BEZETEN VAN BRUSSEL
In het Duits bestaat er een woord voor mensen die niet geboren zijn in Berlijn, maar die vanuit hun hart kiezen om er te wonen. Dan ben je een Wahlberliner. Wel, ich bin ein Wahlbrüsseler. Ik ben geen ketje: ik ben niet gemaakt door Brusselse ouders. Ik mag mezelf evenmin een zinneke noemen, zelfs niet een van mijn ouders is een ketje. Ik ben een inwijkeling, een Brusselaar uit keuze. Ik zou mezelf als milleke kunnen bestempelen, want mijn postcode is 1000. Maar ik ben in elk geval een Brusselaar in mijn hart.
Ik heb geen vroege herinneringen aan winkelen in de Innovation en aan wafels eten op zondag. Geen tramverhalen. Geen schoolse avonturen op de Grote Markt. Maar hoeveel herinneringen heb je nodig om in aanmerking te komen voor het statuut van Brusselaar ?
Ik woon er ondertussen 35 jaar, langer dan ik bij mijn ouders heb gewoond. Ik ben er vier keer verhuisd (studenten-koten niet meegerekend), werd er overvallen en ben er verliefd geworden. Ik ben er ontelbare paraplu’s en handschoenen kwijtgeraakt en heb er mezelf gevonden. Ik herinner me de tijd toen het viaduct er nog stond, toen er nog geen metro was en toen we nog iets gingen drinken in de Falstaff. Ik denk dat ik een Brusselaar ben.
Ik houd mezelf het recht voor om op de stad te mopperen, om te klagen en te zagen, want dat doen Brusselaars. Het is een vuile stad. Die voetgangerszone slaat nergens op. Je zou denken dat ze nu toch eindelijk eens een trottoir kunnen aanleggen dat vriendelijk is voor hakken. En, oh horror, straks is de kerstmarkt daar weer. Maar ik klaag zelden waar buitenstaanders bij zijn. Brussel krijgt het al hard genoeg te verduren, dan kan ik geen slecht woord verdragen.
Aan bezoekers krijg je de charme van de hoofdstad niet altijd uitgelegd. Als ze de fatale vraag stellen – “Waarom woon je eigenlijk in Brussel, en niet in Antwerpen of Gent ?” – is het eigenlijk al een verloren zaak. Je voelt Bxl of niet. Vriend Rodrigo die hier uit Spanje neerstreek, was er meteen weg van en krijgt niet genoeg van de stad. Andere vrienden kunnen niet snel genoeg vertrekken. Zeker, Antwerpen is modieuzer en energieker. Gent zal mooier zijn en samenhangender. Maar ik houd van mijn lappendeken van een stad, gaten en rafels inbegrepen.
In dit Brusselnummer hopen we de charme van de stad over te brengen. Met de hulp van mensen die er wonen, werken, leven, fietsen. Ze geven hun adresjes, delen hun stadsverhalen en proberen over te brengen waarom ze Brussel-bezeten zijn. Ik hoop dat er een vonk overspringt en dat ik u er binnenkort ontmoet. Goed volk kunnen we altijd gebruiken.
lene.kemps@knack.be
LENE KEMPS
Aan bezoekers krijg je de charme van de hoofdstad niet altijd uitgelegd. Je voelt de stad of je voelt ze niet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier