COLUMN
In de jaren zestig zong Bob DylanThe Times They Are-a-changin’. Maar eigenlijk lijkt het erop dat ze nu, tegen het eind van de twintigste eeuw, werkelijk aan het veranderen zijn. Alsof de waarden nu pas echt verschuiven. Uit een recente bevraging door de kranten De Standaard en La Libre Belgique blijkt dat mensen niet verwachten dat kerk, politici, vakbonden of grote ondernemingen de problemen van de mensheid zullen beheren in de nieuwe eeuw. Voor verandering en verbetering kijkt men overwegend in de richting van leerkrachten en professoren, wetenschappers, grote humanitaire organisaties, kunstenaars en de burgers tout court. Maar in de eerste plaats toch in de richting van de vrouwen, zo blijkt. Jonge mensen tussen 16 en 24 zelfs nog meer dan ouderen.
Dit precies op het moment dat wijd en zijd verkondigd wordt dat de vrouwenbeweging heeft afgedaan en dat jongere vrouwen het woord feminist bijna als een scheldnaam beschouwen. Zou het zo belaagde feminisme dan toch nog ergens voor gediend hebben? Het lijkt wel of de grote zwerfsteen van de verandering na een paar decennia duwen dan toch aan het rollen zal gaan. Alsof de kinderen van de al een tijdje als museumstukken bestempelde tweede-golf-feministen de waarden van hun moeders toch hebben begrepen en weten te waarderen.
CVP-Jongerenvoorzitter Raf Vermeire pleitte onlangs nog voor oranje banen. Die term is weliswaar opportunistisch gepikt van een nieuw telecommunicatiebedrijf dat Orange heet. Maar toch. Jonge tweeverdieners, mannen én vrouwen dus, willen volgens deze aankomende politicus niet per se meer geld van hun baas. Nee, ze willen meer tijd voor hun kinderen, voor hun partner, voor zichzelf. Ze willen niet alleen een carrière, ze willen ook een leven. Maar ze willen ook niet kiezen, ze willen beide tegelijk, naast elkaar, verweven. Wisselend in gewicht op de balans van hun leven.
Bedrijven die op zoek zijn naar gemotiveerde werknemers en ze ook willen houden, zorgen er best voor dat ze flexibele werktijden bieden en extra service die het privé-leven verlicht: take-away maaltijden, kinderopvang, was- en strijkdiensten op het werk, een boodschappenservice, sportinfrastructuur.
Een aantal jaren geleden zou dit allemaal nog weggehoond zijn door wat toen yuppies waren. Nu publiceert zelfs het Amerikaanse zakenblad Fortune naast de top-100 van de machtigste mannen, de rijkste bedrijven en de invloedrijkste zakenvrouwen, een lijst van de 100 bedrijven waarvoor het in de States goed werken is omwille van al die extra voordelen die het leven zoveel aangenamer maken. Het gaat dan echt niet in hoofdzaak over stock options of andere financiële goodies. Het komt erop neer dat mensen het waarderen dat ze, in ruil voor het geleverde werk, met meer zorg worden omringd dan waartoe arbeidsovereenkomsten het bedrijf verplichten. De vrouwelijke waarden zijn duidelijk binnengeslopen op managementniveau.
Volgens het bovenvermelde krantenonderzoek maken mensen zich voor de nabije toekomst het meeste zorgen over files, stress, onveiligheid, vervuiling, racisme, de kwaliteit van onze voeding, werkgelegenheid. Misschien kan een minder exclusief mannelijke kijk op deze problemen ook een aanzet zijn tot meer inventieve oplossingen. Op de kieslijsten zullen straks meer vrouwen staan dan voorheen, daartoe zijn de politieke partijen nu wettelijk verplicht. Maar de vraag is of al die mensen die verwachten dat in de toekomst vrouwen de wereld zullen redden, dat ook in hun stemgedrag zullen vertalen.
Tessa Vermeiren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier