Een boek kan me sterker maken jongeren en hun leesleven
Ze noemen zichzelf AD’s. Adolescenten. Jongeren tussen 13 en 17 over literatuur en de betekenis ervan in hun leven. ?Lezen over de problemen van een ander helpt.?
Anna Luyten Foto’s Lieve Blancquaert
Zij kunnen mij niet vangen.? Hij twijfelt. Een jongen van zestien slaat zijn ogen neer. ?Ik ken het gedicht uit mijn hoofd.? De woorden blijven plakken in zijn mond.
Zij kunnen me niet vangen,
al is mijn lichaam hier,
mijn geest volgt zijn verlangen,
mijn lichaam slechts is hier.
En zelfs als ze dat nemen,
wat nood is er dan nog ?
Mijn geest zwerft vrijer henen
en vindt zijn woning toch.
?Die man wilde zich vrij voelen. Net als ik. Al sloten ze hem op in het gruwelijkste concentratiekamp, ze kregen hem niet klein.? De geciteerde versregels zijn van Jaap Sickenga. ?Het is een van de mooiste gedichten die ik ken?, zegt Kris Bylemans (16). ?Ik schrijf zelf ook poëzie. De laatste tijd zijn het nogal veel liefdesgedichten. Om aan mijn vriendin te geven. Een boek moet gevoelig zijn, het moet lang bijblijven. Roddy Doyle lees ik graag en thrillers zoals Seven. Het gaat voor mij over het kapotgaan van dingen die eigenlijk heel mooi waren. Relaties. Of Sleepers vond ik ook mooi. Het gaat over jongens die misbruikt zijn in een jeugdinstelling. Wat er met jongeren gebeurt, interesseert me.?
Als lezer moet je je eigen emoties terugvinden in een boek, vindt hij. Of net omgekeerd. ?Zelfvertrouwen vind ik een belangrijk gevoel in een boek. Omdat het mij soms aan zelfvertrouwen ontbreekt. Als iemand in een boek er vol van is, probeer ik dat over te nemen. Een boek kan me sterker maken. Ik lees ook klassieke werken : Shakespeare, de Romeinse schrijvers, de Ilias en de Odyssee. De taal is zo mooi versierd dat ik daar deugd van heb. De Ilias gaat ook een beetje over onze emoties, het gaat over wrok en heldendom. In de Ilias leer je hoe een mens een ander het leven zuur kan maken door stommiteiten te doen. Want door de wrok en de koppigheid van Achilles sterven er veel Grieken. Voor mij is dat een signaal : zo ver als Achilles laat ik het niet komen.?
?Ik lees graag sociale drama’s. Boeken moeten een goed verhaal vertellen over dingen die je zelf ook meemaakt. Een goed verhaal over verliefd zijn, over de liefde, over wat er gebeurt als het met die liefde gedaan is, en ook wel alles wat je meemaakt met vrienden en hoe je de dingen moet verwerken. Het is interessant om te zien hoe mensen in boeken hun problemen oplossen.? Hoe en wat zoekt hij over de liefde in boeken ? ?Vooral de poëtische en de romantische uitdrukkingen. Als ik brieven schrijf, probeer ik die gevoelige taal, dat tedere over te nemen omdat dat iets is wat het andere geslacht aanspreekt. Als je een meisje leert kennen en je weet hoe ze daar in boeken over praten, dan kan je haar met die woorden overhalen om een relatie te beginnen. Ik weet uit ervaring dat dat goed lukt. Neem nu Helena. Zij is de oorzaak geweest van de Trojaanse oorlog. Helena was de mooiste vrouw van Griekenland. Als ik het meisje waarop ik verliefd ben mooier noem dan Helena, dan raakt mij dat zelf ook wel. Het geeft zo’n romantisch gevoel.?
