PIERRE DARGE

Geen mens die eraan denkt een Hyundai te kopen om indruk te maken. Misschien pakten de ontwerpers van de vorige coupé daarom uit met zo’n nadrukkelijke styling. De auto zag er in elk geval uit alsof hij één brok spieren was. Bij de derde generatie werd een en ander gecorrigeerd, de herwonnen soberheid oogt in ieder geval een stuk aantrekkelijker. Met enkele discrete trekjes die van de Ferrari 456 GT werden overgenomen. Daardoor ziet de nieuwe Hyundai Coupé eruit zoals hij is: een elegante coupé die geen sportwagen wil zijn.

De wagen werd vijf centimeter langer en drie centimeter breder dan zijn voorganger, met bovendien een vijf centimeter bredere wielbasis. Die ingreep zorgt voor een stevige basis waarop een geslaagd en sober uiterlijk zit gegoten met één enkele sportieve noot: een metalen tankdop die zo uit de racerij lijkt te komen.

De wagen komt met drie benzinemotoren op de markt: een instapmodel met een 1.6 liter-motor en 105 pk, een tweeliter die al 136 pk op de voorwielen overbrengt en een V6 met een slagvolume van 2.7 liter en een forse 167 pk.

Voor de kennismaking laten we de tweeliter voorrijden. Binnenin is hij zeer verzorgd afgewerkt. Vooral de kuipstoeltjes bevallen ons, net als het overzichtelijke instrumentenbord. Op de middenconsole treffen we wel wat overbodige metertjes, zoals een voltmeter en een nooit eerder geziene koppelmeter (die aangeeft hoeveel motorkoppel aangesproken wordt). We gaan ervan uit dat die extra’s de sportieve look moeten onderstrepen, maar overtuigen doen ze niet.

Blijkt de zit voorin prima, dan valt de ruimte achterin beperkt uit, maar dat is inherent aan een coupé waarin de elegante lijn primeert. Over het rijcomfort kunnen we kort zijn: op snelheid valt die wel mee, maar met een kuiertempo in de stad valt de ophanging behoorlijk hard uit, alsof we met een echte racer onderweg zijn. En dat is die coupé beslist niet.

De Hyundai 2+2 is een wagen met een behoorlijke en vooral zeer beheersbare portie pit. Zelfs bij plankgas worden de krachten op een beschaafde manier afgeleverd, zonder verrassingen. Met een prima wegligging is de coupé ook een trouwe bondgenoot die zich niet van de wijs laat brengen en keurig in het spoor blijft.

Wie de wagen als tweezitter gebruikt, kan hem ook als aardige en redelijk handige reiswagen gebruiken: de achterbank is in twee gelijke delen neerklapbaar en biedt dan volop ruimte voor bagage. In de vierzitconfiguratie blijft er een redelijke 418 liter over voor koffers.

Het indrukwekkendste aan deze coupé is echter de prijs-kwaliteitverhouding. De tweeliter krijgt in zijn FX-basisversie standaard een heel arsenaal aan faciliteiten mee. Vier schijfremmen en een ABS vormen de basis van een veiligheidsfilosofie, waarin ook plaats is voor verticaal verstelbare veiligheidsgordels, met gordelspanners en krachtbegrenzer. Chauffeur en passagier worden bij een zware aanrijding door frontale en zijdelingse airbags zo goed mogelijk beschermd. De wagen beschikt over centrale vergrendeling, elektrisch bediende ruiten én verwarmde buitenspiegels. De chauffeurszit en het met leder beklede stuur zijn in de hoogte regelbaar en zelfs een manuele airconditioning behoort tot het basispakket. Daar komt naar goede traditie drie jaar waarborg bovenop. Voor dat alles wordt 19.999 euro gevraagd. Wie met een 1.6 liter tevreden is, blijft zelfs onder de 17.000 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content