Tessa Vermeiren
Tessa Vermeiren Tessa Vermeiren is voormalig hoofdredactrice van Knack Weekend

Een merkwaardig boekje dreigt ook hier in de bestsellerlijsten terecht te komen : Vlinders in een duikerpak, geschreven door Jean-Dominique Bauby. Bauby, een succesvol journalist, was jaren hoofdredacteur van de Franse Elle. Onder zijn leiding verloor het blad zijn feministisch sérieux uit de jaren zeventig. Bauby hield van stunts en was niet bang om te choqueren. Zo zette hij een paar jaar geleden een naakte Eva Herzigova op de cover en tal van haar collega-modellen poedelnaakt binnenin het blad. Muren waren er om neer te halen voor deze oneerbiedige collega.

Op 8 december 1995 wordt Jean-Dominique Bauby getroffen door een herseninfarct, hij blijft 20 dagen in coma. Met het zeldzame locked-in-syndrom zal hij nog verder leven tot maart van dit jaar. Hij is vrijwel onbeweeglijk, kan niet praten, slechts met één oog knipperen. In het revalidatieziekenhuis van het kustplaatsje Berck brengt hij meer dan een jaar door, wachtend op bezoek dat hem voorleest, op iemand die de televisie in zijn kamer aan of uit wil zetten. Wachtend tot de lange eenzame zondag om is, of de maand augustus, wanneer alle vrienden met vakantie zijn in Bretagne of in de Midi.

Maar de briljante Bauby kan zijn geest niet stilleggen. De vlinders, zoals hij zijn gedachten noemt, blijven fladderen in het duikerpak waarin hij zich opgesloten weet. Hij fantaseert dat hij een toneelstuk schrijft over de ambitieuze en cynische meneer L., ?die tot die tijd nog nooit ergens in had gefaald? en geveld wordt door een beroerte. In de laatste scène zou meneer L., die tot dan toe onbeweeglijk in bed lag, opstaan en zou een voice-over zeggen : ?Verdomme, het was een droom.?

Met behulp van een vernieuwd alfabet dicteert Bauby een boek door met zijn linkeroog te knipperen. En ook maandelijks een brief aan een 60-tal vrienden en kennissen, nadat hij gehoord heeft dat in het Parijse Café Flore meewarig verteld wordt dat hij nu een plant is. ?Behalve enkele onvermurwbaren die koppig blijven zwijgen, heeft iedereen begrepen dat ik bereikbaar ben in mijn duikerpak?, constateert hij voldaan na de eerste brief.

Bauby kan zich scherp de beangstigende droom voor de geest halen die hij had de nacht voor zijn beroerte, en alles wat er gebeurde op 8 december 1995. Ook de laatste nacht en ochtend die hij met zijn oude vader doorbracht in Parijs ; een vader die net als hij opgesloten is omdat hij de trappen van zijn appartement niet meer afkan. Hij fantaseert, gaat in gedachten op reis naar alle plekken waar hij als journalist kwam. En, oh ijdelheid, zeker naar de bar van het Peninsula Hotel in Hongkong, waar Philippe Starck de beeltenis van de mondaine Parijse hoofdredacteur vereeuwigde op de rug van een stoel. Hij haalt herinneringen op aan een vroegere krantencollega, Jean-Paul Kauffmann, die gegijzeld werd in Beiroet en die hij in geen jaren meer gezien heeft. ?Omdat ik mij schaamde in die tijd gekozen te hebben voor bijrollen in een wereld van overdreven opsmuk. Nu ben ik de gevangene en is hij een vrij man.?

Bauby, die een levensgenieter was, bekwaamt zich in zijn lange eenzame dagen in het bereiden van herinneringen. Hij die permanent met een sonde gevoed wordt, volgt in gedachten de seizoenen met al hun geneugten op het bord.

De mooiste passages zijn allicht die over Théophile en Céleste, zijn kinderen. Op vaderdag komen ze naar hem toe, vroeger vierden ze dat niet. ?Zeker om te getuigen dat een zweem van een vader, een schim, een stukje papa, nog altijd een papa is.?

Tessa Vermeiren

Jean-Dominique Bauby, Vlinders in een duikerpak, Uitg. Element, 1997.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content