DE HOOGSTE SPORT BEREIKEN

© Griet Hendrickx

Op 4 mei wordt in La Louvière het startschot gegeven van de 34ste editie van de Nationale Spelen van Special Olympics. Ruim 3400 atleten met een verstandelijke beperking geven er dan vier dagen lang het beste van zichzelf. Eentje van hen is Benny, voor wie de Oude Kwaremont niet hoog en de Mont Ventoux niet steil genoeg is.

Zenuwachtig is hij niet voor een wedstrijd. Eerder ongeduldig, de minuten aan het aftellen om in zijn klikpedalen te springen en te vertrekken, met zijn ploeggenoten naast zich en zijn moeder aan de zijlijn, klaar voor een enthousiaste aanmoediging onderweg en een knuffel achteraf. De top tien, daar mikt hij op, en meestal lukt hem dat ook. “Berny gaat ervoor”, zegt coach Gert Verbiest. “Alleen als hij merkt dat hij het niet zal halen, durft hij het al eens laten hangen. Maar dan zijn wij er om hem op te peppen.”

Berny Vander Veken (30) zit gebeiteld op zijn fiets. Zonnebril op de neus, helm stevig vastgesnoerd, opperste concentratie. Hij en zijn fiets, dat werkt. Sporten is voor hem wat het voor zo veel mensen is : een uitlaatklep. Berny woont zelfstandig en werkt voltijds in een beschutte werkplaats. Na een moeilijke werkdag komt hij op de fiets tot rust. Niets verraadt dat hij als kind eigenlijk nooit gesport heeft. Na een moeilijke jeugd van gescheiden ouders, kindertehuizen en pestkoppen op school is hij pas op zijn twaalfde beginnen voetballen. Tien jaar later sprong hij voor het eerst op de koersfiets. Vandaag fietst hij alsof hij nooit anders gedaan heeft. Twee uur en vijftien minuten, meer had hij niet nodig om in 2010 de Mont Ventoux op te rijden. Ze waren met zes, en hij was als eerste boven. Hij lacht, fier op zijn klimtalent.

GEEN DOETJES

‘Gewoon samen sporten’, staat er op het truitje van Berny en zijn ploeg. Dat is precies wat vzw Avalympics uit Geel wil doen : mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking de kans geven om samen te sporten. Een G-sportclub, waarbij de ‘G’ niet alleen staat voor personen met een handicap, maar ook voor ‘gewoon’, ‘geïntegreerd’ en ‘gelijkwaardig’.

Gert is Berny’s vaste begeleider in de wielerclub. Twee keer per maand neemt hij de renners mee naar het circuit van Zolder, waar ze gratis een avond mogen trainen. Een vaste ploeg vrijwilligers haalt de jongens op aan het station van Geel of in het opvangcentrum, laadt een kleine vrachtwagen vol fietsen en leidt de training in goede banen. Samen rijden, dubbelen, in de wind rijden : het circuit van Zolder is de ideale oefenplek.

“Onze ploeg is heel divers”, legt Gert uit. “Iedereen met een beperking die graag fietst, is welkom. Je hebt renners zoals Berny die gemakkelijk dertig kilometer per uur halen, maar er zijn ook jongens die we nog moeten leren remmen en schakelen, of die op een driewieler of tandem rijden.” Bij Avalympics moet je geen Tom Boonen zijn om te mogen meedoen. Niet dat het doetjes zijn, de renners van Gert. Elk jaar gaat de ploeg op fietsweekend en daarbij schuwen ze de pittige parcoursen niet. De Oude Kwaremont, de Paterberg, de Koppenberg : Berny heeft zowat alle beklimmingen van de Ronde van Vlaanderen in zijn kuiten. Gert en zijn team zorgen ervoor dat alles vlot verloopt. Ze verkennen de parcoursen, organiseren dagtochten, regelen vervoer van en naar de wedstrijden.

Het belooft druk te worden dit seizoen. In april en mei staat er zowat elk weekend een koers op de agenda. “We krijgen van overal aanvragen om mee te komen fietsen”, zegt Gert. Met ‘meefietsen’ verwijst hij naar de wedstrijden van de miniemen en aspiranten. Tijdens de pauze van die wedstrijden mogen de renners van Avalympics het verkeersvrije parcours gebruiken om hun eigen koers te trappen, onder het toeziende oog van de Wielerbond. In het begin durfden er al eens renners uit het reguliere circuit van die tijd gebruik te maken om extra op te warmen. Nu respecteert iedereen dat de pauze voorbehouden is aan het G-wielerteam.

MET DANK AAN DE ZUS VAN KENNEDY

Dat Berny binnenkort met zijn fiets in La Louvière aan de start staat van de 34ste Nationale Spelen van Special Olympics, heeft hij te danken aan Eunice Kennedy Shriver, zus van de Amerikaanse president John F. Kennedy. Geïnspireerd door haar zus Rosemary, die een lichte verstandelijke beperking had, nodigde ze in 1962 voor het eerst meisjes en jongens met een beperking uit om in haar achtertuin samen te sporten. In 1968 gaf ze het startschot van de eerste International Special Olympics Games in Chicago. Vandaag zijn er wereldwijd bijna 180 landen en meer dan 4,5 miljoen atleten aangesloten bij Special Olympics.

“We richten ons op atleten met een verstandelijke beperking zonder dat we daarbij rekening houden met het niveau”, legt Eddy Beckers uit, co-CEO van Special Olympics Belgium. “We bieden iedereen, binnen zijn of haar mogelijkheden, de kans om te trainen en deel te nemen aan wedstrijden.”

Paradepaardje van Special Olympics Belgium zijn de Nationale Spelen die elk jaar georganiseerd worden en waar atleten vanaf 8 jaar aan kunnen deelnemen in 19 disciplines. Om de vier jaar vinden er ook Europese Spelen plaats, met ruim 2000 atleten uit 58 landen. Een selectie van deze atleten mag naar de Wereldspelen, die om de twee jaar en afwisselend in de zomer en de winter plaatsvinden.

Special Olympics-sporters worden niet alleen ingedeeld volgens geslacht en leeftijd, maar ook volgens niveau. “We laten geen atleten van een te verschillend niveau tegen elkaar uitkomen. Dat zou een zinloze competitie zijn. We willen iedereen een faire kans geven om een eerste plaats te halen. Dé gouden medaille op de 100 meter bestaat bij ons niet.”

NOG VEEL ONWETENDHEID

Misschien herinnert u het zich nog : onder het motto ‘Een grootse prestatie verdient een groots publiek’ liet voetballer Kevin De Bruyne zijn gezicht fotoshoppen tot een Kevin De Bruyne met het syndroom van Down. De campagne werd in 2014 gelanceerd naar aanleiding van de Special Olympics Europese Zomerspelen in Antwerpen – waar België 268 medailles in de wacht sleepte – en trof meteen doel. Waarom krijgen atleten met een verstandelijke beperking zo weinig aandacht ? “Er is nog veel onwetendheid over onze deelnemers”, zegt Beckers. “Het is niet omdat je een verstandelijke beperking hebt, dat je niet kunt sporten. Dat taboe willen we doorbreken.” Ook voor Gert was het even wennen toen hij in 2008 op vraag van Avalympics aan de slag ging. Op de eerste training kwam hij wat schoorvoetend aan, geeft hij toe. “Het was onbekend terrein voor mij. Hoe ga je om met die mensen, wat kun je wel of niet zeggen ? Maar de twijfel was snel weg. Het is heel plezant om met de mannen samen te rijden. Als we hengaan ophalen voor de training, kunnen ze niet wachten om in te stappen. Ze zijn altijd enthousiast en goedgezind. Er kruipt veel tijd in de organisatie, maar je krijgt er zo veel voor terug.”

MEER ‘UNIFIED’ SPORTCLUBS

Special Olympics Belgium telt 12.000 actieve atleten en is erkend door het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC). Tegen 2020 wil de organisatie het aantal sporters met een beperking verdubbelen. Want voor mensen zoals Berny blijft het moeilijk om de weg naar de sportclub te vinden. “In gespecialiseerde scholen en instellingen krijgen jongeren met een beperking vaak wél sport aangeboden”, zegt Beckers. “Maar zodra die omkadering wegvalt, omdat ze volwassen worden en gaan werken, valt vaak ook dat sporten weg. Niet elke club staat open voor mensen met een beperking, of heeft de middelen of kennis.” Special Olympics wil sportclubs sensibiliseren. En aanzetten tot actie. “Waarom niet één uur per week ook personen met een beperking laten meetrainen ? Of een voetbalploeg voor mensen met een beperking laten aansluiten bij je club ? In een van onze projecten gaan leerlingen van secundaire scholen zonder beperking op sportdag met leerlingen met een verstandelijke beperking. Die integratie is belangrijk.”

Ze bestaan al, de unified sportclubs waar personen met en zonder beperking samen trainen. Maar ze zijn eerder een uitzondering. “Het is ook niet altijd mogelijk: sommige sporters met een lichte mentale beperking kunnen perfect meedraaien in een gewone club, voor andere is dat niet haalbaar of zelfs niet wenselijk. We ijveren voor inclusief sporten waar het kan, maar ook voor exclusief sporten waar het niet kan. Sport is een recht van iedereen.”

Topprestaties zijn bij Special Olympics geen noodzakelijk doel. Sportplezier, daar gaat het vooral om. Vriendschappen en zelfvertrouwen opbouwen, op én naast het sportterrein. Ook Berny heeft veel vrienden dankzij de sport. In de wielerclub, op het voetbalterrein, in de tribune van zijn lievelingsploeg KVC Westerlo. “Door te sporten ben ik me sterker gaan voelen. Veel sterker dan vroeger.”

Berny is een vlotte kerel. Niet te beroerd om teamgenoten aan te moedigen als ze het moeilijk hebben tijdens een koers. Hij speelt nog altijd voetbal en staat op zaterdagochtend als hulptrainer bij de G-voetbalploeg mee naast het veld van zijn eigen club KSAV St.-Dimpna in Geel. Hij heeft er geen probleem mee om in het G-circuit mee te draaien, maar toch knaagt er iets. “Ik heb het gevoel dat ik veel kansen gemist heb. Als ik vroeger was beginnen voetballen, was ik misschien nooit in de G-sport terechtgekomen. Dan had ik in een gewone club kunnen meedraaien, wie weet zelfs als profspeler bij Anderlecht of Club Brugge kunnen spelen. Ze zeggen dat ik talent heb, ja.” De Mont Ventoux zou hij nog eens op willen. Eens kijken of hij het nog kan in twee uur en vijftien minuten.

Maar eerst de Nationale Spelen. Over een maand springt Berny in La Louvière in zijn pedalen, om zo snel als hij kan de finishlijn over te fietsen voor de ogen van honderden toeschouwers. Want een grootse prestatie verdient een groot publiek.

www.special-olympics.be, www.avalympics.be

Door Lien Lammar & foto’s Griet Hendrickx

Topprestaties zijn bij Special Olympics geen noodzakelijk doel. Sportplezier, daar gaat het vooral om

“Het is niet omdat je een verstandelijke beperking hebt, dat je niet kunt sporten. Dat taboe willen we doorbreken”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content