COLUMN
“Nog een goeie avond, dames en heren. Bedankt voor het kijken en tot volgende week.” Een onschuldig zinnetje waarmee een presentator zijn televisieprogramma afsluit, maar dat eigenlijk één grove leugen is.
Het is geen avond, maar soms 10 uur ’s morgens wanneer zo’n programma wordt opgenomen. En “volgende week” is vaak gewoon twintig minuten later, wanneer de tweede opname begint. Ik herinner mij ooit eens midden in de maand mei de kijker een prettige kerst te hebben toegewenst te midden van plastic sneeuw, blinkende ballen en mekkerende schapen. Buiten was het 27 graden. Het is zo fake als maar kan zijn. Eigenlijk hoeven televisiemensen zich hiervoor niet te schamen, want iedereen neemt een loopje met het normale tijdsbesef. Al eind juli hangt in de boekhandels “Terug naar school”. In volle zomer stellen ze in Parijs de wintermode voor. De kerstman is er al midden november, lang voor Sinterklaas komt.
De tijd stuurt óns niet, wij sturen de tijd. Al het gedoe met seconden, minuten en uren hebben we trouwens zelf bedacht. Een grandioze flater eigenlijk.
Vroeger was tijd zeer nauw met de natuur verbonden. Er waren toen twee soorten uren: het daguur en het nachtuur. Een daguur was één twaalfde deel van de periode van de dag waarop er licht was. Een nachtuur was dan één twaalfde van het donkere deel. In onze streken bijvoorbeeld duurde een daguur in de zomer ongeveer 80 minuten en in de winter 40.
Toen men rond 1300 met de mechanische klok op de proppen kwam, was dat een slecht stuk speelgoed. Bijna 300 jaar liepen die klokken minstens één uur per dag achter. De mechaniek nam het definitief over van de natuur toen iedereen een klok wou met een automatische slag telkens om het uur. Dag- en nachtuur, dat kon niet meer, dus vond men het uur uit van 60 minuten, zoals we dat nu kennen. Maar die constructie staat scheef, want op sommige dagen gaat de zon 16 minuten fout. De zon wil niet mee met onze berekeningen. We hebben schrikkeldagen nodig om de gaten op te vullen, we bedriegen onszelf met een zomeruur en een winteruur. Boeren weten waarover ik spreek. Een koe draait haar uurwerk niet terug. Als de uier vol is, moet hij leeg. Niks te zomeruren.
Nog een voorbeeld. We hebben in heel ons land hetzelfde uur. Als het 16 uur is in Oostende, dan is het ook 16 uur in Maaseik. Maar dat is in werkelijkheid niet zo. De zon komt niet tegelijkertijd op in die twee steden, want Maaseik ligt oostelijker. Enzovoort.
We hebben zodanig met de tijd geknoeid dat niemand op dit ogenblik durft beslissen wanneer het volgende millennium officieel begint. Op 1 januari 2000 of 2001.
Met andere woorden, wij mensen hebben iets in elkaar geflanst dat eigenlijk niet goed werkt maar waar met wat knip- en plakwerk toch mee te leven valt. Als we dan toch de tijd manipuleren, waarom zouden we dan geen stapje verdergaan en bijvoorbeeld eens de kalender aanpakken? Want dat is de slechtste uitvinding die ooit is gedaan. Paus Gregorius de dertiende is de boosdoener. Hij was het die in 1582 de huidige zogenaamde gregoriaanse kalender invoerde. Weg met die rommel!
Om te beginnen zitten we opgescheept met twaalf maanden. Dat is veel te veel. Dat is twaalf keer de hifiketen afbetalen, dat is twaalf keer kijken of ons geld wel gestort is. En dan hebben al die twaalf maanden nog niet eens evenveel dagen. Sommige hebben er 30, andere hebben er 31 en nog andere 28, soms zelfs 29. Geef toe dat dat verschrikkelijk ingewikkeld is. Elke maand bestaat dan nog een keer uit weken, 52 in totaal, die op hun beurt elk zeven dagen bevatten. Wie kan nog zoiets bijhouden? Waarom het moeilijk maken als het gemakkelijk kan?
Ik heb een voorstel. Dames en heren, graag uw aandacht voor de Van Molliaanse kalender.
Zeven maanden en daarmee gedaan. Eén maand met alle zondagen samen, dan één maand met alle maandagen samen, dan één maand met alle dinsdagen, enzovoort. Die zeven maanden heten Zonuari, Maanuari, Dinpril, Woenei, Donderi, Vrijstus en Zatember.
En dat heeft alleen maar voordelen. De brandweer heeft dan maar zeven foto’s nodig voor zijn almanak in plaats van twaalf. Je moet per jaar maar zeven keer de huur betalen. En een weekend duurt nu twee maanden, te weten Zatember en Zonuari. Om de twee dagen voetbal, het paradijs dus. Voor vrouwen is dit misschien niet zo leuk, maar zij krijgen dan weer andere voordelen. Er vallen per jaar zo maar eventjes vijf maandstonden weg.
Elke maand telt 52 dagen. Zeven maal 52 is 364. Aha, denkt u, die Van Molle zijn systeem klopt niet want hij heeft één dag te kort. Die ene dag, beste vrienden, dat is de Grote Feestdag. Op die dag vieren we Pinksteren, Pasen, Kerstmis, carnaval, Feest van de Arbeid, Feest van de Franstalige Gemeenschap, Feest van de Dynastie, Allerheiligen, Driekoningen, Hemelvaartsdag, Maria-Hemelvaart, Sint-Maarten en 120 jaar Will Ferdy.
Herman Van Molle is presentator van het quizprogramma “Per seconde wijzer” (TV1). Samen met Karel Vereertbrugghen bedenkt hij televisieprogramma’s als “VZW” en “Viavia”.
Herman Van Molle
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier