Dries Van Noten. Ik zie mezelf als een kleermaker

Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Dries Van Noten houdt niet van het woord konsument. Van de term assistent evenmin. Bij het horen van het begrip kultuur, wil hij zijn oren wassen. Van Noten schuwt pretenties en zwaarwichtig gedoe. Zijn nuchtere zakelijkheid maakte hem tot een suksesvol modemaker. Modemaker ik spoel onmiddellijk mijn mond met zeep.

LENE KEMPS

In interviews noemt men hem steevast aristokratisch uitziend, clean en netjes, calm and cool. Het beste duo komt van de Independent : unassuming and introverted. Allemaal waar. Van Noten is beheerst en terughoudend. Hij lacht en is joviaal, maar blijft voorzichtig in wat hij zegt. “Dat leer je snel”, zegt hij. “Uitspraken worden al te vaak verkeerd geïnterpreteerd. Met negatieve gevolgen. ” Als hij weinig loslaat, is het door vroegere slechte ervaringen en door een natuurlijke afkeer van grote stellingnames. Hier praat een man die weet wat hij waard is, maar er duidelijk niet te veel woorden aan wil vuilmaken.

Van Noten is geen teoreticus of filozoof. Hij stelt zich vragen. “Dat moet, je kan niet anders. ” Maar zijn twijfels bereiken geen Yamamoto-proporties. “Natuurlijk twijfel ik. Maar als ik eraan zou twijfelen of mijn werk nog zin had en of mode eigenlijk wel moest bestaan, dan hield ik ermee op. Dit is mijn passie, mijn job en een groot deel van mijn leven. Als ik niet meer entoesiast kan zijn, hoeft het niet meer. ” Van Noten is geen flapuit of roddelaar. Hij is welopgevoed en wil vooral niets zeggen waar iemand aanstoot aan zou kunnen nemen. Geen namen noemen, geen cijfers geven. Voorzichtigheid is de moeder van het Belgisch textiel.

Hij is groot, zoveel is zeker. Hij wil geen cijfers noemen, maar The Independent heeft het over een omzet van 13 miljoen pond. Zijn kollekties liggen in vijftien winkels in België en 500 wereldwijd waarvan 160 in Japan. Zijn zachte visie van eenvoudige kleding wordt meer dan ooit als toonaangevend ervaren. De kamerjas, de lingeriejurk, het ekolo-silhouet, de Indische wikkelrok, de kombinatie van satijn met rozen : hij kan er zijn naam op zetten. Schijnbaar moeiteloos speelt hij het klaar een mannen- en vrouwenkollektie en schoenen te leveren. Hij geeft steeds weer de amusantste shows in Parijs, kompleet met groentesap en vers fruit, of met bier en frietjes. “Is dat bij jullie altijd zo ?, vragen de buitenlandse kollega’s dan. “Vaneigens”, zeggen wij. Van Noten wuift het allemaal zo’n beetje weg. “Natuurlijk ben ik er trots op. Maar ik wil hier niet op mijn borst kloppen. Ik doe dit niet alleen, ik ben erg goed omringd. En verder vind ik dat je je niet moet wentelen in sukses. Je moet gewoon hard blijven werken. “

Gefeliciteerd met uw mannendefilé in Firenze. De kollektie was mooi en de show biezonder geslaagd.

Van Noten : Bedankt. Subtiel was het natuurlijk niet hé. Het was echt een Belgische visie op een Italiaans gebeuren. Zoals een Italiaanse toerist in Antwerpen naar de Grote Markt trekt, heb ik voor de Piazzale Michelangelo gekozen, vol kraampjes en met toeristen door ons ingehuurd die rondliepen.

En met een super-Italiaanse geluidsband.

Van Noten : Daar is lang aan gewerkt. Elk stukje was zorgvuldig uitgekozen, ingekort, bewerkt en gemonteerd. Omdat ik het plezant vind om te doen, en ook omdat ik precies weet welke sfeer ik wil creëren. Ik toon mijn kollektie met heel weinig styling, sec, de kleren zoals ze zijn. Daarom kan ik het me permitteren ze extra te onderstrepen met muziek.

