Barbera na de revolutie

Herwig Van Hove

Barbera, dezelfde druif die jarenlang grote plassen Piëmontese, zure tafelwijn opleverde, vormt nu de basis van een rijk gestructureerde, grote wijn.

Piëmont in Noord-Italië is bij wijnliefhebbers vooral bekend om zijn Barolo en Barbaresco, met een gemiddelde jaarproductie van 70.000 en 26.000 hectoliter. Ter vergelijking: van Margaux wordt ook slechts 68.000 hectoliter gemaakt, maar van Médoc wel 540.000. De belangrijkste DOC’s ( Denominazione di Origine Controllata) van Piëmont zijn dan ook niet Barolo of Barbaresco, maar de Dolcetti ( d’Alba, di Dogliani en di Diano d’Alba) met 270.000 hectoliter en de Barbera d’Alba met 172.000 hectoliter. Alleen al in de provincie Cuneo zijn er 35 DOC’s: Italianen zitten om een appellation meer of minder niet verlegen.

Dolcetto is, zoals de naam doet vermoeden, een vrij zoete druif die een vriendelijke wijn geeft, maar als vrucht al voor de helft wordt opgegeten. Hij wordt niet veel geëxporteerd en is van een zeer toegankelijk simpele soepelheid. Met barberawijn liggen de zaken anders: de plotse interesse heeft hij niet alleen aan de onbereikbaar hoge prijzen van Barolo en Barbaresco te danken, er is veel meer aan de hand.

Nauwelijks 20 jaar geleden gold barbera overal nog als een reservedruif. Waar niets groeide, op de noorderflanken van de vele Piëmontese heuvels bijvoorbeeld, plantte men barbera. Men liet het tot immense rendementen komen, wat altijd de tekortkomingen meer in de verf zet dan de kwaliteiten: de wijn werd onmogelijk zuur. Met meer dan 100 hectoliter per hectare werd de rode barberawijn zo zuur dat men er meestal (door te ontkleuren met actieve kool) witte wijn van maakte.

Elio Grasso was de eerste om barbera te tolereren op beter georiënteerde hellingen en om het rendement drastisch te verlagen. De vaststelling dat de druif meer in zich had dan een banale zure tafelwijn, kreeg hij dan ook in primeur. Overproductie resulteert in naakte zuurheid, bij redelijke rendementen komt fris fruit met een zuur accent naar voren. Ook bij andere druiven kent men dat fenomeen: grote rendementen cabernet sauvignon leveren iets zeer vegetaals op, merlot iets uitermate flauws en nebbiolo iets onmogelijk bitters.

Moderne technologie stelt de wijnmaker bovendien in staat het fruit beter te respecteren en intact tot in de fles te brengen: koele gisting, juiste duur van contact met de schillenkoek en optimale rijpheid van de oogst. In 1997 kwamen de optimale klimatologische condities samen om het inherente fruit tot ontwikkeling te brengen. Dat gezegende jaar staat dan ook te boek als het eerste en grootste barberajaar: het begin van een tijdperk, want later zouden ook 1998 en 1999 tot de excellente jaren gerekend worden.

Het jaar 1997 begon met een koude, sneeuwrijke winter en een droge warme lente: de wijnstokken gingen haast 14 dagen vroeger in bot dan gemiddeld. De enige regenmaand was juni: 130 mm water volstond om een droge hete zomer door te komen. Al de ontwikkelingsfasen van de druivenstok bleven 10 dagen voor op het gebruikelijke en dat leidde dan ook tot volledige en uniforme rijpheid. Geen spoor van schimmel of meeldauw, geen hinder van insecten: de cyclus was volmaakt en het uiteindelijk resultaat was een perfecte oogst met ruim een kwart meer volume dan gemiddeld.

Georgio Barbero, de oenoloog van het consortium van de DOC Barbera d’Alba, is een en al enthousiasme: “De bodemstructuur van deze grote DOC is zeer gevarieerd, wat normaal tot veel verschillende wijntypes leidt, van licht elegant tot vol en gestructureerd, toch is in 1997 haast overal alles ideaal verlopen. Het tanninegehalte is hoog, maar de bitterheid is van het rijpe type en de zuren zijn met 8 gr per liter veeleer laag, zeker voor een barbera. Het alcoholgehalte is dan weer zeer hoog: 14 tot 14,5 volumeprocent. Maar alles is in een stevige structuur gevat: deze wijnen moeten goed kunnen verouderen.”

