Jean-Paul Mulders

De halveringstijd van liefde

Jean-Paul Mulders Columnist voor Knack Weekend en schrijver

Zou iedereen ze op zijn landkaart hebben, van die plekken waarop een atoombom lijkt te zijn gevallen ? Ik vroeg het me deze week af, toen ik toevallig in de buurt verzeilde van het stadje A. Over dat wat ingedommelde, kleinstedelijke spoorwegknooppunt valt op zich niet veel beangstigends te melden. Volgens de encyclopedie telt het naast een paar stokerijen alleen wat confectie-, meubel- en elektrotechnische industrie. Niets afschrikwekkends dus. Toch is A. uitgegroeid tot mijn persoonlijke Hiroshima : afgebrand en kaalgeslagen op een paar uiteengereten gebouwen na, die als rotte kiezen grimmig uit de grond steken. Dat dat zo gekomen is, heeft alles te maken met de liefde. In A. woont namelijk de vrouw die ik in een vorig leven nogal onfatsoenlijk diep heb bemind. Van de weeromstuit heeft de breuk met haar mij dan ook vrij akelig getroffen.

Dat is lang geleden nu ; haar woorden zijn geluiden van zeer ver. Toen ik ze voor de laatste keer hoorde, stonden de Twin Towers nog trots overeind. Onze relatie is nu even lang voorbij als ze heeft geduurd : drie jaar. Sindsdien is onze liefde overspoeld door het zilt van andere liefdes. Ik heb vrouwen ontmoet die mooier, getalenteerder en even bedreven tussen de lakens waren als zij. Toch blijf ik nog altijd in een brede bocht om A. rijden als ik er toevallig in de buurt kom. Valt het nog normaal te noemen, vraag ik mij dan af, dat een mens jarenlang zucht onder een teloorgegane liefde ? Het klinkt niet meer als iets van deze tijd, waarin alles snel moet gaan en wegwerp is. Het voelt bijna middeleeuws aan. Weggelopen uit een periode waarin men nog kloosters en abdijen bouwde om tussen hun dikke muren levenslang te kunnen schuilen voor het mislukken van die ene onbereikbare hartstocht.

Tegenwoordig zijn er dagen en zelfs hele weken waarin ik niet meer aan haar denk. De ‘schuldvraag’ doet er inmiddels al lang niet meer toe, noch de vraag of ik een definitieve breuk had kunnen vermijden. Het enige wat mij nog ergert, is mijn hartslag, die spontaan blijft pieken als ik zelfs maar in de buurt kom van dat vermaledijde stadje. Als een geigerteller, die lang na de vernietigende explosie nog feilloos reststraling in de grond detecteert. Van radioactieve elementen is bekend dat het eeuwen kan duren voor hun straling halveert. Wat is de halveringstijd van liefde ? Zou iemand met een hooggeleerd en vruchtbaar brein mij het antwoord op die vraag kunnen verstrekken ?

Die ellendige straling beperkte zich trouwens niet tot de stad waar zij woont. Ze tastte zelfs kledingstukken aan, en automerken. Nog altijd kan ik sommige schoenen niet zien of een Citroën van een bepaald type en kleur inhalen zonder aan haar te moeten denken. Even spontaan als onafwendbaar.

Secundaire persoonlijkheden, zo noemde Heymans in zijn fameuze karakterologie mensen die een lange nawerking ondervinden van psychische prikkels en activiteiten. Ik ben duidelijk zeer secundair. Bij de stomste straat, de onbenulligste winkel horen een dag, een weer, een sfeer die ik mij vele seizoenen later als van een foto voor de geest kan halen. Zo’n visueel geheugen is pure ellende als het op het halveren van liefde aankomt, vooral als het ook nog eens feilloos geuren en geluiden registreert. Gesprekken die anderen al lang vergeten zijn, weet ik mij jaren na datum soms nog woordelijk te herinneren. Blijkt er in het landschap opeens een gebouw opgedoken dat er in mijn kop nog niet stond, dan krijg ik al vlug het bizarre gevoel in de toekomst te zijn beland.

Denk vooral niet dat ik het koester. Ik zou er een lief ding voor over hebben om van secundair naar primair te kunnen switchen, gestroomlijnder te worden en dartel van het ene avontuur het andere binnen te walsen. Wat moet het makkelijk zijn niet als een kolossale zuignap te hechten aan mensen, plaatsen en zelfs zielloze dingen.

Voor het eerst in die drie jaar bevind ik mij vlakbij het centrum van de ontploffing. Het ruikt hier naar zwavel en verschroeide aarde. Ooit werd ik op een glimlach van oor tot oor getrakteerd als ik via de achterdeur haar keuken binnenkwam. Mocht ik nu hetzelfde doen, dan zouden openvallende monden, harde woorden en misschien zelfs een handgemeen mijn deel zijn. Tussen die twee werkelijkheden ligt alleen een schijfje transparante tijd. Opgelucht zie ik dat de steenweg die destijds naar haar huis leidde nu opgebroken is, zodat ik zelfs niet in de verleiding kom. Met een dot gas stuur ik mijn auto weer het heden in, de snelweg op.

Dat heb je met halveringstijden, bedenk ik gelaten : de straling vermindert maar helemaal weg gaat ze nooit. De geigerteller zal nog wel een tijdje blijven uitslaan als ik in de buurt van A. kom. Gelukkig is zelfs Hiroshima sinds vele jaren weer een bloeiende stad, en ook bij mij is de heropbouw al enige tijd geleden begonnen. Zouden zij en ik ooit nog met elkaar in het reine kunnen komen ? Misschien, als we stokoud zijn en onze bloeddruk ons meer parten speelt dan de liefde die ons lang geleden verscheurde. Of anders wel in een volgend leven, waar wij zullen kunnen lachen om wat ons hier op aarde nog zo tragisch leek.

Jean-Paul Mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content