De adolescentie is de enige kans op een hergeboorte die je krijgt als mens?, zegt Marita de Sterck. Zij is docente literatuur en antropologie aan de Bibliotheekschool van Gent, en publiceerde vakliteratuur over jeugdliteratuur. ?Het is de enige periode waarin je de brokstukken uit het verleden kan herschikken en vandaaruit nieuwe stappen kan zetten. Een van de belangrijke functies die literatuur in deze periode heeft, is het aanbieden van structureringsmogelijkheden. Het is voor adolescenten belangrijk om een taal te vinden voor het beleven van hun emoties. Vooral muziek en poëzie spelen de rol van verdichting van wat er in hen omgaat. Ze luisteren heel nauwgezet naar popsongs en kennen de teksten uit hun hoofd. Het is een periode waarin ze tijdelijkpoëzie schrijven, waarin de droom een belangrijke rol speelt. Vaak lezen ze naar een dagdroom toe.?
Joris Ooms (17). ?Ik vind het zo spijtig dat bijna niemand Jaap Engelman kent. Dat is de beste dichter die ik ken. Ambrosia, wat vloeit mij aan ? Uw schedelveld is koeler maan en alle appels blozen… Onbereikbare liefde vind ik een mooi thema in de literatuur. Omdat ik dat vorig jaar zelf sterk heb beleefd. Ik ben heel verliefd geweest op iemand terwijl ik wist dat dat nooit iets zou worden. Ik lees het liefst fantasy-literatuur. Het is begonnen met de lectuur van Thea Beckman, later heb ik alles van Tolkien gelezen. Ik schrijf zelf ook gedichten, korte verhalen, en heb een fantasyboek klaar dat zich afspeelt op een andere planeet. Ik denk dat ik er een serie van ga maken.?
?Ik lees het liefst gewone boeken die redelijk aansluiten bij de werkelijkheid. Ik vind het boeiend om te weten hoe andere meisjes denken. Het mag ook over gevoelens gaan. Maar dan gewoon de middelmaat van de gevoelens, zoals de mijne.? Tabitha De Wilde is 15. Op haar bed op de zolderkamer heeft ze enkele boeken klaargelegd. De kunstrijder van Jan Terlouw, maar ook De Herberg met het hoefijzer van A. Den Doolaard. ?Dat moeten we lezen voor school. Ik vind het nogal saai. Maar de leraar zei dat het een klassieker is.? Ze neemt haar schoolagenda uit haar boekentas. Slaat een pagina open. Links staat : 8.30 oef. Fys., rechts staat : handtekening ouders. In het midden staat een gedicht.
Jij,
jij bent niet alles voor me
maar toch het meeste
jij bent soms gek
soms zacht, soms triest, soms lacht alles aan je
Jij bent niet alles voor me
maar toch het meeste
jij bent de liefste voor me
maar niet de eerste
(Karolien Van Synai)
?Dit vind ik mooi omdat… zo iemand als in het gedicht zou ik ook graag willen hebben.?
Als het over lezen en jongeren gaat, wordt er heel snel aan de alarmbel getrokken. Jongeren zouden schandalig weinig lezen. Uit een onderzoek van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen blijkt dat 23 procent van de Vlaamse jongeren (16-24 jaar) positief antwoordt als men vraagt of ze de laatste week een boek gelezen hebben. De Sterck : ?Jongeren lezen niet minder dan vroeger. Maar ze lezen niet alleen literatuur maar bijvoorbeeld ook computer- en songteksten. Ze hebben ontzettend veel mogelijkheden voor hun vrijetijdsbesteding, en het is een periode waarin sociale contacten een heel belangrijke rol gaan spelen in hun ontwikkeling.?
Volgens de VBVB is in de leeftijdsgroep 15 tot 25 jaar 62 procent een gebruiker van de openbare bibliotheek. Bij jongeren tussen 15 en 18 jaar komt de helft van de gelezen boeken uit de bib, 17 procent is gekocht en 18 procent staat in de boekenkast thuis.
Op de boekenmarkt doen kinder- en jeugdboeken het lang niet slecht. De Sterck : ?De netto-omzet van kinder- en jeugdboeken gerealiseerd door Vlaamse uitgevers tussen ’90 en ’96 stijgt jaarlijks met 28 procent. Er is heel wat promotie gevoerd door instituten als het Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur, kinder- en jeugdjury’s spelen een belangrijke rol, en binnen onderwijs en gezin wordt het belang van boeken nu stilaan onderkend.?
Een vakantiedag in een rijhuis. Op de keukentafel ligt een geldbeugel en een briefje van haar moeder : 100 GRAM PREPAREE. ?Soms is mijn echte leven zo helemaal anders dan het leven uit het boek waarin ik aan het lezen ben?, zegt Griet Woussen (15). ?Dan zit ik op school, maar eigenlijk ben ik er niet echt. De Vloed van Stefan Opdebeeck is zo’n boek dat veel indruk op me heeft gemaakt. Toen ik dat gelezen had, leek het alsof mijn leven niet meer klopte, ik was helemaal opgegaan in het boek.? In De Vloed bereidden jongeren zich voor op een kernoorlog. Zij willen terug naar de natuur. ?In het begin was ik er depressief van. De mensen hebben allerlei huidziektes. Het beste stuk van hun leven wordt verknald door de verloedering van het milieu. In het boek vormden de mensen een hechte groep. Ze konden elkaar alles zeggen, ook wat ze aan de anderen slecht vonden. Wij hebben dat met vrienden ook een keer geprobeerd. Er zijn er een paar beginnen wenen. Maar niemand veranderde.?
?Over mij hebben ze gezegd dat ik mijn gevoelens altijd wegstop. Ik denk dat ik daarom vooral geïnteresseerd ben in dramatische boeken. Mensen in boeken kunnen zo goed zeggen wat ze voelen. Het is alsof zij uiten wat ik voel. Vooral als het over verdriet gaat. Mijn oma is onlangs gestorven, op de begrafenis brandden de tranen in mijn ogen, maar ik kreeg ze er niet uitgeperst. Hetzelfde gebeurt als iemand mij kwetst. In een boek zit ik veiliger.?
?Ik schrijf vaak poëzie over. Dat kunnen ook liedteksten zijn. Ken je LIVE ? Lightening crashes, a new mother cries/her placenta falls to the floor/The angel opens her eyes/the confusion gets in/before the doctor can even close the door… Ik vind die tekst zo mooi. Soms schrijf ik fragmenten die me aangegrepen hebben over in mijn dagboek. Het is misschien een cliché, maar dat doet het meestal goed bij mij.?
Jongeren kiezen vooral een boek op basis van de inhoudsopgave?, zegt Rita Ghesquiere in haar onderzoek naar het leesgedrag van Vlaamse jongeren tussen 9 en 15 jaar. ?Ook veelbelovende titels nodigen hen uit tot lezen. Een op vijf jongeren neemt een boek ter hand omdat de leerkracht het aangeraden heeft. Lezers reageren echter negatiever wanneer lectuur verplicht wordt.?
Chris De Commer is de leerkracht in het technisch onderwijs wiens leerlingen vorig jaar de jury voor de jonge Gouden Uil uitmaakten. Voor velen geldt het technisch onderwijs als een probleemgebied als het op lezen aankomt. De Commer : ?Ik stel geen literatuurlijsten samen. Ik wil de keuzemogelijkheden met de leerlingen bediscussiëren. Wij proberen te vertrekken van de actualiteit. Mijn ervaring leert dat de interesse van de jongeren voor literatuur groeit naarmate het in de media komt. Neem nu de laatste cover van het weekblad Teek met Lanoye en Brusselmans. Over zulke dingen willen jongeren praten. Ze willen Brusselmans of Lanoye leren kennen.?
De Sterck : ?Leeslijsten zouden niet meer dan pakweg een vierde aan dode auteurs mogen bevatten. Men wil in het onderwijs blijkbaar een canon overbrengen. Ik vind het niet onbelangrijk dat men van boeken als Romeo en Julia geproefd heeft, maar een leeslijst zou wat dynamiek mogen uitstralen.?
Geert De Brabander, directeur van het Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur : ?We hebben net een onderzoek afgerond bij 2600 leerlingen uit de eerste graad van het secundair onderwijs. Daaruit blijkt dat de leerkracht zeker niet als eerste de keuze van boeken bepaalt. Toch is er een belangrijke taak voor leerkrachten weggelegd. Zet een enthousiaste leerkracht met liefde voor het vak voor de klas, en de leerlingen zijn vertrokken.? Jan Van Coillie, recensent jeugdboeken : ?Op middelbare scholen gaan sommige leeslijsten al meer dan tien jaar mee. Er zijn leerkrachten die hun lectuurlijsten van de universiteit gebruiken om hun leerlingen een canon mee te geven. De meesten hebben op de universiteit niet gehoord van adolescentenliteratuur.?
Charlotte : ? Met mij gaat alles goed van Jan Simoen gaat over iemand met aids.? Charlotte Debroux en Sarah Vranckx, twee vriendinnen van veertien.
Ze wacht. ?Heb je het al uitgelezen Sarah ??
Sarah houdt als op een afgesproken teken haar handen tegen haar oren.
Charlotte fluistert : ?Dat is zo mooi. Je leeft er helemaal mee mee. En het is zo erg !?
Nog stiller.
?Want op het einde gaat die dood.?
De handen mogen weer weg.
Sarah : ?Een van mijn lievelingsboeken is Blauw is bitter van Dirk Bracke. Dat gaat over een meisje uit Manila dat wordt verkracht. Toen ik dat las, werd ik er niet goed van. Ik beeld me alles veel te echt in. Ik moest doorlezen van mezelf. Op school zat ik de hele tijd aan dat boek te denken. Het is belangrijk dat boeken voor de jeugd over dingen als verkrachting, aids of echtscheiding gaan. Het zijn actuele problemen. Op school babbelen we met elkaar over zo’n boeken. Onlangs nog. We hadden het over een boek waarin iemand thuis wordt geslagen. Blauwe plekken heet het. Een van de meisjes van onze klas hield zich zo afzijdig. Ze liet merken dat zij geraakt was door wat we zegden. Haar vader sloeg haar ook.?
Charlotte : ?In sommige boeken gaan ze misschien wel wat ver. In Het uur nul van Dirk Bracke is er een meisje, een hele knappe. Ze is nog maar veertien en ze gaat gewoon met de jongens in de toiletten. Daar kussen ze en meer zelfs. Dat gebeurt bij ons op school toch niet. Veertien is wel wat jong, vijftien tot daar aan toe. De rest van dat boek is dan wel heel aangrijpend. Ze krijgt aids.?
?Ik heb bijvoorbeeld Kartonnen dozen gelezen van Tom Lanoye. Ik vond dat wel mooi geschreven, maar ik kon mij er moeilijk in verplaatsen, in dat homo-zijn. Dat is voor mij nog te moeilijk. Ik hou heel veel van romantische verhalen. Ik heb net Romeo en Julia gelezen. Ed Franck heeft dat voor de jeugd herschreven. In liefdesverhalen denk ik ook soms dat ik het ben die dat allemaal meemaak. Dan moet ik op dat moment wel zelf verliefd zijn, anders gaat het niet zo goed. Ook in het verhaal van Hasse Simonsdochter van Thea Beckman, over een meisje in een huurlingenleger, leefde ik me helemaal in. Zij is ongelooflijk feministisch, ze kan er bijvoorbeeld niet tegen dat mannen tegen haar preken. Ik ben ook zo.?
Koen Vanroye (16) : ?Wat mij erg aangegrepen heeft, is de Tillerman-reeks. Dat zijn boeken over kinderen wier moeder krankzinnig is geworden en die op zwerftocht gaan. Ik bewonder de moed van die personages om door te gaan. Dat heb je als jongere in je eigen leven ook nodig. Als je tegenslag hebt op school of zo. De meeste jeugdboeken gaan over de problemen van tegenwoordig. Als het niet overdreven is, leer je daar wel iets uit.?
Vele ouders raken ongerust over de thema’s in jeugdboeken : incest, aids, drugsverslaving. De Sterck : ?Als je veertien bent, kan je niet om die thema’s heen. Ik plaats altijd vraagtekens bij de manier waarop ouders zo bezorgd zijn als het over boeken gaat en de nonchalance waarmee ze hun kinderen naar televisiefilms laten kijken die misschien over dezelfde thema’s gaan.? Ze wijst op een kwaliteitsbewustzijn. ?Er is een grote kloof tussen de leeftijdsloze literatuur en de makkelijk af te bakenen ‘jeugdboeken’ die vooral willen voldoen aan het verwachtingspatroon van de lezers. Neem nu een boek over aids. Sommige jeugdboeken lijken geschreven voor en door iemand die een spreekbeurt wil houden over dat onderwerp. De problemen druipen soms van de cover af. Ik noem zoiets megafoonboeken. Dat is geen literatuur.?
Jiska Agten (17) heeft genoten van ? Ik en mijn broer van Katharina von Bredow. Over incest. Het gaat er niet om dat zoiets echt in mijn leven moet gebeuren. Ik heb ook een broer maar ik ben absoluut niet verliefd op hem. Als ik zo’n boek lees, gaat dat voor mij meer over een verliefdheid die de maatschappij niet begrijpt. Toen ik het boek las, werd ik kwaad vanbinnen. Ik dacht : nu is er eens iets moois, nu is er een liefde die enorm groot is, en dan wordt die kapotgemaakt door vooroordelen. Ik heb vaak het gevoel dat ik me moet verzetten tegen de heersende meningen in onze samenleving.
In een periode dat ik erg verliefd was, heb ik veel gehad aan een gedicht. Ik weet niet wie het geschreven heeft, maar ik ken het wel uit mijn hoofd. Het begint zo : ‘Want houden van is gauwer gezegd dan langer gedaan. ‘ Dat is toch treffend gezegd. Het is iets gewoons en toch iets ongewoons. Ik voelde mezelf uitgelegd in dat gedicht.
Ik lees graag over sterke vrouwen. De biografie van Camille Claudel heb ik verslonden. Ik ben met mijn moeder naar Parijs gegaan. We zijn de beelden van Rodin gaan bekijken. We hebben plaatsen bezocht waar Claudel geweest was. Ik had haar graag gekend omdat ze zo sterk is. Daar leer ik veel van.?
Marita De Sterck : ?Binnen de adolescentengroep lezen meisjes vaker fictie dan jongens. Dat heeft te maken met het belangrijke rolvoorbeeld van de moeder. Vaders lezen doorgaans veel minder literaire fictie. Als een minder frequent lezende vader een sterkere voorbeeldfunctie gaat vervullen voor de zoon, zit de kans erin dat die zoon ook naar andere vrijetijdsmogelijkheden zal grijpen. Komt daarbij dat meisjes vroeger dan jongens met introspectie bezig zijn. De vrouwelijke lezer zoekt vooral een taal voor de eigen beleving. Vandaar ook de populariteit van de romans die dicht bij het fysiek vrouwelijke aanleunen. Literatuur wordt dan voor meisjes een mogelijkheid om zich te spiegelen.?
Annemie Mertens (17) overloopt haar lijstje van net gelezen boeken. ? Donna Tartt : Een verborgen geschiedenis. Vond ik fantastisch. Milan Kundera : Lachwekkende liefdes. Was moeilijker om erbij te blijven. Kathryn Harrison : De verleiding. Zo spannend van gevoel. In Zonder grenzen van Kristien Hemmerechts heb ik echt mezelf gevonden. Mijn ouders zijn, net zoals de mensen in het boek, een paar jaar geleden gescheiden. Het gevoel dat je krijgt als er zomaar iemand vreemd in je gezin komt, een vriend of een vriendin van een van de ouders, vond ik voor het eerst beschreven toen ik een boek van Hemmerechts las. Vroeger vond ik het moeilijk om met anderen over mijn gevoelens betreffende die scheiding te spreken. Dat boek hielp me bij de verwerking ervan. Het gevoel van machteloosheid vond ik zo goed beschreven. Ik heb aan dat boek een goede vriend gehad.
Soms schrijf ik gedichten over in een brief. Laatst nog om tegen iemand te zeggen dat ik niet meer verliefd op hem was. Dan neem ik dat boek waarin Herman De Coninck allerlei gedichten verzameld heeft en zoek ik er een dat bij de situatie past. Ik probeer zelf ook gedichten te schrijven. Laatst heb ik nog met een gedicht de wedstrijd van Soetendaele gewonnen. Dan voel ik me echt iemand.?
Weer worden woorden wak
om ze om te plooien
ik vouw ze met mijn mond
tot zere, zondige zinnen
tot botte, bare bevestiging
tot gulzig graag gedicht
ik kouw ze met mijn kaken
en spuw mijn spinsels
zin na zin
Weer worden woorden wak
en ik herbegin
Christine Mertens (17) is de tweelingzus van Annemie. ?Ik praat met mijn zus vaak over de boeken die we lezen. De verborgen geschiedenis van Donna Tartt hebben we samen gelezen. Met vier zussen. We trokken het soms uit elkaars handen als iemand zijn beurt niet afwachtte. Jeugdboeken lees ik bijna nooit meer. Ik en mijn broer was het laatste. Dat ging van hand tot hand in onze klas. De boeken die we voor school moesten lezen, zijn saai. Vorig jaar toch. Het gevaar van Jos Vandeloo. Oeroeg van Hella Haase. Het mooiste dat ik onlangs las, is de poëzie van Herman De Coninck. Voor hij stierf, had ik al wel van hem gehoord in de les, maar ik kende zijn werk alleen oppervlakkig. Na zijn dood ben ik me gaan interesseren voor hem. Ik heb in mijn vaders boekenkast een bundel van hem gezocht. Ik heb nu bijna alles van hem gelezen.? Het mooiste gedicht van hem ? ?Dat wat op zijn doodsprentje stond.?
Het Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur (Minderbroedersstraat 22, 2000 Antwerpen, tel. (03) 234.16.67) bracht zopas een nieuwe B.A.R.S.T. uit, een boekenkrant voor jongeren. Van Marita De Sterck verscheen onlangs ?Lees je mee ? Een gids voor wie boeken en kinderen wil samenbrengen?, Lannoo, Tielt, 1997, 208 p., een wegwijzer in het grote aanbod tot 12 jaar. De bibliotheekschool Gent organiseert een bijscholing : ?Werken met boeken voor 12+?. Start op 12 januari. Info : tel. (09) 229.15.95. De Matilda Prijs is een schrijfwedstrijd voor en door jongeren (org. Uitgeverij Houtekiet Jeugd). Alleen romans komen in aanmerking. Auteurs mogen op 4 mei 1998, de uiterste inzenddatum, de leeftijd van 18 jaar niet overschreden hebben. Wedstrijdformulieren in de boekhandel of bij Houtekiet, Vrijheidsstraat 33, 2000 Antwerpen.
Kris (16) : Ik lees ook klassieke werken, zoals de Ilias en de Odyssee. De taal is zo mooi versierd dat ik daar deugd van heb.
Joris (17) : Onbereikbare liefde vind ik een mooi thema in de literatuur. Tabitha (15) : Het mag ook over gevoelens gaan. Maar dan gewoon de middelmaat van de gevoelens, zoals de mijne.
Griet (15) : Ik schrijf vaak poëzie over. Dat kunnen ook liedteksten zijn. Sarah en Charlotte : Het is belangrijk dat jeugdboeken ook over verkrachting, aids of echtscheiding gaan.
Koen (16) : Als het niet overdreven is, leer je wel iets uit een boek. Jiska (17) : Ik kan mezelf uitgelegd voelen in een gedicht.
Annemie en tweelingzus Christine (17) : We trekken een boek soms uit elkaars handen als iemand zijn beurt niet afwacht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier