Ballast overboord
Teakhout rondom en blik vooruit: de architecten Lampens en Devos sturen deze kustflat recht naar zee.
Van het lelijke gebouw waarvan deze flat deel uitmaakt, krijg je binnen niets te zien. Om het riante uitzicht niet te verstoren, werd het interieur helemaal op de zee gericht. Geconfronteerd met het brede strand, een streep duinen voor de voeten en de oneindige zee, waan je je hier moederziel alleen. Voor de Oostkust een zeldzaam gevoel. Bovendien ontwierpen de architecten Juliaan Lampens en Luc Devos de flat als een boot die aangemeerd ligt op het strand: op de teakhouten vloer heb je de indruk over een scheepsdek te wandelen. “Voor de keuze van de materialen en de kleuren hebben we ons laten leiden door de omgeving”, zegt Luc Devos. “Zelfs het met schildersdoek beklede plafond herinnert aan de korrelige textuur van het zand.”
Bijna alle meubilair is van teak. Het hout van de vloer is niet behandeld met boenwas of vernis, maar wordt gereinigd met bleekwater waardoor het lichtgrijs van tint en zacht van structuur is geworden. Het stoort niet dat er wat zand op de vloer ligt. “Teak is een edel en gebruiksvriendelijk materiaal. Dat is erg belangrijk voor een weekendverblijf waar het poetsen moet worden beperkt”, merkt Devos op. Het massieve hout van de lange tafel is geolied. Met deze behandeling blijft de houtstructuur beter zichtbaar dan met een laag vernis. Maar de kasten zijn belijmd met teakfineer. Omwille van de tekening werden de vellen hout zorgvuldig per boom geselecteerd bij de houthandelaar: het houtpatroon van de wandkasten is hier immers de enige wanddecoratie.
Als je binnenkomt, lijkt het wel alsof je uit de wandkast stapt die de volledige noordkant van de woonkamer bekleedt: meubel en muren zijn versmolten tot een geheel. Ook de lange tafel en de smalle hangkast zitten verankerd in de architectuur. Hierin herken je de hand van architect Juliaan Lampens die naam en faam verwierf met minimalistische gebouwen, waarin los meubilair en opschik tot een strikt minimum zijn beperkt. Maar zonder ooit het comfort uit het oog te verliezen: serviesgoed, boeken, tijdschriften en de geluidsinstallatie zijn netjes opgeborgen onder de schuivende deksels van de wandkast.
Hier is alles anders dan in de overige flats van het gebouw. Die hebben een gesloten karakter met vooraan een zitkamer en achteraan een paar slaapkamers, verdeeld door muren. Hier hebben de architecten de ruimte van ongeveer honderd vierkante meter opnieuw ingevuld. “Eigenlijk is de flat een lege doos waarvan de vaste meubels de architectuur dragen”, benadrukt Lampens. “Wij moesten alleen rekening houden met de kolom waartegen de keuken aanleunt.”
Achter het hoge wandmeubel dat dwars door de flat loopt, vinden we twee slaapkamers en twee douchecellen: voor de bewoners en voor het gastenverblijf. Hoewel het wandmeubel zelf een volumineuze constructie is, oogt het niet log: de schuine bovenkant verwijst naar de ruimte die erachter ligt.
De grens tussen woonkamer, keuken en eethoek is op subtiele wijze afgelijnd: een knik in de lange tafel en het niveauverschil in de lage wandkast geven de overgang aan.
De hele opbouw van het interieur is recht op zee georiënteerd, en dat zorgt voor een krachtige dynamiek. Niets lijkt tegen de stroming in te gaan, zelfs niet de prachtige zitbank van ontwerper Francesco Binfaré. “Het is pure logica”, zegt Luc Devos. “Je komt toch naar hier voor de zee.” Om zo intens mogelijk van het uitzicht te genieten werden speciale vensters ontworpen, met een licht frame, opgebouwd uit twee lagen enkel glas.
De verfijnde detaillering van de flat blijkt ook uit de manier waarop het enorme blad van de massieve tafel naadloos is vergaard, en rust op een metalen voet die even elegant is als de keukenstoelen van Jasper Morrison. “En toch is zo’n interieur nooit af. Hier voel je, beter dan waar ook, dat de mens het laatste meubelstuk is. Het begrip meubel is toch afgeleid van mobiel: laat hier mensen in bewegen en de ruimte is volmaakt.”
Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier