De wereld als poppenkast

Antoine Moreno Freelancejournalist

In de Fondation Cartier in Parijs loopt momenteel een heel leuke tentoonstelling: “l monde réel”, een uiteenlopende verzameling werkstukken en voorwerpen die flirt met de fantasiewereld van het kind.

In een tijd dat het woordje virtueel op ieders lippen ligt, lijkt “l monde réel” als titel voor een tentoonstelling die zowel over het jaar 2000, als over de toekomst, als over de verbeelding gaat, op z’n minst ironisch. Alsof het tijd werd de spot te drijven met al die profeten die het totalitaire regime van de digitale beeldvorming aankondigen.

De tentoonstelling “l monde réel”, die loopt tot 14 november in de glazen kubus van de Fondation Cartier in Parijs, is dus niet de zoveelste variatie op de almacht van de computer in het derde millennium. Toch gaat het hier heel zeker over tijd, maar op een ludieke en poëtische, zelfs kinderlijke manier. Het meesterstuk van “l monde réel” is een unieke verzameling miniatuurrobots uitgeleend door Rolf Fehlbaum, de grote baas van het Duitse toonaangevende meubelbedrijf Vitra. Een honderdtal speeltjes waarvan het grootste deel werd gemaakt in Japan in de jaren ’50.

De opstelling van deze kleine androïden in licht metaal en plastic, werd toevertrouwd aan Diller en Scofido. Het New Yorkse duo bevestigde de robots op rollende tapijten langsheen een reusachtig plateau op twee niveaus. Daarlangs werden bewakingscamera’s opgesteld die het mechanische ballet van die rare wezentjes die elkaar tegenkomen maar nooit aankijken, voortdurend registreren. Een soort schaalmodel van een fabriek, die met de allures van kinderspeelgoed, heel hypnotisch werkt.

Een gelijkaardig effect veroorzaakt ook het werk van Chris Burden. “Medusa’s Head” is een soort van asteroïde die niet minder dan vier ton weegt en aan de zoldering werd opgehangen met een even indrukwekkende ketting. Net een cementen meteoriet die lijkt op te stijgen. Zijn vorm doet aan de Aarde denken en werd door de kunstenaar in alle richtingen bedekt met miniatuursporen en miniatuurtreintjes. Een beproeving voor de wetten van de zwaartekracht, verborgen onder een schijnbaar onschuldige kindercollage.

Wat de aanpak van de organisatoren van deze ongewone tentoonstelling lovenswaardig maakt, is dat ze een wisselwerking schiepen tussen twee leeftijden, die van de onschuld en die van de kennis, en dat met middelen die alle soorten publiek kunnen bekoren. Om nog eens terug te komen op Chris Burden: hij reproduceerde op schaal de belangrijkste planeten van het zonnestelsel en hield daarbij rekening met de exacte afstanden waarop ze van elkaar verwijderd zijn. De zon bevindt zich op de gelijkvloerse verdieping van de Fondation Cartier, onder de vorm van een gele plastic bol. De bezoeker moet zelf her en der op zoek naar de andere planeten, bijvoorbeeld naast de Libanese ceder die zich bij de inkom bevindt of in een bistro op de boulevard Raspail, wat het geval is met Pluto.

Wie niet zo van zoekspelletjes houdt, vindt op de ondergrondse verdieping van de Fondation andere droommachines. Bijvoorbeeld een ongelofelijke, veelkleurige maquette van “Kinshasa au IIIe Millénaire”, een utopische uitbeelding van de Afrikaanse metropool (doet wat denken aan de futuristische megalopolen van striptekenaar Edgar P. Jacobs). Bodys Isek Kingelez maakte scholen, parlementen en stadions van recuperatiekarton, sigarettenpakjes en drankblikjes. Zijn ‘gebouwen’ zijn als het ware gesponsord door de verpakkingen van consumptieproducten. Maar staan in New York of Tokio ook geen gebouwen waarvan de voorgevels reuzengrote reclamepanelen zijn?

Van de tekenaar Moebius zijn er schitterende tekeningen met labyrintische motieven, nooit eerder gezien. Maar verrassend zijn ze niet echt, het is een droomwereldje dat we intussen al kennen.

In het midden van de zaal zette de Antwerpse kunstenaar Panamarenko een aangeklede pop (overall die aan de vliegeniers uit het begin van deze eeuw doet denken, wollen muts en lange, lederen jas) met op de schouders het prototype van een vliegmachine dat niet moet onderdoen voor de pioniers van het vliegwezen.

Als we dromen, dan kijken we ongewild naar de sterren of de maan. En van de droom van Icarus naar de verovering van de ruimte is voor de mens maar een kleine stap. De Russische kosmonaut Sergei Krikalev, die verscheidene keren met een Mir-toestel de ruimte inging, krijgt ook een eerbetoon op de tentoonstelling. Er is een videofilm van 90 minuten over zijn eenmansvlucht die tien maanden duurde en zijn ruimtepak staat uitgestald onder glas, naast het originele scenario van de film “2001 Space Odyssee”.

Bent u geïnteresseerd in een bezoek aan deze tentoonstelling, kijk dan op pagina 93.

“1 monde réel” loopt tot 14 november in de Fondation Cartier pour l’art contemporain, 261 boulevard Raspail, 75014 Paris (metro Raspail). Tel. (00-33) 1-42.18.56.50. Open van 12 tot 20 u. alle dagen behalve ’s maandags.

Antoine Moreno

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content