‘De eerste keer dat ik haar zag in mijn Saab wilde ik haar rammen’
De jolige tienerliefde strandde toen ze kinderen kregen. Hij bleef feesten, zij was moe. “Als er nu een man bij komt, moet het de moeite zijn.”
Ik ben getrouwd met mijn eerste vriendje. Op mijn vijftiende zag ik hem stuntelen op schaatsen en het was meteen prijs. Een stoere jongen met een sympathiek gezicht. Hij zat op internaat, ik schreef een brief. En hij schreef terug. Dat was het begin van een jarenlange briefwisseling, tot het zesde middelbaar. Het was zo leuk om élke dag na school zijn brief te vinden. In de zomer hebben we gezoend. Toen was het aan. Een jaar later vrijden we voor het eerst, na een festival aan zee. Het was perfect.
Later is het een jaar uit geweest. Ik was te nieuwsgierig naar andere jongens. We hebben toen allebei liefjes gehad. Op een avond zagen we elkaar terug. Ik zei : “Rob, ik wil jou.” Hij had net hetzelfde.
We woonden een paar jaar in Brussel : ik werkte, Rob studeerde. Een heerlijke tijd. Ons eigen stekje, geld verdienen en toch nog een studentenleven. Elke zondagavond, voor we naar onze studio gingen, dronken we cocktails in een hotel. Zo was Rob : een man van de wereld. We hebben zoveel lol gehad, die jaren.
We zijn getrouwd toen we kinderen wilden. We waren 25 en al tien jaar samen. Het was een zalige bruiloft. In volle overtuiging zijn we getrouwd. Ik zei met heel mijn hart : ik zal altijd voor je zorgen.
We hadden een tof leven. We hadden veel vrienden, sportten samen, gingen veel uit. Als we een discussie hadden, was het “cava of champagne ?” “Champagne natuurlijk !” zei Rob. Voor mij veranderde alles toen we kinderen kregen. Rob bleef hard werken, hard uitgaan. Ik was… moe. Het viel me zwaar : de zwangerschap, het ’s nachts opstaan, de verbouwingen, nog een kind. Op het moment dat ik dacht : het ergste is voorbij, begon Rob afstand te nemen. Ik vroeg : “Kun je niet één dag samen met ons eten ?” Meestal kwam hij thuis als de kinderen in bed lagen, en dan was ik moe – ik deed tenslotte ook alles ná mijn werk. “Neem een nanny”, zei Rob, maar daar was ik te trots voor. We waren een gastvrij koppel met veel vrienden, maar ik verlangde soms naar een banale avond in de zetel. Rob was gul met zijn geld. Hij werkte er hard voor, en genoot er graag van. Ik schilderde zelf ons huis. “Vraag toch een schilder !”, zei Rob gepikeerd. “Maar ik doe dat graag ! In mijn overall, meezingen met de radio !” Net zo met vakanties. Hij wilde naar de Club Med, ik was gelukkig in een flatje aan zee. Misschien had ik beter gewoon samen met hem genoten van zijn status.
Hij ging steeds later uit. Ik voelde dat hij niet graag meer naar huis kwam. Hij zei : “Het is voor de zaak, netwerken.” Of : “Ik heb het druk, ik moet ontspannen.” Een enkele keer hervond ik mijn zottigheid, dan zei hij : “Je was echt tof vanavond !” Maar ik kon dat niet elk weekend. Meestal zat ik tegen twee uur doodmoe op mijn stoel. Ik wilde de volgende ochtend nog een fris hoofd hebben voor de kinderen. De vrienden zeiden : “Je gaat toch niet weer vroeg naar huis ?” Geen van hen had kinderen. Ik voelde me alleen.
“Het gaat niet meer”
Op een dag ging ik winkelen met mijn zus. Rob was opnieuw ’s ochtends thuisgekomen. Mijn zus zei : “Rob zei me dat het niet meer gaat tussen jullie.” “Heeft hij dat gezegd ? En wat heb je geantwoord ?” “Ik zei : tja, dan gaat het niet meer.” “Heb jij dat gezegd ? !” Ik liet alles vallen en reed bevend naar huis. Rob lag in bed, groggy, ik zei : “Ga jij weg ?” “Ja.” “Kunnen we er niet over praten ? Heb je een ander ?” Ik werd hysterisch. Huilde. Hij zei : “We spreken straks, ga de kinderen halen.” Ik kwam wenend bij mijn moeder aan. “Wat zeggen jullie ook tegen Rob ? ! Als het niet meer gaat, dan gaat het niet meer !” “Kindje toch. Eet eentwa.” “Mama ! Eet eentwa. Ik kan nu niet eten.”
Rob vond dat we niet pasten. Een andere reden heeft hij nooit gegeven voor de scheiding. “Ik vind net dat we zo goed passen !” huilde ik. “Ik ben niets zonder jou.” “Jij bent sterk, je zult nog blij zijn dat je van me af bent.” Ik was totaal van de kaart. Ik zag de stempel op mijn voorhoofd : alleenstaande moeder. Zielig. Marginaal.
Een week later was hij verhuisd. Het eerste weekend gaf hij al een feestje. Ik liep die vrijdag als een wrak in de supermarkt en botste tegen vrienden met een kar vol wijn en hapjes, die stamelden : “Ja, we zien Rob vanavond.” Ik heb in mijn auto zitten wénen, wénen. Hoe kon hij ? Hoe konden zij feesten terwijl ik levend doodging ?
Ik voelde me schuldig : ik heb hem niet genoeg seks gegeven, ik heb hem niet genoeg geprezen. Ik wilde een herkansing. Ik dacht : ik ga tonen dat ik moedig ben, dynamisch, zot. Ik leefde op hoop, laafde me aan verhalen en songs waarin alles goed kwam. Maar na drie maanden woog ik nog 44 kilo. Mijn haar viel uit. Toen Rob zei : “Ik kom niet terug”, stortte ik in. Tijdens de scheiding was Rob rustig, nuchter en correct, ik deed niets anders dan wenen.
Kort erna was hij plots samen met Ana, uit onze vriendenkring. Ik voelde me verraden. Ik had haar veel verteld over Rob, privédingen. Ik had het gevoel dat ik haar een handleiding had meegegeven. Ze toonde niets van berouw of excuses. Ze ging zelfs nog naar mijn sportclub. “Heb je nog niet genoeg ?” schreeuwde ik. “Je hebt mijn man, mijn kinderen, mijn auto !” De eerste keer dat ik haar zag in mijn Saab, wilde ik haar rammen.
Daar heb ik het langst mee geworsteld, met Ana. Rob zag ik nog steeds zo graag dat ik niet boos op hem kon zijn, enkel verdrietig. Ik hou nog van hem. Ik ben nog steeds blij dat hij de vader van mijn kinderen is. Ik gun hem nu het beste, ook met Ana, dat meen ik. Ik geloof nog steeds in de liefde, maar mijn ogen zijn opengegaan. Een week na de scheiding kreeg ik al twee oneerbare voorstellen – van getrouwde mannen !
Een groot kind
Een half jaar na mijn scheiding ontmoette ik Alain. Hij gaf me het gevoel dat ik toen miste : dat ik de meest fantastische vrouw ter wereld was. Hij was 48, knap, rijk, intelligent – de man die Rob aan het worden was. We reisden vaak en logeerden op de mooiste plekken, gingen uit eten, praatten honderduit. Een zalige tijd. Ook al hadden we vaak ruzie. Soms stapte hij midden in de nacht op uit bed. “Waarom doe je dat ?”, vroeg ik. “Omdat je twee weken geleden iets hebt gezegd.” Net een groot kind. We zijn honderd keer uit elkaar geweest. Het waren twee hartstochtelijke jaren, maar de timing zat niet mee. Te vroeg en te gekwetst. Nu denk ik : “Ik ga tachtig zijn en nog zoeken naar een man zoals hij.”
Als je je eerste liefde met hart en ziel graag hebt gezien, duurt het even voor je je weer kunt openstellen. Hoewel ik het vertrouwen niet verloren heb, ben ik nu rationeler dan ik wil zijn. Ik kan alles alleen. Ik heb er lang over gedaan om dat evenwicht te vinden. Als er nu een man bij komt, moet het de moeite zijn.
Wat ik het meeste mis, is het geluk dat je niet kunt delen. Zomerdagen waarop je alleen aan zee fietst. Ik zie nu iemand, op los-vaste basis. Dat is niet makkelijk. Als ik zeg : “Gaan we een stap verder ?”, aarzelt hij en zegt : “Ik zou jou liever mogen zien.” Hij is ontwapenend. Grappig. Groot hart. Goed met de kinderen. Maar ik voel me niet gekoesterd. En hij is erg nonchalant. Heeft lak aan uiterlijk vertoon. Onlangs gingen we naar een bruiloft. We hadden besloten : we gaan ervoor, als koppel ! Iedereen was zo blij voor ons. Het was precies ons feest ( lacht). Maar nog geen week later kregen we ruzie over het belang van deo en propere kleren.
Ik wen nu stilaan aan het idee : moet iemand het hele plaatje invullen ? Zijn normen liggen anders, en ik wil hem niet opvoeden. Ik heb niet die kriebels zoals bij Rob of Alain, dat ik dacht : “Wow, dat is my guy.” Toch zie ik hem graag. Het is wel raar voor mij om met iemand zo verschillend zo ver te gaan. Ik ben verrast van mezelf. Je leert : liefde heeft vele vormen. Onlangs mailde ik hem : “Ach liefste, het is niet altijd zoals in de boekjes, ik met mijn puntjes op de i, en jij zonder hoekjes, we vinden wel een moyen de vie.” We kennen elkaar een jaar en na die lange proloog beginnen we aan ons verhaal. “Hoe noemen we het ?”, vroeg ik. “Niet Lady en de Vagebond !”, antwoordde hij. We gaan nu voor : Afgeronde Hoekjes.
Omwille van de privacy worden in deze rubriek namen en locaties soms veranderd.
DOOR INEKE VAN NIEUWENHOVE
“Ik was totaal van de kaart. Ik zag de stempel op mijn voorhoofd : alleenstaande moeder. Zielig. Marginaal”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier