Burengerucht

Ik weet niet hoe het elders was, maar in mijn eigen straat had de tweede uitgave van de Burendag de allure van een middelgroot festival. Acht meter lange luifel voor de deur, merguez en brochetten op de barbecue en muzikale omkadering door een live orkest, bestaande uit een kwieke 85-jarige met twinkeloogjes die Blue Moon, Stormy Monday en uiteraard Wor azzek zengeboren op de synthesizer speelde. Buurschap is bij ons dan ook geen voos begrip. Lichten van de auto laten branden ? Geen nood, buurman die Boelie uitlaat heeft het in de smiezen. Een onverlaat die tegen je reglementair geparkeerde voertuig knalt ? Wees gerust, zijn nummerplaat werd door drie onafhankelijke getuigen genoteerd. Dringend iets te lijmen na winkelsluiting ? Bij de buurvrouw staat de Pritt te allen tijde gebruiksklaar. Verder beschikken wij in de Tentoonstellingswijk aan de Antwerpse zuidrand over een uitermate actief buurtcomité : geen putdekseltje scheef of fietsrek fout ingeplant en ze zullen het geweten hebben in ’t Stad.

Dat het niet echt een bruisende wijk is, wierp een vriend ooit op. Was Eddy van Vliet er niet opgegroeid, die van de weeromstuit zeer droevige gedichten schreef ? Nu, bruisend hoeft niet meteen voor mij ; binnen spuugafstand van de Hopper wonen zou mijn productiviteit niet echt ten goede komen. En bovendien blijkt mijn biotoop een stuk opwindender dan ik ooit kon vermoeden, mocht ik bij het stokbrood met tonijnsla vernemen. Wat er allemaal niet gebeurt als een mens even niet kijkt. Want ik mag doodvallen als het niet waar is, in het huis van de advocaat zijn BV’s komen wonen. “Wie dan wel ?” vraag ik verlekkerd. Stel je voor, een diepte-interview met Tom Barman over de tuinmuur heen. “Euh, een koppel acteurs, van de film. Of van het Toneelhuis”, wuift mijn zegsvrouw vaag met een worstje in de richting van het huis achter de treurwilg. Waarna iemand met een mond vol Spaanse omelet weet dat in het woonblok aan het eind van de straat onlangs een man morsdood werd gevonden. “Wat zeg ik ? Keivermoord.” Ik pik nog een olijf. Woon ik verdomme in A’pen CSI en ik weet van niks. “Ja, en er wordt hier gedeald dat het een lieve lust is. Heb je dat nog niet gezien ? Auto’s die elkaar kruisen en mannen die via het raampje van alles doorgeven.”

Ik tap een glas best drinkbaar rood uit de bag-in-box en schud mijn hoofd. En ik die dacht dat marsepein van de scouts het enige was dat hier gedeald werd. Nu ik erover nadenk : zou de stracciatella van Gino’s Exotisch IJs wel koosjer zijn ?

“En die kerel in een blauwe Passat die hier op de hoek parkeert en dan uren op zijn laptop zit te hameren. Gegarandeerd zit die op iemands netwerk.” Ik proef een plak cake van Elza van nummer 27 en probeer me te herinneren of mijn eigen netwerk beveiligd is. Maar één ding is zeker ; digitale televisie is aan mij niet besteed. Als ik vertier wil, zet ik voortaan gewoon mijn stoel op straat, daar gaat 24 gewoon live.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content