De groene omwenteling
Volgens architect Steven Wallays (VK Studio) maakt de bouwsector een groene revolutie mee, want het ecologisch bouwen breekt door. Meer en meer grote gebouwen worden duurzaam gebouwd, enkel de woningbouw hinkt serieus achterop.
De rapporten over klimaatopwarming hebben ons wakker geschud, ook de bouwsector maakt een bocht. Vroeger waren enkel alternatieve architecten en aannemers bezig met ecologisch bouwen, nu gaat het fenomeen de hele bouwsector beheersen. Architect Steven Wallays werkt voor een van de grote architectuurbureaus van ons land, VK Studio, dat onder meer de bouw van het Antwerpse gerechtsgebouw heeft geleid. Hij heeft zich ook tijdens zijn studies in de milieumaterie verdiept en volgt de veranderingen op de voet.
Is het echt een groene revolutie ?
Tien jaar geleden waren alleen alternatieve ontwerpers ermee bezig en was het concept van duurzaam bouwen helemaal niet doorgedrongen bij ons. In het buitenland wel, want in Duitsland en Nederland is men er al veel langer mee bezig. Maar nu verandert dit grondig. Er gaat sinds vier jaar geen architectuurwedstrijd meer door zonder dat duurzaamheid niet een van de selectiecriteria is. Ook internationaal is ecologisch bouwen booming business. Van de kleinste ambtenaar op het platteland tot de top van de administratie in de grootstad : iedereen heeft het erover. Dus schakelen nu ook de mainstream bureaus stilaan over op duurzaam bouwen. Ecologie is niet langer het domein van de alternatieve ontwerpers. Dat is een essentieel verschil.
Hoe komt dat ?
Het hele proces kreeg een forse duw door de strengere regelgeving. Zeg maar door de aanpak van Mieke Vogels. Toen zij in 2002 als Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen de bouwsector strenge regels oplegde voor welzijn- en gezondheidsvoorzieningen, zoals rusthuizen, ziekenhuizen en scholen, was dat voor de meeste architectenbureaus even schrikken.
Waarom ?
De meeste wisten wel dat er iets in de lucht hing, maar hadden niet verwacht dat het zo streng zou zijn. Indien je nog voor subsidies in aanmerking wilde komen, moest je gebouw aan tal van normen voldoen betreffende energieverbruik, isolatie, ventilatie en materialen. De zogenaamde VIPA-regeling van Vogels was een serieuze inhaalbeweging ten opzichte van het buitenland. Vanaf januari 2006 kwam daar ook de energieprestatieregel bij, de EPB. Waarbij alle woningen waarvoor een bouwvergunning wordt ingediend, zelfs voor een verbouwing, een bepaald niveau van thermische isolatie en energieprestatie moeten behalen. De EPB-regels moeten het energieverbruik drastisch beperken en gelden, in tegenstelling tot de VIPA-regeling, voor de hele bouwsector. Vroeger moest je enkel een isolatieplan indienen en dat was in veel gevallen een lachertje, velen namen dat niet serieus. Nu moeten alle gebouwen degelijk worden geïsoleerd. Er zijn maar enkele uitzonderingen zoals kerken, hoogspanningscabines en monumenten.
Maar daar stopt het niet, vorig jaar kwam daar ook de Watertoets bij, waarbij je voor grote projecten een waterhuishouding moet ontwerpen, zodat het regenwater niet langer naar het riool gaat. Het regenwater dient opgevangen te worden in bekkens om onder meer te worden gebruikt voor toiletspoeling, de rest moet op het terrein zelf in de bodem worden gedraineerd. Het gevolg van dat alles was natuurlijk dat veel grote bureaus plots architecten gingen aanwerven met de nodige knowhow en ervaring.
Wat zijn de resultaten ?
In de eerste plaats wordt er duurzamer gebouwd. Hoewel sommigen dat nog te eng interpreteren als louter energiezuinig. Duurzaamheid betekent bijvoorbeeld ook dat je afvraagt of het wel nuttig is nieuw te bouwen, of het niet verstandiger is om een bestaand pand te renoveren. Ook de plek waar je bouwt en de oriëntatie zijn belangrijk. De eerste stap in een dergelijk project is natuurlijk isoleren en vervolgens gestuurd ventileren. Want als je een gebouw potdicht isoleert, dan kun je er niet meer in wonen. Ook de energieproductie speelt een rol, waarvoor je eventueel een beroep kunt doen op zonne-energie. Het hangt ervan af hoe ver je wilt gaan. Je kunt donkergroen bouwen en louter ecologische materialen gebruiken, maar die zijn niet altijd gemakkelijk te vinden voor grote projecten.
De verwarming is uiteraard het belangrijkst, omdat die voor de meeste luchtverontreiniging zorgt. Bovendien is het ook de bedoeling dat die regels in de loop der jaren verder zullen worden verfijnd.
Leggen die regels geen hypotheek op de vormgeving van de architectuur ?
Nee, want er kan ook heel creatief worden mee omgesprongen, kijk maar naar het nieuwe gerechtgebouw in Antwerpen, waarvan wij de werf hebben geleid. Architect Richard Rogers is al jaren bezig met de problematiek. Ik herinner me nog een lezing in 1994 in Antwerpen, waar hij lang over ecologisch bouwen praatte, hier was daar nog bijna niemand mee bezig. Maar duurzaamheid was toen wel een van de criteria van de architectuurwedstrijd voor het gebouw. Dit gebouw is duurzaam en energiezuinig opgevat. In de schaaldaken zit natuurlijke ventilatie en het gebouw is voorzien van intelligente gevels, waarvan het glas en de zonnewering meewerken met het klimaat. Bij een dergelijk gebouw gaat het niet enkel om de isolatie tegen de koude, maar is vooral de koeling een groot probleem. Hoe beter je isoleert, hoe warmer het gebouw. Het kan dus oververhitten. Je moet dus verhinderen dat er te veel airconditioning wordt gebruikt, want die verslindt ook weer energie.
Hoe zit het met de woningbouw ?
De particuliere woningbouw hinkt zeker achterop, behalve de sociale woningen. Ook in die sector is het duurzame bouwen doorgedrongen. Dat komt vooral omdat er voor grote projecten grote ontwerpbureaus en aannemers actief zijn, meer dan in de gewone woningbouw. De organisatie van de bouwmarkt in Vlaanderen is dus de oorzaak. Ongeveer tachtig procent van de aannemers en architectenbureaus telt minder dan tien werknemers. In die bedrijven is er meestal geen geld voor bijscholing en ontbreekt de knowhow, de nieuwe technologieën dringen er amper door. Op kleine werven kom je nog altijd aannemers en architecten tegen die te weinig isoleren. Ik vermoed dat het nog een hele tijd zal duren voor ook die sector voldoende up-to-date zal werken. Maar zelfs in de particuliere woningbouw zie je een kleine minderheid die toch duurzaam ontwerpt en opdrachtgevers die er bewust voor kiezen.
Door Piet Swimberghe I Portret Saskia Vanderstichele
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier