Op het Salone del Mobile, ’s werelds belangrijkste meubelbeurs, lag de nadruk dit jaar op comfortabele luxe. En de yups van 2000 willen een grasveld in hun loft.

Het jaar 2000 staat eraan te komen, en dus kruipt de toekomst angstwekkend dichterbij. Of zeg maar: verder weg. Want morgen hebben we gisteren al gehad. Wat ooit sciencefiction heette, draagt nu de naam nostalgie. Neem Star Wars, de filmserie waarvan net een nieuwe, veelbesproken episode in roulatie is gebracht. Toen de eerste titel in de reeks, medio de jaren ’70 uitkwam, leken Luke Skywalker, Han Solo en Prinses Leila nog de perfecte gezanten van een verafgelegen toekomst. Terwijl we hen nu bijna lachwekkend voorbijgestreefd vinden: zo belegen oogt hun toekomstvisie. Wat overigens ook geldt voor het meubilair van dat tijdperk.

Van het derde millennium zoals dat ons vroeger werd voorgesteld – in de jaren ’70, maar ook vroeger en later – is uiteindelijk bitter weinig overgebleven. Wie het aandurft, kan binnenkort misschien op ruimtereis, maar van huishoudrobotten, elk zijn helikopter of wooncapsules blijft voorlopig elk spoor bijster. We leven in essentie nog zoals ’30 jaar geleden. Onze meubels zijn niet fundamenteel anders dan die van onze ouders of grootouders. Zij zaten rechtop in hun zetels, terwijl wij eerder hangen. Maar de zetels? Die zijn min of meer identiek.

Zijn we dan niet modern genoeg? Soms lijkt het in elk geval alsof we liever terugkijken dan vooruitblikken. Kijk maar naar de Volkswagen Beetle, of naar ABBA, de Zweedse groep die erin geslaagd is haar succes ad eternam te recycleren. Met nostalgie sla je de bal nooit mis.

“We zullen in 2000 niet anders zijn dan in 1999”, zegt Rolf Fehlbaum, de vaak als visionair beschreven directeur van stoelenfabrikant Vitra. “Ik lig niet wakker van het nieuwe millennium. Anderzijds mag je de invloed van computers en internet niet onderschatten. De technologie heeft ertoe geleid dat we gemakkelijker thuis kunnen werken, en dat heeft natuurlijk gevolgen voor de manier waarop we leven.” De kloof tussen werken en wonen wordt stilaan gedicht. Een efficiënt bureau is tegenwoordig net zo belangrijk als een keuken waar we ons goed bij voelen. “Home is where your modem is”, vindt de Italiaanse ontwerper Silvio Caputo. Geen wonder dat zoveel grote merken, Molteni op kop, uitpakken met ingenieuze bergingssystemen: wie thuis werkt, heeft meer rommel. En rommel hoort nog steeds niet.

Ook op het Salone del Mobile werd dit jaar, tot op zekere hoogte, meer teruggekeken dan vooruitgeblikt. Het belangrijkste designevenement ter wereld is één immense receptie, maar wordt daarnaast ook verondersteld de belangrijkste interieurtrends aan te geven, en dan vooral op het gebied van kleur, materiaalgebruik en vormentaal. Maar dit jaar betrof een aantal van de belangrijkste productlanceringen in Milaan heruitgaves van klassieke modellen: een legendarische stoel van Charles Eames bij Vitra, een reeks legendarische lampen van verschillende Italiaanse ontwerpers bij Artemide, een legendarische fauteuil van Le Corbusier bij Cassina. In het oog springende bijdrages van levende designers bleven relatief beperkt: een stel enorme lampen van Ingo Maurer (oorspronkelijk ontworpen voor de nieuwe metro van München), een beanbag van Ron Arad en Inflate (naar eigen believen met een stofzuiger vorm te geven), en de Baba’ van Denis Santachiara, voor het merk e’DePadova (een poef die door middel van een ingenieus pompsysteem 12 cm kan worden uitgerokken).

Bijstellen en verfijnen leek op het Salone belangrijker dan echt keet schoppen. Decorum primeerde bijna overal op concept, wat overigens niet noodzakelijk een slechte zaak is: hoeft interieur iets anders te zijn dan oppervlakkig?

Hoe leven we in 2000? Niet gedecideerd futuristisch, zoveel is zeker. We willen geen grappig meubilair meer, geen gadgets in felle kleuren. Plastic heeft afgedaan, pop is over. We willen luxe, onmetelijke luxe. Wallpaper, het Britse blad dat de Zweedse architect Thomas Sandell een heuse bungalow liet bouwen in een voormalige garage, leerde ons dat de juiste sofa belangrijker is dan een auto met heel veel paardenkracht, en dat de juiste douchekop je leven verbetert. Erg yup natuurlijk, maar er valt wel iets voor te zeggen. Tegelijk is dat luxe-appeal niet zonder gevaren. Want je kan je afvragen waar de goede smaak eindigt en de slechte smaak begint.

Het was in Milaan een hele opluchting dat er niet of nauwelijks werd geruzied tussen de aanhangers van een rigoureus minimalisme en de verdedigers van opulente barok. We hoeven niet langer te kiezen tussen enerzijds de dictatuur van het niets, en hoofdpijn anderzijds. We opteren voor een synthese van beide stijlen. Anders gezegd: voor de moeilijke combinatie van alles en niets.

De nieuwe interieurs zijn uitgepuurd, maar comfortabel. Fauteuils, meestal met smalle metalen poten, zijn diep en breed, en als het even kan overtrokken met kasjmier. Poefs en salontafels worden samengesmolten en krijgen een herziene functie als enorme, meestal vierkante verlengstukken bij de fauteuils, zoals bij B&B Italia, Cassina, MDF, Seven, Minotti of nog Zanotta, met de reeks Greg, ontworpen door Emaf Progetti. Ook log, maar wel anders, is Maarten Van Severens sensationele Blue Bench, voor Edra, het Italiaanse merk dat nergens voor terugdeinst: nog altijd een succesnummer op het Salone was de Hi Square, een bijna fluorescente oranje zetel waarvan de kussens van doorzichtig plastic met hooi zijn gevuld, een ontwerp van Massimo Morozi van vier jaar geleden.

Veel lichtvoetiger, en duidelijk door de stijl van de jaren ’50 geïnspireerd, is een turkooisblauwe divan van Ferruccio Laviani voor Moroso: een licht, pretentieloos meubel voor de Ton en Tinnekes van de nineties.

Veel merken combineren hout met metaal, traditie met nu. En dat zowel in salons (bij Saporiti Italia) als slaapkamers ( Jorge Pensi voor Cassina) als keukens ( Antonio Citterio voor ArcLinea en Boffi).

Opvallend zijn de invloeden van de mode: 2000 ziet ook voor de meubelindustrie chic grijs (vooral dan de zetels) en wit, met bijzondere vermelding voor de witte nesttafeltjes van Piero Lissoni bij Cassina, de eerste, geheel uit wit Corian en aluminium opgetrokken keuken in de collectie van MDF Italia, en de witte driepotige tafel van Marc Newson bij B&B Italia, die overigens werd opgenomen in de designcollectie van het Centre Georges Pompidou in Parijs.

Hier en daar bespeuren we een voorzichtige tint groen, in gras- of gifvariant. Maar met bloemen bedrukte stoffen, à la Gucci, zien we in feite alleen bij durfal Cappellini, en dan nog alleen als kussenovertrek. Er zijn daarentegen wel veel referenties aan de lentecampagne van Miu Miu, het jongere merk van Prada. De tropische kamerplant is duidelijk aan een comeback toe, zij het dan vooral als decoratief element, een dorststiller tot de natuur weer helemaal in is.

We zijn nog altijd in de ban van het oosten, en kunnen dus gerust citeren uit het verzameld werk van de populaire Franse zangeres Zazie: “Zen, soyons zen.” Zoals de felgeprezen Britse designer Ou Baholyodin, die in een voormalige fabriek in een stille straat van Milaan zijn laagbijdegronds zitconcept presenteerde, met veel kussens, wat lage tafeltjes, plus een handvol poefs. Stop er wat bamboestokken en orchideeën tussen, en je komt uit bij een bijzonder verleidelijke combinatie van minimalisme en hippie-chic, van vandaag en gisteren tegelijk.

Een verwante sfeer was er bij Boffi, dat zijn aan badkamers gewijde showroom in via Solferino had versierd met een woud van exotische planten en bloemen. De sfeer was gedecideerd Aziatisch, met luide Indische muziek en een zware, bedwelmende geur. We gingen door de knieën voor de ingehouden bassins in hout en lecce-steen van Claudio Silvestrin, die naam heeft gemaakt met zijn winkels voor Calvin Klein en Giorgio Armani. Minder exclusieve chic was, gelukkig maar, ook verkrijgbaar. En wel in de vorm van mooi verpakte douchegels en shampoos.

In 2000 willen we luxe. En in 2001, knutselwerk. “De toekomst schuilt in fusie, in links, in overlappingen”, weet trendwatcher Lidewij Edelkoort, die sinds kort het voorzitterschap van de Design Academy van Eindhoven waarneemt. Edelkoort predikte tijdens een geheel in het wit uitgevoerde lunch de comeback van arts & crafts, een fenomeen dat ook de textielindustrie in zijn ban heeft. “Straks beheersen tien grote merken de wereldeconomie”, zegt Edelkoort. “En dan krijgen we een tweede, parallelle economie, die kleiner is en lokaler. In Eindhoven willen we de studenten onder meer leren hoe ze zelf een kleine zaak kunnen opzetten.” Small wordt dus weer beautiful, en het platteland opnieuw een referentie.

Maar het duurt wel nog even voor de trend helemaal doorbreekt. Hoewel het Nederlandse collectief Droog Design nu al kwam aanzetten met creaties als de Tree Trunk Bench (een boomstam met vergulde rugleuning), een zonnebloem in container, en een met klimop versierde schommel. De projecten dienen voor Oranienbaum, een door een Nederlandse prinses gebouwd 17de-eeuws kasteel, heden vervallen, in voormalig Oost-Duitsland. Met de opbrengst van de ambachtelijke voorwerpen van Droog moet de renovatie van het kasteel worden gefinancierd. “Droog Design voor Oranienbaum contrasteert sterk met de andere presentaties op het Salone. Geen prestigieus meubilair, maar een wijd aanbod van bescheiden producten. Voor ons leek het een perfecte aanleiding om design voor de regio te belichten in een tijdperk van internationalisering, en dus dreigende uniformiteit.” Act Local, Think Global, vinden ze bij Droog Design.

Milaan werd dit jaar zowat platgelopen door bendes rebellerende, theoretiserende, oh zo ernstige Nederlanders. Maar de interessantste voorstellen kwamen van een stel jonge Fransen. Paris is burning, heet het bij de zuiderburen, die op het gebied van mode, hedendaagse kunst en muziek de toon aangeven. Daar kunnen we nu ook design bij rekenen.

Het collectief Glassex presenteerde onder meer NO TV, een rubberen kruis dat op het televisiescherm dient te worden gekleefd. En het absolute hoogtepunt in Milaan was een installatie van Luxlab, een trio dat zijn sporen verdiende bij Philippe Starck en dat in Milaan deelnam aan SaloneSatellite, nevenevenement voor jonge ontwerpers. Luxlab bedacht een natuurlandschap voor stadsmensen, bestaande uit een lichtjes glooiend grasveld (met echt gras), een klein vierkant bassin (met golven en spiegelbodem) en een haardvuur dat werkt zonder schouw. Het summum van moderne glamour. Want wat moeten we in hemelsnaam met een schommel van klimop?

1

Blue Bench, bank van Maarten Van Severen voor Edra.

2

03, stoel van Maarten Van Severen voor Vitra.

3

Loop, dagbed van Barber Osgerby voor Cappellini.

5

Hi-Pad, stoel van Jasper Morrison voor Cappellini.

5

Francis, bed van Wolfgang Tolk voor Cappellini.

6

Solo, divan van Antonio Citterio voor B&B Italia.

7

Uit de collectie Pollock, Rodolfo Dordoni voor Minotti.

8

Stoel Flap en bijbehorende salontafel, Mauro Lipparini voor Saporiti Italia.

9

Detail uit de zetel van Hiromi Kim (SaloneSatellite).

10

Minima, rek van MDF Italia.

11

Quadrato, tafel van Carlo Colombo voor Moderno.

12.

Swing, Marcel Wanders voor Droog Design.

13

Tree Trunk Bench, Jurgen Bey voor Droog Design.

14

Site, bed van Piero Lissoni voor Cassina.

15

Flat, buffetkast vvan Piero Lissoni voor Cassina.

16

Natuurlandschap voor stadsmensen: installatie van het Franse trio Luxlab (SaloneSatellite).

17

Collectie Globo, Luca Meda voor Molteni & Co.

18

Fruitverpakking van Aster Witteman, Design Academy Eindhoven.

19

Landschap van Kombinat (SaloneSatellite).

20

Frog, chaise longue van Piero Lissoni voor Living.

21

Brenda, stoel van Antonio Citterio voor Flexform.

22

La Marie, stoel van Philippe Starck voor Kartell.

23

I Fiumi, detail uit de badkamer van Claudio Silvestrin voor Boffi.

24

Sentia 987, stoel van Gerard Vollenbrock voor Leolux.

25

Superstore, rek van Platt + Young voor Sawaya & Moroni.

26

Jorge, bankstel van Ferruccio Laviani voor Moroso.

27

Baba’, oppompbare poef van Denis Santachiara voor é’DePadova.

28

Greg, fauteuil van Emaf Progetti voor Zanotta.

29

Corpus 2, meeneemkeuken van Obumex in samenwerking met Luc Vincent. 30

Paulina, stoel van Terence Woodgate voor Montina.

31

Blow, de eerste opblaasbare stoel, van De Pas, D’Urbino, Lomazzi voor Zanotta.

32

De legendarische Eames Plastic Chair, van Charles & Ray Eames bij Vitra.

Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content