charmante doordouwer
PIERRE DARGE
De aantrekkingskracht van de Chrysler PT Cruiser valt moeilijk te omschrijven. Het is zoals met een vriendin die niet echt mooi is, niet echt intelligent en niet echt handig, maar wel onweerstaanbaar. Het heeft allicht te maken met nostalgie, maar ook met de grote persoonlijkheid: de Cruiser biedt een bijzondere mix van moeilijk definieerbare elementen. Sommigen noemen dat resultaat vreselijk, anderen zijn erdoor gebiologeerd.
Gemengde gevoelens overvielen ons een jaar geleden ook al toen we met de tweeliter benzineversie op de weg gingen. De pret werd een beetje bedorven door de makheid van de motor. Met de komst van de turbodiesel is ook die laatste schaduw verdwenen, wel oogt het prijskaartje nu helemaal anders.
Onder de kap steekt de 2.2 CRD-turbodiesel van Mercedes, een droom van een krachtbron met een common rail-technologie van de tweede generatie. Het geheel kon mits enig knutselwerk dwars worden ingebouwd en laat zich op de weg als een bijzonder passende combinatie ervaren. Vooral bij de hernemingen blinkt de turbodiesel uit en het rijden wordt daardoor bijzonder plezierig en veilig.
En alsof dat niet volstaat, valt de Cruiser opvallend zuinig uit. Ondanks een gewicht van meer dan 1,6 ton en een stroomlijn uit de oude doos, komt de Cruiser met minder dan acht liter honderd kilometer ver.
Op de weg gedraagt de Cruiser zich beter dan men van zo’n nostalgicus zou verwachten. De rolneigingen van de Amerikaan in de bochten blijven beperkt, hij valt in het algemeen meer dan behoorlijk in het spoor te houden. Anders wordt het in de stad, bij het parkeren is het werken geblazen. Hij heeft dan ook een draaicirkel van ruim twaalf meter.
De Cruiser is dus veel meer is dan een brok ondefinieerbare charme. De Amerikaan beschikt ook nog over een functioneel interieur met achterstoelen die kunnen worden opgeklapt en zelfs uitgetild, zodat een aardig laad volume ontstaat (de buitenlengte bedraagt nog geen 4,30 meter). Helaas valt het laad vermogen een beetje tegen, met minder dan 370 kg spring je echt niet ver.
Van de aantrekkelijke prijs waarmee de benzineversies werden gelanceerd, is weinig overgebleven bij de turbodiesel. Voor de basisuitrusting wordt 24.400 euro gevraagd (net geen miljoen nostalgische franken). Wie met een brave Cruiser tevreden is, kan voor de 1.6 Classic (op benzine) kiezen en betaalt dan 18.335 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier