Bijna conforme kopie

Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Nu Kia deel uitmaakt van het grotere Hyundai, verschijnen de nieuwe modellen in recordtempo. Toch is het daarbij even uitkijken, omdat sommige van die modellen eigenlijk gewoon de tweeling zijn van bestaande Hyundais. Neem nu de Sportage, die is haast een kopie van de Hyundai Tucson. De technische fiche leest als een doorslagje, de uiterlijke verschillen zijn iets groter. De styling werd enigszins aangepast, maar veel is dat niet. Wie de details erop naslaat, merkt dat de Sportage bijvoorbeeld 2,5 cm langer uitvalt, 3 cm breder en ook nog 3,5 cm hoger is. De wielbasis is gelijk, en hetzelfde geldt voor de turbodiesel waarmee we op weg gaan. Het vermogen is identiek, het maximaal koppel is over een iets breder toerental uitgesmeerd (1800-2500 toeren), wat natuurlijk een goede zaak is. De versnellingsverhoudingen verschillen niet, het verbruik nauwelijks. In de stad en gemiddeld heeft de Sportage 0,1 liter meer nodig per 100 km. De Sportage sleurt 33 kg extra mee en kost 400 euro extra.

Net zoals bij de Tucson (en bij de Toyota RAV4) heeft de klant de keuze tussen voorwielaandrijving en vierwielaandrijving. Het verschil in prijs bedraagt 2000 euro. Wie eens rondkijkt en ziet waarvoor dit soort SUV’s gebruikt worden, zal allicht voor de voorwielaandrijver kiezen, aan de buitenkant zal geen mens het merken.

Zelf rijden we de test met de tweeliter CRDI turbodiesel in vierwielaandrijving, maar er is ook nog een tweeliter benzine en een 2.7-liter V6 benzine, enkel met automaat en in 4×4. De turbodiesel is niet erg geavanceerd ( common rail van de eerste generatie, geen adaptieve turbo), maar op de weg blijkt de Koreaan het daar prima mee te doen. In doordeweekse, droge omstandigheden op verhard terrein gebruikt de Sportage enkel de voorwielaandrijving, maar waar de omstandigheden erom vragen, wordt de vierwielaandrijving automatisch ingeschakeld. Ideaal dus voor de leek die de mechaniek en de elektronica het werk en de omschakeling laat doen. De bijkomende achterwielaandrijving wordt tot maximaal 50 procent ingeschakeld en zorgt daarmee voor extra grip op moeilijk terrein.

De Sportage is daarmee een no-nonsense 4×4, en dat lijkt de keuze van de Koreanen te onderstrepen : veel auto voor weinig geld, geen gesofisticeerde, ingewikkelde oplossingen, want de rijder gebruikt ze toch niet. Interessant is de zeer vlotte omschakeling van de achterbank (in twee ongelijke delen) die met een simpele vingerknip dichtklapt, zodat een vlakke laadvloer ontstaat. Ook de apart openende achterruit, die we al op de Tucson zagen, is praktisch. De Sportage krijgt standaard getinte en elektrisch bediende ruiten, een in de hoogte verstelbare rijdersstoel, centrale deurvergrendeling, zes airbags, ABS en EBD mee. Niet kwaad voor een allrounder die 21.400 euro kost. Wie daarop nog wil afdingen, moet weten dat de dealerkorting 13 procent bedraagt.

Pierre Darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content