De Beauty Brigade

Een kleur is voor hen nooit zomaar een kleur. Zelfs de nieuwste texturen willen ze nog verbeteren. Terry ontwerpt de make-uplijnen voor Yves Saint Laurent, William Falkner voor Rochas. De tijdgeest gevat in een lipstick. Boeiend, maar nooit zwaar op de hand : want make-up is reuze plezant.

Trui Moerkerke

Terry : tijd voor de speelse aanpak

?Elke ochtend werk ik thuis in m’n atelier. Daar kan ik het bestt ideeen opdoen. En dat is meer dan wat kleuren mengen. Eenzaam wetenschappelijk studiewerk hoort erbij. Ik bekijk ook stapels tijdschriften van over de hele wereld, stap geregeld uit m’n atelier om tentoonstellingen te gaan bekijken of om gewoon door de straten te lopen en te kijken wat daar gebeurt.? Vandaag is Terry, directrice maquillage bij Yves Saint Laurent, ’s morgens al naar de kantoren van het couturehuis in Neuilly-sur-Seine gekomen. Ze ontvangt een groep journalisten om de make-upcollectie winter ’96 uit te leggen, ’s middags staat een lunch met de hoofdredactrice van een Frans magazine op het programma, en later op de dag een vergadering met het marketingteam. Een interview tussendoor vindt ze geen probleem. Integendeel, ze praat gepassioneerd over haar vak. Twintig jaar ervaring geven het verhaal dat ze vertelt een boeiende dimensie. ?Op twintig jaar veranderde er veel. De belangrijkste evolutie vind ik dat aan make-upproducten een verzorgingselement werd toegevoegd. Tevoren was make-up een kwestie van kleur. Hoe dat product op de huid zou leven, daar werd weinig rekening mee gehouden. Bescherming en verzorging zat er al helemaal niet in. Een andere, positieve evolutie zie ik in het feit dat maquillage draagbaarder werd. Speciale pigmenten en optische correctoren zorgen voor een steeds lichtere make-up. Natuurlijk en toch gesofisticeerd. Twintig jaar geleden stond fond de teint voor een dikke, dekkende materie, met zeer weinig kleurvariaties. Ver af dus van de moderne, lichte fond de teints, verkrijgbaar in talloze, subtiele kleurvariaties.?

De geleidelijke link tussen creativiteit en technologie in make-up, situeert Terry aan het begin van de jaren ’80. Waarop een strict wetenschappelijke benadering van make-up volgde. ?Nu is het stilaan weer tijd voor de speelse aanpak,? zegt Terry. ?De cocktail van verworven elementen kleur, technologie, verzorging levert fantastische producten. Makkelijk te gebruiken, schitterende resultaten. We komen in een nieuw tijdperk waarin hoogtechnologische make-up een verworvenheid wordt. Om je een zeer praktisch voorbeeld te geven : vergelijk de oude braadpannen met de nieuwe pannen van het Tefal-type. We kunnen ons bijna niet meer inbeelden dat er ooit andere geweest zijn.?

Terry’s carrière in ?l’univers de la beauté? zoals de Fransen dat zo mooi omschrijven, begon onverwacht. Dokter wilde ze worden. Maar op haar twintigste besloot ze met die studies te kappen. Het volgende academiejaar zou ze zich inschrijven aan de Academie voor Schone Kunsten. In afwachting volgde ze een korte cursus make-up aan de gereputeerde beautyschool van de zussen Carita in Parijs. Uit nieuwsgierigheid. Ze is er meer dan tien jaar gebleven. Eerst als visagiste, in die hoedanigheid werkte ze samen met modefotografen als Helmut Newton, Guy Bourdin, Cecil Beaton, later creëerde ze ook de make-uplijn van Carita. ?Voor een ander merk was ik er niet weggegaan. Maar ik vond het een avontuur. Bij Carita heb ik geleerd wat klassieke elegantie betekent, bij Saint Laurent kon ik gedurfder werken.?

De stempel van Terry op de YSL-make-up is groot. Van de productontwikkeling tot de communicatie en de training van maquilleurs, alles passeert via haar. Elk seizoen vind je haar ook backstage bij de modeshows van Yves Saint Laurent. ?Ik ben niet alleen een theoreticus. Ik hou van de praktijk, van het contact met de materie en de gezichten. Ik heb jarenlang vrouwen gemaquilleerd : in het schoonheidssalon, voor modereportages, reclamefoto’s,… Nu heb ik daar nauwelijks de tijd voor. Ik doe alleen nog de defilés en dat wil ik absoluut blijven doen. Omdat je er zoveel ideeën uit haalt.? Voor goed verkopende producten als Touche Eclat, een praktische stift om kringen onder de ogen te verdoezelen, en de vorig seizoen gelanceerde foundation Teint sur Mesure, vond Terry haar inspiratie net daar. ?Jaren geleden al, mengde ik tonic, dagcrème en fond de teint. Ik bracht het met snelle bewegingen onder de ogen aan. De modellen waren er gek op. En voilà : dat is Touche Eclat geworden. Ik weet ook hoe je modellen opmaakt voor foto’s : met veel geduld, laag na laag. Maar lezeressen willen een fraai resultaat, zonder al die lagen. Daarom zocht ik naar een fond de teint, makkelijk aan te brengen en toch mooi. Dat is Teint sur Mesure geworden.?

