BORDEAUX ’97

Herwig Van Hove

Bordeaux ’97 in primeur kopen, heeft weinig zin. Daarvoor is hij te duur. En dat wordt door de kwaliteit niet gerechtvaardigd. Sauternes is dé grote uitzondering op de regel.

Speculeren in wijn is een riskante kunst. Sommige wijnen zijn speculatiegevoelig, andere helemaal niet. Alle Premiers Crus Classés van Médoc of Saint-Emilion komen in aanmerking. Grote uitzondering is de Sauternes waarvoor nota bene het jaar 1996, en zeker het jaar 1997, absoluut uitzonderlijk zijn. De speculatie kan de prijzen enorm doen dansen: Angélus 1995 werd eind 1996 nog en primeur op de Belgische markt aangeboden voor 1081 fr. per fles, een jaar later was dat 3000 fr. De prijs van een fles Latour 1995 evolueerde over deze periode van 1827 fr. naar 8200 fr., prijzen zonder BTW. Winsten die zelfs Luxemburgse bankiers zouden doen blozen.

Maar er zijn veel meer wijnen die ‘braaf’ gebleven zijn: Grand Mayne 1995 steeg op een jaar tijd van 722 fr. naar 928 fr., Clos Du Marquis 1995 van 511 naar 675 fr. en Branaire Ducru 1995 van 680 naar 710 fr. Grote wijnen waar grote vraag naar is, kunnen niet anders dan in prijs stijgen, zeker de eerste vijf jaar na het millesime. Later kan de prijs wat inzakken, omdat speculanten winst beginnen te nemen waardoor het aanbod stijgt. Toch blijft “wijn kopen om niet te drinken” gevaarlijk, want een hoge marktwaarde van een fles betekent nog niet dat er ook harde centen voor staan: men moet ook kunnen verkopen. De verkoopkanalen voor wijn zijn dezelfde als voor kunstwerken: veilingen en gespecialiseerde galeries. Dat impliceert dat men op een wijnveiling een mooie koop kan doen, maar evengoed dat men als verkoper grote tegenslag kan hebben. Daarom is het beter niet te veel risico te nemen en slechts met mate te speculeren, en bovendien alleen met de grote jaren.

Op Belgisch consumentenniveau is er weinig massale wijnspeculatie. Amateurs zullen wel van een dure wijn en primeur twee kisten kopen in plaats van één, om er later een van te verkopen en zo de andere zichzelf te laten betalen. Als het tegenvalt kan men nog altijd de twee kisten zelf consumeren.

Y ves Glories, decaan van de oenologische faculteit van de Universiteit van Bordeaux, windt er geen doekjes om: “1997 is een uiterst moeilijk jaar, zowel op het veld als in de wijnkelders…” Sleutelelement is de regen: in vergelijking met het gemiddelde van de laatste 30 jaar viel het dubbele in de maand mei (144 mm), het driedubbele in de maand juni (150 mm), en het dubbele in de maand augustus (107 mm). De regen van de maanden mei en juni had tot gevolg dat de bloemzetting vertraagde en uitliep over een veel te lange periode. De latere kleurzetting ( véraison) volgde dat heterogene beeld: groene en donkere druifjes kwamen veelvuldig voor op dezelfde trossen, en groene en halfrijpe druivenstokken stonden naast elkaar op hetzelfde perceel. De regen van augustus deed daarenboven nog de druiven zwellen waardoor het aandeel van de kleurbrengende schillen aanzienlijk verminderde. De rode oogst moest dus grondig op groen en rot getrieerd worden: Latour hield 49 procent over, Cheval Blanc 65 procent. Er was daarenboven grote onzekerheid over het ideale oogstmoment, want het finale rijpheidsniveau was zeer heterogeen. Men oogstte uitzonderlijk lang, tot drie weken, en haalde overrijpe druiven binnen, indien te lang was gewacht; ofwel groene, wanneer te vlug werd begonnen. Maar in elk geval bijna altijd beide tegelijk en met weinig kleur. Doorgedreven extractie (lang laten weken op de schillenkoek) kan wat doen aan de kleur, maar benadrukt ook het onevenwicht. Het prototype van rode 1997 is een steviggekleurde wijn met tegelijk elementen van cuit en van vegetaal, die daarenboven afzonderlijk staan in de smaaksequens: verbrokkeld met een leeg fruitloos tussengebied en ongedekt finaal bitter. De toekomst kan hier geen verbetering brengen: de structuurfout kan alleen met de jaren verergeren. Zoals altijd zijn er toch wijnen die mooi ‘volledig’ voorkomen: dat worden onze aanraders.

Rode Bordeaux 1997, Médoc-zijde van de stroom.