Elk Van Noten-defilé is een beetje een feest. Er is altijd een hapje en een drankje, de stemming is vrolijk.

Van Noten : Dat hoop ik. Ontspannen en vriendelijk is onze huisstijl. In de showroom gaat het er ook losjes aan toe. We proberen om op een aangename en menselijke manier met mode om te gaan, zowel wat defilés als verkoop betreft. Ik hou niet van opgeklopt en dweperig gedoe, van shows waar je moet vechten om binnen te komen. Dat is niets voor ons. De mensen die hier werken, hebben op het kreatieve team na geen mode gestudeerd. Ze zijn hier toevallig terecht gekomen en dat gaat goed. Moest ik modemensen hebben aangenomen dan zou de sfeer hier anders zijn vermoed ik.

Is mode uw leven ?

Van Noten : Ik ben erin opgegroeid, ik heb nooit anders gezien en nooit anders gewild. Het is een belangrijk en groot deel van mijn leven, maar er is meer.

Hebt u twijfels ?

Van Noten : Natuurlijk. Je moet nadenken voor je a of b kiest.

Hebt u een klankbord voor die twijfels ?

Van Noten : Ja, en dat moet geen gemakkelijke positie zijn. Nog terwijl ik een vraag formuleer, is het antwoord er al in mijn hoofd. Dus als het klankbord a zegt, dan heb ik al besloten om b te volgen. Dat moet frustrerend zijn.

Hoeveel mensen zijn er in uw omgeving wiens mening u respekteert ?

Van Noten : Ik zou kunnen zeggen : vijf, maar zo werkt het niet. Het is veeleer een voortdurende informatiestroom. Ik ben deze middag nog even langs de winkel geweest. Een dame paste een topje en zei : ik vind het heel mooi, maar ik kan er geen beha onder dragen. Dan denk ik : dat is een vergissing geweest, daar hadden bredere schouderbandjes aan gemoeten. Ik krijg informatie van het commerciële team, van de produktie, van de stoffenfabrikant… Van heel mijn omgeving. Met mijn assistenten maar dat vind ik zo’n vies woord Anneke en David is de samenwerking intenser. Met hen zijn het echt diskussies en besprekingen : kombineren we dit met een platte schoen of met een hakje, zetten we hier vier of vijf knopen aan ? Als we besluiten om het op vier te houden, is het best mogelijk dat ik er ’s avonds toch nog een vijfde bij zet. Dat is dan weer mijn voorrecht.

Die uitwisseling van ideeën is wat de job plezant maakt. Ik zie mezelf niet alleen achter mijn bureautje zitten schetsen maken.

Hebt u nog tijd om schetsen te maken, of bent u meer zakenman ?

Van Noten : Ontwerpen is slechts een fraktie van mijn werk. Dat doe ik meestal ’s avonds of tijdens het weekend. Veel vaker heb ik de indruk een bedrijf te runnen, de produktie te volgen, dagelijkse problemen op te lossen. Maar dat is niet erg. Het hoort er allemaal bij en er is afwisseling genoeg. Ik hou van alle aspekten van de job.

Zelfs van interviews geven ?

Van Noten : (lacht) Soms is dat plezant, soms niet.

U bent erg voorzichtig in wat u zegt.

Van Noten : Dat leer je snel. Mijn woorden werden te vaak verkeerd geïnterpreteerd. Een imago is fragiel, je moet voorzichtig zijn. Stel dat je een uitspraak over een kollega doet en in het artikel ligt de nadruk anders. Hup : daar heb je de poppen aan het dansen. Dat doe ik dus nooit meer : namen van kollega’s vernoemen.

Aanvaardt u kritiek van de pers ?

Van Noten : Als het opbouwende kritiek is, heb ik daar geen problemen mee. Maar soms zijn het gewoon gratuite opmerkingen. Libération vond het bietensap niet lekker en maakte bijgevolg het defilé af. De Figaro kloeg dat ze ’s avonds laat door de regen nog naar een sporthal in een buitenwijk van Parijs moest onze zaal was enkele weken voor het defilé afgezegd en we hadden in allerijl een andere lokatie moeten zoeken en dat ze daarna nog naar een defilé van Comme des Garçons moest, terwijl de Seine overstroomd was. Geen woord over de kleren ! Dan vraag ik me toch af waarom ik nog uitnodigingen stuur.

Op de zomer ’95 dameskollektie kwam nogal wat kritiek : te burgerlijk, retro.

Van Noten : De reakties hadden veel te maken met de manier waarop we de kollektie hebben geprezenteerd. Alle modellen wandelden op hoge hakken en hadden een chignon. Dat gaf een couture-beeld. Met platte schoenen en een natuurlijk kapsel had de kollektie er helemaal anders uitgezien. Ik sta nog steeds achter dat defilé. Ik vond het nodig stelling te nemen : gedaan met de slordigheid, leve de elegantie. Dat had ik met de mannenkollektie ook gedaan.

Hoe heeft die kollektie gelopen ?

Van Noten : Die heeft zeer goed verkocht.

De pers is niet onvriendelijk voor u geweest. Men heeft u vaak lof toegezwaaid.

Van Noten : Dat apprecieer ik, maar het is gevaarlijk erin te geloven. Als ik momenteel ergens genoeg van heb dan is het van de sfeer die er rond defilés wordt gecreëerd, van de hype rond bepaalde merken. Elk seizoen is er wel een lieveling, er wordt altijd iemand naar boven geschreven. Nee, ik noem geen namen. En ja, toen ik mijn bloemenkollektie uitbracht, ben ik ook dé man van het moment geweest. En ja, ik stond met stip ! (lacht) in de top 50 van Journal du Textile. Maar wat stelt het voor ? Met hetzelfde gemak schrijven ze je even later de grond in.

Zit er in die hype niet een vorm van kompliment ? Hype-kollekties zitten op dat moment gewoon juist. Ze zijn de lieveling van de pers omdat ze het verhaal vertellen dat we willen horen. Dat mag u gemakzuchtig vinden van onze kant, maar het doet geen afbreuk aan het feit dat er in hun kollektie iets waardevols zit.

Van Noten : Je kan het op die manier bekijken, maar ik wil er liever afstand van nemen. Weet je, eigenlijk wil ik liever geen mode-ontwerper meer zijn. Ik zie mezelf als een kleermaker, en alle stukken samen vormen misschien een mode. Mensen zijn niet langer geïnteresseerd in diktaten. Het is verkeerd te doen alsof de laatste trend nog steeds erg belangrijk is. En dat is wat er bij een hype gebeurt, dat is wat me stoort. We hebben die verhaaltjes niet meer nodig.

Bent u zeker dat vrouwen niet meer in diktaten geïnteresseerd zijn ?

Van Noten : Het is opvallend dat tijdschriften vroeger de kollekties toonden zoals ze waren, met komplete Dior- of Saint-Laurent-silhouetten. Nu brengen bladen hun eigen tema’s en mixen ze verschillende ontwerpers. De tijdschriften houden het diktaat in stand, niet de ontwerpers.

Dus u vindt dat we kunstmatig naar tema’s zoeken. Zouden we ontwerpers-silhouetten moeten tonen ? Een pagina Gaultier naast een pagina Walter enzovoort.

Van Noten : Ik weet het niet. Ik vraag me alleen af in hoeverre de konsument nog zo’n akelig woord een boodschap heeft aan al die reportages. Vroeger zat er één lijn in alle kollekties, één beeld overheerste. Nu volgt elke ontwerper een eigen lijn. In de winkel vind je alle kleuren, lengtes en proporties. De tijd dat de konsument zei : “Mooie benen of niet, ik trek die hotpants aan”, is voorbij. Mensen willen dat niet meer. Ze hebben geen nood aan diktaten en tema’s.

In winkels hoor ik dat klanten meer dan ooit nood hebben aan advies. In de veelheid van beelden lopen ze verloren.

Van Noten : Mijn ervaring is anders. Ik zie vrouwen die hun eigen stijl kennen, die volwassen omgaan met kleding, die weten wat ze willen. Het is mijn taak niet die vrouwen iets te dikteren of zelfs maar te zeggen hoe ze hun kleren moeten kombineren. Ik moet gewoon mogelijkheden leveren, opties voorstellen.

Ik onderschat de groep volwassen konsumenten niet. Maar het is een moeilijke periode. Het modebeeld verandert heel snel. En ik vraag me af of er gewoon niet te veel keuze is.

Van Noten : Er is een overaanbod, dat is zeker. Maar er zijn ook meerdere types van klanten en ze willen verschillende dingen. De een wil een sjieke tailleur met een laktas en de ander een slobbertrui en een jeans. Beiden zijn goed gekleed. Dat vind ik belangrijk. Modieus zijn, betekende vroeger één welbepaald beeld volgen. Nu ontwikkel je je eigen stijl. Als je persoonlijkheid uitstraalt, is het okee. Dat is een positieve evolutie.

Voor de winkels moet dit een moeilijke periode zijn. Met al die beelden en mogelijkheden, hebben ze meer dan ooit een raadgevende funktie gekregen. Net omdat de tijden zo moeilijk zijn, is het niet gepast dat er steeds weer hypes worden gecreëerd.

Hoezo ?

Van Noten : Hype geeft aanleiding tot misverstanden. De meeste ontwerpers maken twee kollekties : een voor de pers en een voor de winkels. De krisis is er, daar ontsnapt niemand aan : inkopers zijn veeleisender, prijzen liggen moeilijk. En dan zie je op de catwalk die extravagante dingen die nooit de winkel bereiken. Het klopt niet.

Daar hebben wij het ook moeilijk mee. Wij schrijven negatief over een bepaald defilé. Dan blijkt dat er in de showroom totaal andere kleren hangen en dat de kollektie de winkel uitvliegt.

Van Noten : Ik zeg ook niet dat het allemaal de schuld van de pers is, maar om die hype te creëren moet je iets nep zoeken. Om de aandacht van de pers te trekken, moet je lawaai maken. En als puntje bij paaltje komt, ziet de lijn er helemaal anders uit. Dat vind ik jammer.

Ziet u een alternatief ?

Van Noten : Ik probeer gewoon om er niet aan mee te doen. Ik doe wat ik wil. Ik probeer eerlijk te zijn. Met mezelf en tegenover dat lelijke woord, de konsument. (lacht)

Terug naar de bloemen. Waar kwamen ze vandaan ?

Van Noten : Ik had zin in een motief. Het moest fris, fleurig en plezant zijn. Eerlijk, maar niet naïef. Als vanzelf kwam ik bij die rozen terecht.

Had u verwacht dat ze zo populair zouden worden ?

Van Noten : Zeker niet. Al die rozen op satijn, waw. Ik ging op mijn gevoel af.

Hoe reageert u op kopies ?

Van Noten : Ik vind kopies zeer vervelend. Soms doen ze pijn. Meestal kan je er weinig tegen beginnen. We kopen al die dingen, we hebben een hele verzameling. Als het echt te grof wordt, schakelen we een advokaat in. In Italië hebben we een stuk gevonden dat qua bedrukking en coupe exact gekopieerd was. Maar dan ook exact. Ik zie het genoeg in de winkel : iemand koopt een dozijn kledingstukken, in om het even welke maat. Dan weet ik meteen met welke bedoeling. Maar wat doe je ertegen ?

Een van de ketens heeft ooit reklame gemaakt met een trui gekopieerd van een defilé-foto. Die trui zag ik reuzegroot op affiches in de stad, 899 frank, nog voor ze bij ons in de winkel lag. Bij ons kostte ze trouwens 9000 frank.

En dan denken de mensen…

Van Noten : Amaai die Van Noten moet ze nogal verdienen. (lacht)

Verder geen kwaad woord over de ketens. Klanten kombineren Van Noten met goedkopere stukken, waarom zouden ze dat niet doen. Ik heb daar geen problemen mee, zo lang ze mij maar niet kopiëren. En dan gaat het niet over het financiële aspekt, het is gewoon niet eerlijk.

Is geld belangrijk ?

Van Noten : Ja. Maar het is niet hét belangrijkste. Ik heb geluk, ik moet niet langer elke frank omdraaien. Het is ooit anders geweest. Dag en nacht ploeteren en geen cent hebben, ik heb het meegemaakt. Wroeten is een stuk aangenamer nu er geld is, maar ik besef hoe relatief het is. Als ik echt rijk zou willen zijn, dan had ik geen eigen kollektie. Dan tekende ik voor Italiaanse huizen. Geen risiko en kassa.

Hebt u uzelf financieel beveiligd ? Denkt u soms van : morgen kan het afgelopen zijn ?

Van Noten : Mode is een gevaarlijke business. Morgen kan het inderdaad afgelopen zijn, maar daar lig ik niet wakker van, zo is het nu eenmaal. De kleren die in juni, juli en augustus nog veel geld waard zijn, daar wil geen klant in september nog van weten. Wij leven dagelijks met die devaluatie.

U moet veel aanbiedingen voor licenties krijgen. Er zou veel geld te verdienen zijn met een parfum met rozengeur.

Van Noten : Licenties zijn gevaarlijk. De voorstellen zijn er en ze worden ernstig overwogen, maar ik heb er nog geen aangenomen. Als je daarmee begint, moet je reklame maken want licenties drijven op naambekendheid. Terwijl ik nooit reklame heb willen maken. Dan moet je een mannequin uitkiezen en word je meteen op één vrouwentype vastgepind. Daar hou ik niet van. Dat is net wat ik in defilés probeer te vermijden.

U zou uw eigen gezicht op de campagne kunnen zetten.

Van Noten : Geen denken aan. Ik kan nu overal ongestoord rondwandelen en dat moet zo blijven.

Uw firma is erg gegroeid op korte tijd. Hoe groot is Dries Van Noten ?

Van Noten : Ik noem geen cijfers, die worden altijd verkeerd geïnterpreteerd. We zijn gegroeid. In de periode dat de mannendefilés begonnen ’91, ’91 , zijn we enkele keren verdubbeld van omzet. Maar het is een gekontroleerde groei. We weten dat we moeten afremmen, dit huis kan verdere uitbreiding gewoon niet aan. Heb je de gang gezien ? Nu is het rustig, maar soms moeten we over de dozen naar binnen klimmen. We hebben nu al plaatsgebrek, we moeten rustig uitkijken naar een ander pand.

Had u geen station gekocht ?

Van Noten : Dat staat wel in de gazet, maar er is niet veel van waar.

Vindt u het jammer dat u de mannen- en vrouwenkollektie apart moet tonen ? Helmut Lang weigert het.

Van Noten : Ik zie liever mannen en vrouwen samen defileren, dat oogt logisch en natuurlijk. Maar je wordt gedwongen ze uit elkaar te halen, zo is het systeem. De aankopers van mannen- en vrouwenkollekties zijn niet dezelfde mensen, je mist dus altijd een groep. Het is trouwens gekkenwerk om beide kollekties op hetzelfde moment af te hebben.

Vindt u soms dat u te veel toegevingen moet doen ? Zou u liever geen defilé geven en net als Alaïa zeggen : u hoort wel van mij als de kollektie af is ?

Van Noten : Ik heb verkozen het spel van de mode mee te spelen en ervaar dat niet als een toegeving. Een defilé is voor mij geen gemakkelijkheidsoplossing. Ik probeer om binnen het systeem mezelf te blijven en denk dat dit ook duidelijk is als je mijn shows meemaakt.

Natuurlijk heb ik mijn twijfels. Is een defilé de juiste metode om een kollektie in beeld te brengen ? En ondanks alles is het antwoord positief. Hoe belachelijk het ook is, want met verkoop heeft het nog weinig te maken, die is op dat moment af afgesloten. Een defilé is je visuele visitekaart, je uithangbord.

Is samen met de firma ook de druk groter geworden ?

Van Noten : Ik doe dit voor mijn plezier en zo heb ik de zaak ook opgebouwd. Ik heb weinig druk en verplichtingen van bovenuit. Ik heb geen financier achter me, geen groot huis om af te betalen, geen tien vertegenwoordigers. Als ik zin heb om iets te veranderen, kan dat zonder veel kleerscheuren. Ik ben er trots op dat we een zekere mate van vrijheid hebben weten te bewaren. De dag dat ik die druk echt voel, zal het kreatieve werk daar zeker onder lijden.

Er wordt wat afgetrouwd in Dries Van Noten.

Van Noten : Dat weet ik. Dat vind ik plezant. Kleding moet een emotionele kracht hebben, moet iets losmaken in mensen, dat heb ik altijd gevonden. Bij trouwers is dat erg duidelijk. Het zijn altijd fijne klanten die zich echt goed voelen in de kleren die ze kopen. We steken nooit bewust trouw-ensembles in de kollektie, al zullen we wel een keer zeggen : met die sjaal kunnen we een bruid echt mooi maken.

Er wordt de laatste seizoenen sterk geprobeerd om de etiquette terug te brengen. Men wil mensen ertoe aanzetten zich mooi te maken voor het restaurant, zich op te kleden voor de opera. Denkt u dat het nog kan ?

Van Noten : Persoonlijk hou ik daar wel van, omdat het te maken heeft met die emotionele kracht van kleding. Ik vind dat je het spel mag meespelen. Als je naar de opera gaat, is het fijn jezelf mooi te kleden. Maar ik zou het verkeerd vinden als ze er een etiquette-regel van maakten en iemand in jeans en baskets de toegang zouden verbieden.

Ergens is het een verarming dat we die regels en rituelen verliezen. Ik ben van nature nostalgisch ik zit hier tenslotte tussen de oude meubels en erg gevoelig voor bepaalde tradities en oude waarden. Voor volgende zomer heb ik een prachtige stof gevonden, een lichtgewicht wol-kasjmier-mengeling. Die stof vind ik zo mooi, daar kan ik echt gelukkig van worden. Voor mij zit daar een hele rijkdom achter. Die stof heeft een geschiedenis, een waarde. Het is niet omdat ze gegroeid is uit het verleden dat we ze moeten weggooien. Dat is mijn mening en die geef ik door via de kollektie. Voor de rest wil ik er niemand mee lastig vallen. Ik hoef niemand te bekeren.

Wordt u niet moe van al die T-shirts en caleçons op straat ?

Van Noten : Ach. Op elke beweging komt wel weer een reaktie. Binnenkort zeggen de kinderen van die mensen in caleçons : ik wil een gestreken broek. Iedereen kleedt zich zoals hij of zij wil. Het is mijn taak is om mogelijkheden te leveren. Ik kan om weer een lelijk woord te gebruiken een stukje kultuur geven. Ik kan zeggen : kijk deze kledingstukken bestaan, dit zijn de redenen, dat is de historiek. Niet iedereen staat open voor die boodschap en dat verwacht ik ook niet.

U hebt wel echt een lijstje met vieze woorden.

Van Noten : (lacht) Konsument, assistent, kultuur… Ik zeg altijd dat ik ooit mooiere vervangwoorden ga verzinnen, maar daar ben ik voorlopig nog niet aan toegekomen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content