Ook Mario Ronco, de oenoloog die de DOC’s Barbera d’Asti (200.000 hl) en Barbera del Monferrato (100.000 hl) in het oog houdt, is vol lof: “De renaissance van barbera is niet uit het niets gekomen. In 1970 werd er nog 4 miljoen hectoliter per jaar van gemaakt, nu nog amper 500.000 hl. Dat komt omdat de consumptie van banale tafelwijn in Italië, maar ook in Frankrijk, gedaald is van 110 naar 50 liter per persoon. Er was geen behoefte meer aan een grote barberaplas. Barbera moest wel de kaarten herschikken, het was dat of verdwijnen. Al vlug bleek dat men met barberawijn haast alle richtingen uitkan. Volgens de opties van de wijnbouwer en de bodemeigenschappen van het perceel kan men even goed primeurwijn onder koolzuurgisting maken als stevig houtgelagerde wijn en ja, zelfs schuimwijn. De keuze voor stevig ligt echter voor de hand: bij normale rendementen zijn de schillen dik en is het sap van de kleine druifjes van nature geconcentreerd. Er komt altijd veel kleur en bitterheid van. Barbera wordt de cabernet sauvignon van Noord-Italië. Het jaar 1997 is uitzonderlijk, maar de jaren 1998 en 1999 zijn ook excellent. Barbera is goed op weg.”

Barbera in het glas

Onze evaluatie is gebaseerd op twee grote blinde proefsessies: een Barbera Meeting vorig jaar in Alba zelf met 180 wijnen, meestal van 1997. En een studieronde van het Weekend Knack-proefpanel met de barberawijnen op de Belgische markt. Alle invoerders werden daarvoor aangeschreven door het ICE ( Instituut voor Buitenlandse Handel), wat resulteerde in een vijftigtal wijnen op de tafel.

Op de Barbera Meeting leren we die grote variatie van types kennen. Een eerste groep betreft wijnen van grote concentratie, ondersteund door een goede houtfactor en in een tweede groep vinden we dezelfde wijnen, maar dan zonder structuurpretentie, een en al charme, ideale instapwijnen. Natuurlijk bestaat er ook een derde categorie: de verkeerde wijnen, matig geconcentreerd die men met hout ten onrechte een halo van structuur heeft proberen te geven, maar waarbij het hout domineert en naar verbrokkeling leidt. Of hoe sommigen nog naïef denken dat hout gelijk staat met kwaliteit, terwijl kwaliteit alleen in de wijngaard groeit. Ten slotte onderscheiden we een laatste categorie met duidelijke fouten van restzoet, hoge vluchtigheid of vuil hout.

Op de Alba-proeverij kwamen er 53 in de negatieve categorie terecht, bij het Weekend Knack-panel een achttal.

Topwijnen 1997, proeven in Alba

DOC Barbera d’Alba

Az. Agr. Lano, Alba: smakelijk met goede structuur.

Montaribaldi, cru Du Gir, Barbaresco: perfect in evenwicht.

Cascina Chicco Agr., cru Bric Loira, Catellinato: een samenspel van soepelheid en structuur.

Mascarello Giuseppe e Figlio, cru Codana, Castiglione Falletto: smakelijk en met grote lengte.

Vietti di Cordero Mario, Castiglione Falletto: toegevouwen en iets strengs, maar met veel toekomst.

F.lli Casetta Sas, cru Suri, Guarene: uiterst smakelijk en met toegevouwen lengte.

Batasiolo Spa, cru Sovrana, La Morra: gespannen soepel en streng.

Revello F.lli, cru Ciabot Du Re, La Morra: perfecte balans tussen hout en fruit.

Attilio Ghisolfi, cru Vigna Lisi, Monforte d’Alba: structuur en evenwicht.

Negro Angelo, cru Bric Bertu, Monteu Roero: goed fruit.

Az. Vitivin. Comm. Burlotto, cru Boscato, Verduno: gedrongen en diep.

Barbera d’Asti

Curto Marco, cru Superiore, Agliano Terme: aangename, zachte lange smaak.

Villa Terlina, cru Monsicuro, Agliano Terme: ernstige, goed gestructureerde smaak.

Tenuta Castello di Razzano, cru Vigna del Beneficio: compact met veel fruit.

F.lli Rovero, cru Rouvé, Asti: fruit met een gebalde structuur en veel toekomst.

Az. Agr. Scagliola, cru Sansi, Calosso: compacte structuur met veel fruit.

Karin e Remo Hohler, cru Pian Bosco, Cassinasco: compact en diep.

Karin e Remo Hohler, cru Pian Bosco Barricato, Cassinasco: grandioze smaak met fruit en diepte en evenwichtige lengte.

Michele Chiarlo, cru la Court, Castelnuovo Calcea: fruit en structuur.

Tenuta Neirano, cru Le Croci, Mombaruzzo: ruime wijn met goed fruit.

Braida di Giacomo Bologna, cru Ai Suma, Rochetta Tanaro: aangenaam evenwichtige smaak met zeer goed hout.

Marchesi Alfieri, cru Alfiera, San Marino Alfieri: massief gepakt fruit.