De aanraders hebben fruit, finesse en charme. Andere positieve elementen vermelden we er apart erbij: Poujeaux (geknoopt), Siran (mooi gestrekt), Brane-Cantenac, Rausan-Ségla, Palmer (smakelijk), Cantenac-Brown (elegant), Talbot (zachtaardig), Branaire, Beychevelle, Langoa (stevig), Léoville-Barton, Léoville-Poyferré (rijp), Gruaud (geknoopt), Croizet-Bages, Grand-Puy-Ducasse, Pichon-Baron en Latour. Zoals gewoonlijk komt Saint-Julien er goed uit en in mindere mate ook Pauillac en Margaux.

Listrac en Moulis zijn als geheel af te raden, en in Margaux zijn af te raden: Labégorce, Angludet, Rauzan-Gassies, Kirwan, Dauzac, Malescot Saint-Exupéry, en in iets mindere mate: Martinens, Monbrison, Prieuré-Lichine, Lascombes, Giscours en Marquis de Terme.

De appellations Médoc en Haut-Médoc zijn als geheel af te raden, met uitzondering van Belgrave en Tour Carnet. In Saint-Julien valt alleen Lagrange wat tegen door zijn bittere finale. In Pauillac is er voorbehoud voor Pontet-Canet, Lynch-Moussas, Haut-Bages-Libéral, Lynch-Bages (wat flauw) en Pichon-Comtesse (wat dun). In Saint-Estèphe zijn Ormes de Pez, Lafon-Rochet, Cos Labory en Montrose af te raden, Phélan kan er door, maar het is geen Saint-Estèphe-jaar.

In de appellations Graves en Pessac-Léognan zijn er enkele rode aanraders: Haut-Brion (charme en stevigheid samen), Domaine de Chevalier, Fieuzal, Pape Clément, Smith-Haute-Lafite, Latour-Martillac en Malartic-Lagravière. De rest mag men vergeten, de witte inbegrepen, behalve Domaine de Chevalier en witte Haut-Brion.

Rode Bordeaux 1997, Libourne-zijde van de stroom.

In Saint-Emilion en Pomerol zijn er enkele aanraders: Cheval Blanc, Beauséjour-Bécot (krachtig), Canon-la-Gaffelière, Clos Fourtet (zacht en toch stevig), Grand Mayne (stevig), La Croix de Gay (structuur) en Petit Village (stevig en rondgeknoopt). Zijn af te raden: Balestard-la-Tonnelle, Dassault, Fonplégade (zuur water), Larmande, Gazin, La Cabanne en La Pointe. Nog redelijk voor het jaar zijn: Canon, Cap de Mourlin, La Dominique, Larcis-Ducasse, Figéac, Franc-Mayne, La Tour Figéac (wat te fluïde), Beauregard, Vieux Château Certan, La Conseillante, L’Evangile.

Saint-Emilion is als geheel wat beter dan Pomerol, maar ook de merlotdruif was niet homogeen rijp, met de gekende gevolgen.

Sauternes 1997: een wonder.

Voor de tweede opeenvolgende keer is Sauternes bij de groten: 1997 is zelfs nog groter dan het wonderlijke jaar 1996. Hier is het millesime gestuurd door de afwezigheid van regen in het najaar. In september regent het gemiddeld 75 mm, in 1997 was dat slechts 38 mm; in oktober viel 18 mm tegen gemiddeld 84 mm. Een droog najaar dus, met echter evenveel zonneschijn als gemiddeld. Ideale omstandigheden voor een snelle en volledige pourriture noble. De botrytis is gaaf en volledig, zonder bijsmaken van droge rozijnen, honing of verbrande suiker. De wijnen hebben ofwel een accent op finesse ( Guiraud) ofwel op somptueuze vulling ( Rieussec). Deze wijnen kan men gerust en primeur kopen: ze zijn perfect en er is (nog) geen speculatie.

Absolute aanraders zijn: De Malle (statige neus met fijn hout en een levendige smaak), Caillou (sprankelende diepe neus, goed structuurzuur in de smaak en volgave witte perzik), Nairac (levendige botrytisneus met goed hout en dito door hout vergedragen smaak), Doisy-Daene (geconcentreerde neus en een zeer goed gevulde, levendige smaak), Sigalas-Rabaud (levendige neus en een somptueuze gevulde smaak), Rieussec (dichtgeplooide neus en een uiterst gevulde brede lange smaak met mooi structuurzuur, een kwaliteitsbom), Guiraud (heel beschaafd fijn in neus en smaak), Suduiraut (finesse en kracht samen, ongelooflijk compleet), Lafaurie-Peyraguey (fijne structuur met levendige, brede diepte en kracht; een wonder).

Mindere goden zijn: Lamothe-Guignard, Lamothe, Romer du Hayot, Suau, Broustet, Doisy-Védrines, Myrat, Rayne-Vigau, Coutet, Clos Haut-Peyraguey en La Tour Blanche.

Af te raden: Bastor Lamontagne, Filhot (mislukt) en Rabaud-Promis.

Herwig Van Hove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content