie in “onevenwicht” en kleur had zoveel sukses, dat Memphis bleef voortbestaan en dat de ontwerpen werden geproduceerd.

Vijf jaar later, nadat hij talloze jonge ontwerpers had leren kennen en er heel wat had aangemoedigd, trok Sottsass zich terug. Zo is hij nu eenmaal : eens de zaadjes beginnen te kiemen, moeten ze kunnen voortbestaan zonder hem. Hijzelf bleef niet stilzitten. Datzelfde jaar ontmoette hij Doug Tompkins, de “vader” van Esprit. Het atelier Sottsass Associati richtte voor hem de winkel in Melbourne in en daarna ook alle winkels in Duitsland.

Sottsass stapte nooit af van de opvattingen die hij in Memphis verkondigde. Hij voegt er zelfs aan toe dat de kollektie die hij voorstelt in Knokke een voortzetting is van een aantal ideeën die met Memphis begonnen zijn. De stukken zijn wel verfijnder, rijper, met meer professionalisme uitgevoerd. Voor sommige ontwerpen experimenteerde hij met nieuwe materialen.

“Mijn werk is altijd een konfrontatie tussen personen en ideeën, koncepten. Als ik voor een kunstgalerie ontwerp, wat nu het geval is met Ernest Mourmans, kan ik bepaalde ideeën verder uitwerken dan als ik bijvoorbeeld voor Alessi werk. Voor Alessi ontwerpen, is ontwerpen voor een industrie. Dan moet ik eraan denken dat 10.000 mensen dat stuk gaan kopen en gebruiken. Iets ontwerpen dat nuttig is voor 15 mensen, vergt een heel andere aanpak. Ik veronderstel dat die mensen al een gestruktureerde mentaliteit hebben, dat hun benadering anders is. Ik kan veel verder gaan in de uitwerking van ideeën. Er zijn enkele principes die fundamenteel zijn in mijn leven, in mijn manier van denken. Zo probeer ik bijvoorbeeld heel beslist komaf te maken met het Cartesiaanse begrip “ruimte” en met de traditionele evenwichtsleer. Heel onze eeuw hanteert een welomschreven idee over de statika. Ik probeer dat in de grond te boren omdat ik benieuwd ben wat er dan zal gebeuren.

Ik ben zoals een kind dat het ene voorwerp op het andere stapelt en afwacht wat het resultaat zal zijn. Ik ben nog in dat stadium dat ik me amuseer met het bouwen van dingen. Ik wil ook alternatieven voor het normale, genormeerde vocabularium aanreiken, om te kunnen afstappen van de gevestigde normen, namelijk die van de waarde van de grondstoffen. Daarom gebruik ik zeer dure materialen, edele houtsoorten bijvoorbeeld, samen met plastic. Ik hoor dan kommentaren zoals : “Hoe is het mogelijk ! Een meubel dat miljoenen lire kost, uitgevoerd in plastic dat men normaal in de keuken gebruikt ! “

Ga nu niet denken dat ik ontwerp om anderen te schokken. Wat me in de eerste plaats interesseert, is dat deze kombinatie bij mezelf een schok teweegbrengt. “

Deze manier van denken verklaart wellicht de uitzonderlijke vitaliteit en jeugdigheid die Ettore Sottsass typeren : zelfvoldaanheid is hem vreemd. Hij wordt verafgood door generaties jonge designers, geïmiteerd, gekopieerd. Toch heeft hij nooit toegegeven aan de verleiding goeroe te spelen. Hij bleef zeer bescheiden, hoewel hij dat in alle talen ontkent.

“Ik ben oud, ik heb ervaring, ik weet hoe ik met materialen moet omgaan. Maar ik ben niet bescheiden. Ik weet wel dat er grenzen zijn en die wil ik niet doorbreken. Die grenzen zitten in onze genen, in onze grijze cellen. Ik ben niet iemand die gelooft dat zijn hersenen geen beperkingen hebben. Ik weet bijvoorbeeld niets van muziek. Ik begrijp nog altijd niet dat een pianist een heel concerto kan spelen zonder partituur. Ik ben beperkt op het gebied van wiskunde en wetenschap. Ik kan bijvoorbeeld geen formules onthouden. Ik heb daarentegen wel een geheugen voor kleuren en materialen. Maar zelfs in mijn eigen beroep heb ik beperkingen. Ik kan geen grote tekeningen maken, ik teken mijn ontwerpen altijd klein, op stukjes papier. “

Drie jaar lang is hij nu bezig geweest met het schaven aan vormen, materialen en kleuren en uiting te geven aan de dynamiek van zijn meubelen en voorwerpen. Werken met wankel evenwicht is immers een hachelijke onderneming. Vandaar dat die dynamiek zo duidelijk voelbaar is.

“Ik probeer de komposities niet te sluiten, maar open te laten, een lijn te tekenen die in de ruimte verdwijnt zonder te weten waar ze naartoe gaat. Vrijheid en onzekerheid zijn immers belangrijk. “

De tentoonstelling van Ettore Sottsass en Johanna Grawunder loopt van 3 juni tot eind oktober in The Mourmans Gallery, Zeedijk-Zoute 739, Knokke-Heist, tel. : (050) 61.19.91. In juni open van vrijdag tot zondag, van 14 tot 19 u. In juli, augustus en september elke dag open van 14 u. tot 19 u.

Ettore Sottsass : “Ik probeer komposities open te laten. Vrijheid en onzekerheid zijn immers belangrijke begrippen. “

De ongewone kombinatie van materialen, zoals bij deze schalen, moet zorgen vooreen schokeffekt.

Kleuren en “oneven- wicht” verwijzen naar Memphis.

De wierook- brander herinnert aaneen India-reis.

Erotisch geïnspireerde lamp.

“Kast” met plastic en hout : de vorm primeert op de funktie.

Vaas uit de begeleidende tentoonstelling “Many Small Works” van Johanna Grawunder.

Vorm en kleur van dit dienblad illustreren waarom critici beweren : “Sottsass speelt. “

Wastafel : ontwerpen waarin Sottsass metaal gebruikt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content