Weekend Knack-panel

In de topcategorie brachten we wijnen samen die blind minstens zes positieve beoordelingen kregen (op een maximum van zeven). Alleen bij die wijnen geven we wat duiding. Het panel is versterkt met Wilfried Daems die voor het ICE in Brussel wijnselecties doet.

Sandrone, Barbera d’Alba 1997: volvlezige smaak met een wat strak einde (Antoon Segaert). 650 fr. bij Club Vinitaly, Malmédy (080-77 17 43).

Sgarzello, Barbera d’Alba Superiore 1997: goed opgebouwde en evenwichtige wijn (Jef Bessemans). 560 fr. bij Club Vinitaly, Malmédy.

Icardi, Barbera d’Alba 1997, cru Suri di Mu: gevuld fruitig en kruidig (Martial Beun). 640 fr. bij Civilita del Bere, Antwerpen (03-226 95 19) en 611 fr. bij Spécital, Grace Hollogne (04-263 13 80).

Elio Grasso, Barbera d’Alba 1995, Vigna Martina: vlezige en evenwichtige, elegant gerijpte wijn (Jim Bruyndonx). 690 fr. bij Selezione Vini Italiani, Zonhoven (011-81 01 81).

Pelissero, Barbera d’Alba 1997, cru Casot: gesloten met veel diepte, smakelijk én streng, groot (Herwig Van Hove). 770 fr. bij Portovino, Adegem (050-71 87 57).

Rocca Albino, Barbera d’Alba 1997, cru Gepin: mondvullend met geconcentreerd fruit en lengte (Wilfried Daems). 650 fr. bij Leirovins, Wetteren (09-369 07 95).

La Spinetta, Barbera d’Alba 1997, Vigneto Gallina: gevuld en vlezig met goed verwerkt hout (Dieter Bohrmann). 992 fr. bij Licata Vini, Hasselt (011-22 20 37).

Vajra, Barbera d’Alba 1997, Cru Bricco delle Viole: krachtig en gebald met goed hout, breed levendig en lang evenwicht (A.S.). 850 fr. bij Civilita del Bere, Antwerpen.

Cordero di Montezemelo, Barbera d’Alba Superiore 1998: gaaf fruit en goede eik, kernachtig met structuur, substantie, evenwicht en levendige zuurheid (J.Br.). 866 fr. bij Best Caviar, Dilbeek (02-569 00 34).

Paolo Scavino, Barbera d’Alba 1996: stevig en lang (W.D.). 1016 fr. bij Licata Vini, Hasselt.

Santopietro, cru Il Mongetto, Barbera del Monferrato 1997: vol en vlezig, met versmolten tannines en goede lengte (M.B.). 485 fr. bij Civilita del Bere, Antwerpen.

Guasti Clemente e Figli, Barbera d’Asti Superiore 1997, cru Barcarato: frisse neus met goed hout en stevige smaak (H.V.H.). 713 fr. bij Vini Scotton, Leuven (016-29 33 03).

Marchesi Alfieri, Barbera d’Asti 1997, cru La Tota: goed versmolten hout aan de neus en een gevulde, frisse zurige fruitsmaak (D.B.). 480 fr. bij Best Caviar, Dilbeek en bij Jacques Pirard, Genappe (067-77 31 01).

Il Mongetto, Barbera d’Asti 1997, Vigneto Guera: zachte en toch pittige tannines, behoorlijk lang (J.B.). 850 fr. bij Civilita del Bere, Antwerpen.

Villa Giada, Barbera d’Asti Superiore Riserva 1997, cru Bricco Dani: rijp, goed geconcentreerd fruit met diepte, evenwichtig en smakelijk in de mond met goede structuur (A.S.). 725 fr. bij Eurotoscana, Brussel (02-513 75 52).

Marchesi Alfieri, Barbera d’Asti Superiore 1997: intens en expressief, donker, rijp fruit aan de neus en een zeer hechte, versmolten smaak met zachte tannines. Bewaarwijn op hoog niveau (J.Br.). 715 fr. bij Best Caviar, Dilbeek en bij Jacques Pirard, Genappe.

Ook “gewoon goed” bevonden op de Belgisch markt zijn de barbera’s van Negro Angelo, van Michele Chiarlo, van F.lli Rovero, van Villa Giada cru Vigneto La Quercia, van Cascina Castlet, van Icarda cru Tabarin, van Sachetto Pittatore, van Ratti Renato, van Naounda cru Bric Cenciurio, van Domenico Clerico, van Felice Coppo, van Marchesi di Barolo, van Azelia, van San Silvestro, van Costa di Bussia, ook de niet-cru van Vajra, de Barbera Piemonte van San Silvestro en die van Gian Piero Marrone.

Herwig Van Hove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content