Voor de wintercollectie pakt Terry uit met een bijzonder soort kleuren. Niet mat, niet glanzend. Kleuren met diepte, zonder dat ze te zwaar worden, glanzende kleuren zonder een overdreven schittering. ?Vrouwen willen meestal matte kleuren, maar kopen nacrétinten. Omdat ze mat te hard vinden. Nacrétinten accentueren echter rimpels. Daarom hebben we naar een compromis gezocht.? De verklaring klinkt loodzwaar : parelmoerformules zonder pigment of kleurstof geven een transparante kleur die dan ondersteund wordt door parelmoer op zwarte basis en met interferentiële weerschijn-effecten. Van de uitleg moet de consument zich echter niets aantrekken. ?Met deze nieuwe generatie van kleuren, wil ik vrouwen het nodige vertrouwen geven om weer kleur te gebruiken. In een haute-couture-jurk steken ook uren werk en onderzoek, maar het resultaat is vaak van een mooie eenvoud.?

Momenteel verdiept Terry zich in de producten die Yves Saint Laurent in 1998 zal uitbrengen. ?Ik denk wel eens : dit was het, nu kan ik onmogelijk nog iets nieuws vinden. En toch. Creativiteit is een lastige obsessie. Je probeert er elk seizoen uit te komen, dan ben je er en wil je alweer verder. Als je enkele etappes voorop loopt, lijkt je werk snel passé. Dat is best uitputtend (lacht). Maar zo ongelooflijk boeiend. Ik zie het als mijn opdracht om de glamourdimensie van een couturehuis en de nieuwste technologische mogelijkheden samen te brengen. Ik denk dat dat onze make-up verschillend maakt.?

William Falkner : gezichten schilderen

Je kon er niet naast kijken. De Rochas make-upcollectie voor winter ’95-’96 en de bijbehorende persmap zagen er anders uit. In een opvallende styling en onder de naam Purple Fiction werden donkerpaarse en dieprode lippenstiften en nagellakken voorgesteld. Die nieuwe richting bleek de signatuur te dragen van de Amerikaanse visagist William Falkner, door Rochas aangetrokken als Artistiek Maquilleur. ?Ik wilde een sterke eerste collectie om te laten zien dat de aanpak veranderd was?, zegt Falkner. ?De make-up van Rochas was mooi en goed gemaakt. Een duidelijke huisstijl ontbrak evenwel. Daarvoor ben ik aangetrokken. De collectie blijft chic en Frans, maar krijgt nu meer trendy accenten.?

Falkner is verantwoordelijk voor de complete ?look? van Rochas’ make-uplijnen. Van de productontwikkeling tot de verpakking, het imago en de persdossiers. ?Omdat het zo belangrijk is dat alles in dezelfde richting gaat.? Bij het ontwerpen van de collecties, speelt muziek een grote rol. Van extreme techno tot keiharde rock. ?Niet veel daar tussenin (lacht). Ik probeer de tijdgeest te vatten en kleuren te brengen die daarin passen. Extreme Cyberie is het thema voor de winter. Grijs en paars staan centraal. Het grijs van de computerschermen en de hele internetbeweging, het paars van de technogolf met al die verschillende kleuren om de haren te verven.?

Het stemt William Falkner zeer gelukkig dat make-up weer kan. ?De voorbije jaren was make-up zo klassiek en voorspelbaar geworden,? vindt hij. ?Vrouwen hebben er terug echt zin in. Met een creativiteit die je in de sixties en seventies had. Maar nu kan je spelen met betere texturen. De formules voor nacrétinten werden verdund, ze zien er minder disco uit. En donkere kleuren zijn bijlange niet zo zwaar meer.?

Naast zijn werk voor Rochas, ontwerpt Falkner eveneens drie make-uplijnen voor Kenzo, alleen bestemd voor de Japanse markt. ?Ik heb een exclusiviteitscontract met Rochas, maar Kenzo kan ik blijven doen. Het gaat om een verschillend product, met name hypermodieuze make-up voor jonge meisjes.? Wel meer merken hebben een speciale cosmeticalijn voor Japan. Het verbaast Falkner niet, want de Japanse vrouw kijkt volgens hem op een heel andere manier tegen make-up aan. ?Ze houden van andere kleuren, van andere texturen en vooral : they love make-up. Ze smeren veel en willen maar al te graag laten zien dat ze de nieuwste kleuren dragen. Europeanen kiezen voor een discretere make-up. Japanse vrouwen durven meer experimenteren. Wat anderen daarvan denken, trekken ze zich niet aan. Eigenlijk hebben ze meer plezier in make-up. Trouwens : make-up is fun. Bevalt het resultaat je niet, dan neem je alles weg. Je moet er niet mee blijven rondlopen, dat is het plezante. Je kan oneindig variëren : bij deze jurk, die kleur, bij dit pak iets helemaal anders. Make-up als een accessoire, geweldig toch.?

William Falkner groeide op in San Francisco. Met een Amerikaanse vader en een Franse moeder. ?Een grote tegenstelling. Mijn pa is een echte Amerikaan die Europa maar niks vindt, mijn moeder een echte Parisienne die het in Europa allemaal beter vindt.? Toch was Falkner niet voorbestemd om in Europa te blijven ?hangen?. ?Mijn ma dacht dat ik zou opgroeien tot een all American boy. Ze heeft zelfs nooit Frans met mij gesproken.? Falkner volgde kunstacademie, schilderen, beeldhouwen, tekenen. Hij probeerde te leven van de kunst : links en rechts een project, en eigen werk verkopen in het park. Toen hij genoeg geld gespaard had, kocht hij een Interrail Pass om door Europa te trekken. ?En om, zoals Amerikanen dat doen, alle landen te bezoeken.? In Italië logeerde Falkner in een goedkoop hotelletje waar veel beginnende modellen verbleven. Hij zag die meisjes’s ochtends bij het ontbijt en ’s avonds, toen ze helemaal opgemaakt terugkwamen. ?Toen wist ik wat ik wilde doen. Ik wilde hun gezichten schilderen. Als kunstenaar leef je geïsoleerd, als visagist werk je met mensen. In Londen, het eindpunt van mijn trip, heb ik besloten in Europa te blijven. Nu woon ik al enige tijd in Parijs. Good food, good wine, nice people.?

Toen Falkner startte, kende hij de technische kanten van het vak niet. Maar hij leerde snel. Door rond te kijken en te praten met collega’s, met fotografen en modellen. ?Het lijkt echt op schilderen. Je moet het in je vingers hebben. Het is een talent, zoals zingen of schrijven.?

De tien jaar ervaring die Falkner ondertussen als visagist heeft en hij blijft maquilleren voor toonaangevende magazines en reclamecampagnes , helpen hem bij het ontwikkelen van nieuwe producten. Wie zoveel gezichten opmaakt, weet wat vrouwen goed staat. Zoals alle visagisten mengt hij altijd verschillende producten. ?In mijn job als make-up-artist gebruik ik een mix van bijvoorbeeld drie tot vier lippenstiften. Als ik een nieuwe lippenstift voor Rochas ontwikkel, maak ik zo’n mengsel op m’n hand en ga ermee naar het labo : ik wil die kleur. Dat leerde ik als schilder. Je krijgt vier tubes verf en je moet er twintig kleuren uit halen. De bedoeling van een make-uplijn is kleuren brengen die je elders niet vindt. Modieus en flatterend. Want vrouwen hebben in het dagelijkse leven niet de tijd om van alles te mengen.?

Zomer ’97 heeft Falkner al klaar. Hij gaat alweer een andere richting uit. Hij omschrijft het als een non-colours-collection. Want als je alle kleuren hebt gehad, is het niet interessant om nog een blauwe nagellak uit te brengen. Hij baseerde zich op de huidskleur voor een serie kleuren die er toch niet natuurlijk uitzien. ?Je kan opstaan en je lippen kunnen er fantastisch uitzien. Natuurlijk, maar wat blauwer en donkerder dan normaal. Zo’n tinten zitten ertussen : een beetje vaal, alsof je de helderheid weglaat en alleen het residu overhoudt. Voor de nagels heb ik een lak waarmee het lijkt alsof de huid van je vingers doorloopt.?

William Falkner gelooft in het nut van de ?seizoenlooks?. ?Je moet steeds nieuwe dingen brengen. Twee collecties per jaar is een minimum. Volgend jaar komt van Rochas ook een hoogzomercollectie uit.? Hij ziet elke vrouw die make-up dragen. ?Er zitten trendy dingen tussen waar jonge meisjes dol op zijn. Maar elke collectie is evenwichtig opgebouwd. Ik zorg ervoor dat ook iets oudere vrouwen wat kunnen vinden. Zodat ze er modieus uitzien zonder belachelijk te worden.? Volgens Falkner is het verschil tussen de make-up voor dagelijks gebruik en de foto- en defilé-make-up groot. En daar wil hij rekening mee houden. ?Modellen zijn geen echte meisjes. They are not human (lacht). Sommigen, niet eens zo mooi, hebben zo’n verbazende trekken dat ze met gemak een bepaalde ?look? kunnen dragen. Anderen zijn zo goddelijk mooi, dat ze met alles staan. Trouwens : ze zijn zo jong. Op die leeftijd kan je huid heel wat make-up aan. Vanaf je dertigste is het voorbij. Als je niet uitkijkt, maakt make-up je gewoon ouder.?

Beeld uit de Purple Fiction collectie, de eerste die William Falkner voor Rochas creëerde.

Van boven af : Clair d’Etoile, de wintermake-up van Yves Saint Laurent. Twee keer Terry in actie, backstage bij Yves Saint Laurent. Ik ben niet alleen een theoreticus, ik hou van de praktijk.

Van boven af : William Falkner backstage bij Rochas (voor het defilé zomer ’96). Onderaan : Extreme Cyberie, de wintermake-up van Rochas.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content