Eric Corijn
Brussel is een van de motoren van de nieuwe wereld. De wereld is een netwerk van grootstedelijke regio’s, geen platte landenpuzzel. Dat hebben we al vroeg ingezien, we richtten twaalf jaar geleden de interdisciplinaire Cosmopolis op. Nu zijn we betrokken in een groot internationaal project waarin we de invloed van de klimaatwijziging op kuststeden onderzoeken.
In Vlaanderen is de stadsplanning geweldig verbeterd. De publieke ruimte in de meeste centrumsteden is erop vooruitgegaan. Maar het heeft niet geleid tot een grotere sociale gelijkheid. Dus richten we ons op het sociaal stedelijk beleid.
Toen ik jong was, vond ik dat de wereld niet goed in elkaar zat. Ik werd zeebioloog, romantisch ver van iedereen en alles. Tot ik dan toch in de maatschappij stapte, als studentenleider van de Gentse maartbeweging. Eerst de wereld verbeteren, dan pas gingen we aan ons eigen leven beginnen.
Wij, mei 68’ers, wilden de hele wereld omgooien. Totaal en radicaal. Ondertussen weet ik dat het een illusie is om te denken dat je mensen zo kunt veranderen dat ze op één lijn gaan staan. Mijn studie in psychoanalyse heeft mij geleerd dat er radicale verschillen zijn tussen mensen. En dat het niet wenselijk is om die op te heffen en één grote eenheid te creëren. We moeten leren samenleven op basis van het verschil. Dat is de kern van het stedelijk project.
De waarheid wordt gevormd door af en toe radicaal van perspectief te veranderen. Ik heb een aantal collega-emeriti samengebracht, allemaal babyboomers. Samen beginnen we dit voorjaar een stadsuniversiteit, op verschillende plekken in Brussel. We zullen elke vrijdagmiddag lessen geven. Wie wil, kan komen.
Hoe meer kennis je hebt, hoe meer je weet wat je niet kent. Die Brusselse jongeren hebben zélf een geweldige toegang tot alle kennis en verwerken die anders dan wij. Daar kunnen wij van leren. Ook inhoudelijk gaan we samenwerken : ?Hoe komt het dat jullie niet aan het werk zijn ? Hoe komt het dat mensen zich storen aan jullie gedrag in de publieke ruimte ?” Slow science heet dat, trage kennisopbouw die bruikbaar is.
Een gelukt project maakt me gelukkig, maar ook altijd triest. Geluk gaat altijd gepaard met een sterk gevoel voor het precaire van het bestaan. De geboorte van mijn zoon, dertien jaar geleden was ook zo : heel extatisch, maar tegelijk ook heel bezorgd. Veel plannen van mij worden als idealistisch gezien. Wanneer dat toch lukt, dan confronteert mij dat toch nog met de keren dat het niet lukt. Je kunt verklaringen zoeken voor een bloedbad in een school, voor het feit dat Kyoto niet gehaald wordt, voor mensen die hun beloftes niet houden. Maar ongevoelig blijf ik er niet bij.
Ik denk niet dat het makkelijk is om een mens, laat staan een goed mens te zijn. Wij zijn geen dieren als de anderen, wij hebben bewustzijn. We leven helemaal niet in rechtstreeks verband met de realiteit, wij leven er alleen in via verbeelding en taal. En dat speelt ons soms parten, want het is niet gemakkelijk om al die registers goed op elkaar af te stemmen. Dus heb ik een groot mededogen voor elke mens. Eric Corijn (65 jaar) is sinds eind 2012 op emeritaat aan de VUB. Hij studeerde biologie, filosofie, epistemologie, psychoanalyse en hoger kunstonderwijs, maakte een doctoraat in de sociale wetenschappen en is hoogleraar geweest in vrijetijdswetenschappen, sociologie en sociale en culturele geografie. In januari verschijnt het boek ‘Waarheen met Brussel ?’ En dit voorjaar start hij de stadsuniversiteit Brussels Academy waar jongeren vrij kunnen komen studeren. www.cosmopolis.be
DOOR LEEN CREVE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier