Anna Luyten Freelance journaliste

Een busreis langs versteende landschappen. De erosie van zielsgeschiedenissen. De schoonheid van het wilde Westen. Taferelen van mensen in hun landschap. Grand Canyon, Zion National Park, Oak Creek Canyon, Bryce National Park, navajo. Cornflakes.

ANNA LUYTEN Foto’s : Global Pictures

Er liggen dames in de jacuzzi. Voor de dames groeien palmbomen en voor de palmbomen ligt een berg die Camelback Mountain heet. De gesprekken gaan over niets omdat alle mensen hier zomaar zeggen wat ze denken. De dame bij het zwembad noemt me My Dear, alsof ik haar kleinkind ben. ? My dear, moving to Arizona. It became a dream.” Ze zucht erbij. Ze heeft er dan ook een villa. Phoenix/ Scottsdale. Arizona. My dear heeft altijd een verkeerd beeld gehad van de woestijn. My dear krijgt onderricht. ?Het embleem van de stad is dat van de vogel die uit zijn as herrijst.” Ze zegt het met een rimpelloze glimlach. Ongetwijfeld van dure chirurgische makelij. In Phoenix is een verrijzenis geen wonder meer.

Grote reclameborden tonen de Nieuwe Lachende Mens, de gegoede gepensioneerde burger die uitroept : ?Moving to Arizona.” Luxe troept er samen, gegrepen door de golfkoorts en de exclusiviteit in de woestijn. Dure airconditioning, waterbevoorrading, maar altijd goed weer. Ze was L.A. beu, zegt ze. ?Waar moet een mens na die riots en aardbevingen nog op hopen ?” De rust van het getemde wilde Westen. Wat ooit dor gebied was, heet nu Fountain Hills. Ieder uur spuit daar de hoogste fontein ter wereld water weg. Nergens zijn de golfterreinen groener en exclusiever dan in Paradise Valley, met zicht op de woestijn. ?Geniet van onze age-restricted communities“, zegt een folder. Sun Lakes resort, Pebble Creek Resort, Sunbird Resort. Er zijn buurten waar alleen rijke mensen wonen omdat de villa’s er niet goedkoper zijn dan een half miljoen dollar. De laatste jaren is de populatie er verviervoudigd. Mensen die rust willen en veel beveiliging rond hun huizen. Op de kaart van Phoenix worden voorlopig alleen nog maar de indianenreservaten met een kleurtje aangegeven. Rose. Benieuwd welke kleur dit nieuw soort reservaten krijgen zal.

In het Heard Museum in de binnenstad van Phoenix wordt de geschiedenis van de natives levend gehouden voor het brede publiek. Het museum bestaat nu bijna zeventig jaar en toont de harde historie van de mens die in The Southwest de dorheid trachtte te overwinnen. De eeuwenlange aanwezigheid van indiaanse stammen met vreemde namen : Anasazi, Cohonino, Hopi, Cerbats, Hualapai en Havasupai, Kaibab-Paiutes, Apachen, navajo of de Dine. De oorlogen met de Spanjaarden, de Mexicanen, de verdrijving door de Anglo-Amerikanen. Nu komen iedere ochtend een aantal vrouwen uit de indianenreservaten met een busje naar het museum om er staaltjes van folklore ten beste te geven. Ze weven, ze rijgen kralen tot halskettingen, ze vlechten manden en verkopen ze aan de toeristen. Zwijgzaam.

De volgende ochtend is het alsof het landschap tegen onze bus geprojecteerd wordt, als in een western. Montezuma castle National Monument. Sedona. Oak Creek Canyon. Flagstaff. Stoffige dorpen. Western-bestaan. Saloons. Afgevlakte bergen. Cactussen. Oude, versteende zandduinen. Wegen die vijf miljoen toeristen per jaar slikken. Travelling the Southwest. Het is zowat een begrip geworden in Amerika. Far West Stage Line. Regel 2 : Indien er vrouwen zijn onder uw reisgenoten, staak dan het roken van sigaren en pijpen omdat de geur ervan de andere sekse kan storen. Het kauwen van tabak is toegestaan. Maar spuw met de wind mee, niet tegen de wind in. Zo luidden meer dan eeuw geleden de regels van de reismaatschappij die de Fred Harvey Cie en de Santa Fe Railway in een partnership hadden opgericht. De twee maatschappijen boden een veilige, comfortabele reis naar het Westen aan, maar met een zweem van avontuur. Met gesofisticeerde marketingtechnieken om het ?exotische” en ?romantische” zuidwesten aan te prijzen, brachten zij duizenden burgers naar de zogenaamd onherbergzame streek. Er werden langs de spoorlijn stopplaatsen aangebracht waar men lekker kon eten. De Harvey Cie huurde toen al natives in om dansen uit te voeren en hun kunde en vaardigheden te demonsteren. De potten die ze thuis bakten om voedsel en water in te bewaren, werden in het klein vervaardigd en verkocht als kunstobjecten.

In 1905 opende de Fred Harvey Cie het El Tovar Hotel en het Hopi House aan de zuidkant van de Grand Canyon. Die twee gebouwen staan er nog altijd. Fred Harvey huurde jonge, alleenstaande vrouwen in om maaltijden te serveren voor de toeristen in de comfortabele eetzalen. Ze werden een begrip : de Harvey Girls. Ze maakten deel uit van de luxueuze omgeving die nodig was om toeristen naar het wilde Westen te lokken. De beelden van woeste indianen moesten voor de spanning zorgen. Zowel de Harvey-meisjes als de woeste indianen zijn geschiedenis geworden.

?De drank”, zegt het meisje achter de toonbank van de souvenirwinkel van het Hopi house. Ze wijst naar een oude vrouw in een grijs joggingpak die bij de juwelenkast staat. Haar zoon heeft twee familiejuwelen aan de pandjesdienst verkocht. Een halsketting met turkooizen steen en de brede armband liggen er te koop voor tweehonderd dollar. Tweehonderd dollar is weinig voor een toerist die op een koopje uit is. Het is genoeg voor de hoop op een roes.

Imax, de ultieme filmervaring. ?De Grand Canyon kan je vergelijken met een laagjescake”, had de reisleidster nog op voorhand gezegd. Op die manier konden we het ons levendig voorstellen. Ze had het met haar linkervuist voorgedaan, vooraan bij de microfoon in de bus. ?Je duwt die vuist in de bodem van de cake en je ziet hoe al die lagen beginnen te kraken en breken. Hetzelfde procédé heeft zich afgespeeld in de canyonlands.” Ik had er me vooral slagroom bij voorgesteld. En een vuile vuist. Een kriek die achter haar zilveren ring bleef steken. Ik kreeg zin in koffie, maar we zouden eerst de Imax bekijken. Dynamisch Realisme, schreeuwt de affiche. ?De ultieme combinatie van Sight en Sound“, roept een dramatische stem op de geluidsband. ?En terwijl u hier nu toch bent : Bezoek de gift shop !” Oooh, ik hou van zulke films. Op muziek van Wagner en bij de beelden van de Grand Canyon zegt dezelfde dramatische stem even later opnieuw : ?Is dit het werk van God ? Een symfonie van de natuur ? Tienduizenden jaren geleden was dit oord een toevlucht voor nomaden. De eerste blanken die de Grand Canyon zagen, waren de mannen van de Spanjaard Vasquez de Coronado, die in 1540 de woestijn introk om goud te zoeken. Garcia Lopez de Cardenas ontdekte de rivier maar geen goud.” Hij zou volgens de overleveringen dan ook niet erg onder de indruk zijn geweest.

In de film speelt een acteur de verwondering van de franciscaner monnik Francisco Tomas Garces die in 1776 langs een van de zijcanyons naar omlaag klom en een rode rivier zag en zei : ?Colorado river.” Af en toe lopen er indianen in beeld. De film wordt steeds spannender. De geschiedenis vertelt het verhaal van de militaire landmeter Beale die met kamelen in de jaren 1857 en 1858 het land verkende. De verschrikking van luitenant Ives die per boot de Colorado-rivier moest verkennen. En dan : Patampatam : ?In 1869 begint een der grootste Amerikaanse helden zijn avontuur : majoor John Wesley Powell. Een veteraan uit de burgeroorlog.” Woeste golven op het Imax-scherm. De eenarmige majoor roeit met zijn ene arm alle richtingen uit, de vleeshomp aan zijn andere schouder heeft hij met een koord aan zijn houten boot vastgebonden. Naar verluidt was het lang zoeken naar een eenarmige acteur die Powell kon spelen, en wordt de rol vertolkt door een amateur die toevallig in de buurt van de filmset was. Applaus na de film. Dan met de bus gaan kijken hoe het er in het echt uitziet.

Aan de borstwering van Mather Point aan de zuidkant van de Canyon, op een hoogte van 3300 meter, staat een man met één been. Hij heeft de rechterpijp van zijn Levi’s in zijn rechterachterzak gevouwen. Ik wacht geduldig mijn beurt af. Ives had het landschap vergeleken met de voorportalen van een helse wereld.

Het is de afgrond van de hemel, denk ik. Of hoe heet zoiets. Zoals je vroeger naar de lucht keek en je je trachtte in te beelden dat de wolken bergen waren, maar dan omgekeerd. Het is al valavond. De kleuren van het gesteente veranderen snel : goud, roze, rood, paars. Het is alsof het licht de aarde opensplijt. Het is alsof je een zandkorrel wordt. Het is alsof de wereld zich naar binnen buigt. De intimiteit van een niemandsland.

Volgens mijn buurman aan de borstwering heeft een oud koppel hier vorig jaar samen zelfmoord gepleegd. Ik kan mij hun sprong voorstellen. Een sprong in de Cake.

Ik slaap en eet die nacht aan de rand van een zielsbrekend landschap. De gordijnen en ramen opengelaten. In de gids op het nachtkastje lees ik : ?De canyon beslaat een oppervlakte van ongeveer 5000 km². Hij heeft een strekkende lengte van 445 km langs de Colorado River. De Grand Canyon is 1609 m diep en op sommige plaatsen tot 29 km breed. Hij ontstond door de erosie van de Colorado-rivier en de kracht van koude, sneeuw en regen. Men kan excursies met muilezels maken. Wandeltochten door de Canyon zijn zeker aan te raden. Overnachten kan in de campings of in de lodges. Wie in de zomer wil komen, kan best op voorhand een slaapplaats reserveren. Wie in groep een week op de Colorado wil raften, moet er ook snel bij zijn. De zuidkant is het hele jaar open. De noordkant alleen tijdens de zomer.” Enkele weken later zou wegens besparingsmaatregelen de Grand Canyon een tijd gesloten worden.

’s Ochtends is eerst Tom onze gids. Hij is een van de 1100 werknemers die het hele jaar door aan de rand van de canyon verblijft in een soort gastarbeiderscité. Hij vertelt met wijd openstaande benen, zijn duimen achter zijn cowboy-riem, de stoere verhalen : ?Een hartaanval, vier zelfmoorden door van het rif te springen, wat valpartijen. Al bij al niet veel dodelijke slachtoffers. We hebben ons eigen reddingsteam. Jaarlijks tellen we 400 gevallen van uitdroging. Mensen nemen niet genoeg water mee. We moeten ze met muilezels redden, en als het echt niet anders kan, met de helicopter. Daar moeten ze zelf voor opdraaien : 1800 dollar.”

?De enigen die hier kunnen overleven, zijn de indianen”, zegt Tom. We rijden met de bus door het woestijnlandschap. Het land van de indianen wordt nu gemarkeerd door verkoopstalletjes langs de weg. Armoedige caravans. Een pijl duidt de weg aan naar Chief Yellowhorse. Hier en daar zie je een schaap grazen. Reclame voor benzine. De meeste indianen die hier wonen, volgens sommige bronnen zouden het er nog een 225.000 zijn, leven van de schapenteelt. Weer een pijl naar Chief Yellowhorse. Verlatenheid. Chief Yellowhorse is een caravan met een schotelantenne voor, een tent waar Coca-Cola verkocht wordt. Ik koop een Conversational navajo dictionary. Hello is Yá’át’ééh.

Yá’át’ééh”, zeg ik. ?Hello”, zeggen alle vrouwen in het wassalon bij de supermarkt van Page, een stadje bijLake Powell. Ik ben blij dat ik gewone indianen zie, ontvlucht het reisgidshokjesdenken. Iedereen wast witte was op negentig graden. De natives die in de buurt vanLake Powell wonen, zijn niet tevreden met de waterpoorten van de Glen Canyon-dam. Toen in 1963 deze waterpoorten, aan het noordoostelijke einde van de Grand Canyon, werden dichtgedraaid, werd de kracht van de Colorado-rivier ingeperkt. Zo ontstond het grote Lake Powell, dat een heel gebied onder water zette. Over een afstand van 270 km is het water van het meer tot in Utah opgestuwd. Het wordt via de dam doorgesluisd om in de behoefte aan elektriciteit van steden als Las Vegas, Phoenix en Tucson te voorzien. Een van de vrouwen in het wassalon zegt : ?We hoopten dat de mannen werk zouden vinden in de industrie rond de dam. Maar het heeft ons ellende gebracht.” Ze werkt in het stadje als sociale-hulpverlener voor drugs- en alcoholverslaafden. ?Heel wat van onze jongeren krijgen te kampen met dit probleem. Ze zitten in een identiteitscrisis. Het leven in de reservaten staat te ver af van hun leven in de stad. Ze zijn noch burger, noch indiaan.” Zij gaat alleen tijdens de weekends naar haar moeder in het reservaat. ?De natuur is er zo mooi”, zegt ze.

Ik ontmoet hem na een vlucht over de Rainbow Bridge en het Lake Powell, dat vanuit de lucht een ondergelopen fjord lijkt. Rode rotsstenen branden dan al in de hete zon. Hij wordt omringd door vijf Japanners die met de jeep gekomen zijn. Hij zit op een oude knol, de indiaan. Hij is verkleed in cowboy en poseert op een puntig rotsuitsteeksel. Een schitterend landschap achter hem. Als de mensen Bjuuutifuuuul roepen, lacht hij recht in de lens. Zijn vrouw staat op het mooiste plekje van Monument Valley met een transistorradio tegen haar oor naar haar uitgestelde koopwaar te kijken. Juwelen op een klein tafeltje. Ze heeft een afgetrokken gezicht. Misschien zien alle indianen zonder veren er in mijn verbeelding minder glanzend uit, bedenk ik. Dan loopt de vrouw naar de wagen achter de verkooptent. Verveelt zich. Ze legt zich breeduit op de bestuurdersstoel. In de reisgidsen staat : The most spectacular views on earth. Don’t forget your camera. Het zicht ís spectaculair. Geen gebouwen om je achter schuil te houden.

?En wat betekent dit landschap nu voor jou ?” vraag ik de indiaan die cowboy speelt. Een setting ? Een werkplek naast een cactus ? Hij streelt het paard over de rug. Langzaam. ?Met hem verdien ik hier mijn kost”, zegt hij. Twee dollar voor een foto. De Japanners mogen ook op het paard zitten, dat brengt het dubbele op. De indiaan zet de Japanse mannetjes een cowboyhoed op. Ze kijken samen dezelfde kant op. Naar de versteende aardkorst. De jeep stuift weg. ?Het landschap is als mijn moeder”, zegt de man dan. ?Als deze rode rotsen er niet zouden zijn, met al die lucht ertussen, dan zou ik niet gedragen worden.”

Aan een andere indiaan vraag ik hoe hij in dit beroep verzeild is geraakt. Hij noemt zich Harry. De meeste natives hebben een wereldse en een stam-naam. Harry werd als navajo geboren in het Monument Valley Tribal Park. ’s Zomers leidt hij er toeristen rond in een gammel met cactussen beschilderd busje. Hij groeide op in het landschap waar Camel– en Marlboro-reclamefilmpjes in de desolate rust kwamen opnemen. Zijn broer verdient geld met het onderhandelen met filmmaatschappijen voor opnamesettings. Harry studeert management in California. Zijn studies betaalt hij door naar de rotsen in zijn geboortestreek te wijzen en in drie talen te zeggen : ? Three Sister, Drei Schwestern, Trois Soeurs“. Ik heb nog nooit iemand met zo’n grote handen gezien. Zijn cola-blikje lijkt in zijn greep van kabouterformaat. ?De natives groeien op met respect voor hun land, voor wat de natuur hen geeft”, zegt hij. Tussen zijn woorden door gooit hij grepen paprikachips in zijn mond. Maar ik geloof hem. Hij stopt met het busje bij een lage lemen hut. ?Hier woont een van de oudste vrouwen van onze stam”, zegt hij. ?Ze leeft nog volgens de oude gebruiken.” Ze zit op een mat. Hij zegt dat de vrouw, de grootmoeder, een enorm respect geniet van de clan. We mogen alleen langs haar heenlopen als we de richting van de zon volgen. Aloude gebruiken. Als ik op het einde van de halve cirkel kom, zie ik in een hoekje een slecht weggeborgen muizenval en een pak cornflakes staan. De grootmoeder toont de groep hoe ze haar kleding weeft. Ze eet cornflakes met chocola, zie ik. Crispies. Ik vind het navajo-woord voor cornflakes niet in mijn woordenboekje terug. Crispies staat er ook niet in. ?Wij vechten voor het voortbestaan van onze cultuur”, zegt Harry.

Het is zijn blik die hem zo vreemd maakt in dit landschap rond de Colorado River. Hij heeft harde, blauwe ogen, de oude stuurman van de raftingtocht doorheen de Glen Canyon. Het is een zeer softe rafting. Wat dobberen in schoonheid, met een picknick op een wit strandje. Avontuurlijke raftings worden vooral in de zomer gedaan. Soms duren ze een week lang. ?Sommige stroomversnellingen kunnen je de kleren van het lijf scheuren”, zegt hij. ?Op de 446 km lange Grand Canyon heeft de Colorado een verval van 660 meter, met meer dan 150 stroomversnellingen.” De man is vergroeid met een landschap. Toen hij veertig werd, besloot hij zijn droom waar te maken : op de Colorado gaan varen. Hij doet het nu enkele maanden per jaar. Zijn vrouw en kinderen leven in Las Vegas. Daar gaat hij in de weekends wel eens naar toe. ?Ik ken meer van vogels dan van geld”, zegt hij.

Bij de Heiligen der laatste dagen belooft men die avond fun. Ik ben tegen dat soort beloften. Kanab, een godvergeten western-dorpje in de staat Utah, in de buurt van het Bryce Canyon National Park, lijkt wel dood. Het enige wat er levend wordt gehouden, is de vergane glorie van de tijd dat er westerns werden gedraaid. Het land wordt bevolkt door mormonen die rond de Colorado een grote staat wilden stichten, maar geen middel vonden om de Canyon over te steken. De huizen zijn er saloons. De jeansbroeken zijn er goedkoop. We eten in een bar waar foto’s van filmsterren aan de muren hangen. Waar de kok nog gefigureerd heeft in een film met Frank Sinatra. Waar Clark Gable ’s avonds door de straten dwaalde. ?Het was er leuk om wonen”, zegt de kok. ?Tot er iets verschrikkelijks gebeurde.” De western verdween. ? Rambo werd populairder.” Nu voeren ze iedere avond een spelletje op met de klanten. We moeten spelen dat er weer een western wordt opgenomen. De kok is regisseur. Even terug naar de tijd van Buffalo Bill, The Union Pacific… Na het spelletje is het dorp weer saai. De lichten gaan uit. De heiligen der laatste dagen drinken noch schenken alcohol. Het is alsof de dagen er als een soufflé in elkaar zakken.

De volgende ochtend rijdt de bus naar het Bryce Canyon National Park, een prachtig land van dennenbomen. We staan er stil bij Sunset Point. Bij Inspiration Point loopt iemand van de groep verloren. In het Zion National Park, een prachtig park om te kamperen, loop ik het busgevoel van mijn lijf.

Ik kan de mensen niet ruiken die ik vanuit het busraampje door de kleine stadjes zie lopen. Maar ze zien eruit alsof ze een knor-rundblokjesaroma met zich meedragen. Ze leven op de kleine prairies. Ik kan mij niet voorstellen wat ze denken.

Aan de rand van de woestijn duikt de volgende dag Las Vegas op. Alleen de vissen in het aquarium van het restaurant herinneren aan het bestaan van zoiets als natuur.

Lawaai rondom. Het eerste wat ik die ochtend hoor, is het gekreun vanuit de slaapkamer van de buren. Ik hoor geen bed kraken. ?Bastard”, roept een vrouwenstem. Gesnik. Te dramatisch om echt te zijn. Vreemd hoe je door de dunne muren elkaars televisietoestel kan horen. Een gênante intimiteit tussen vreemden. Het is een praatshow. Ik hoor het zwijgen tussen de mensen in het bed achter de muur.

In 1963 gingen de waterpoorten aan het noordoostelijke einde van de Grand Canyon dicht, en werd de Colorado-rivier aan banden gelegd. Zo ontstond het Lake Powell.

Rechts : een native indiaanse, een dankbaar object voor toeristencamera’s.

Boven : dit landschap kent u van de Camel- en Marlboro- reclamefilmpjes. Links : de Rainbow Bridge over Lake Powell, dat vanuit de lucht een ondergelopen fjord lijkt.

Monument Valley : indiaan poseert op oude knol en verdient zo twee dollar per foto. The most spectacular views on earth, staat in de gids.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content