Avignon
Avignon, op de grens van de Provence en de Languedoc en tevens de hoofdstad van de Côtes du Rhône, was een hemels paradijs voor de pausen van de veertiende eeuw. Maar ook voor de hedendaagse mens is het een uitgelezen oord: een lekker zuiders weertje, veel te zien, verrukkelijke spijs en drank.
Tekst en foto’s Griet Schrauwen
In juli is het er over de koppen lopen en staat de stad op stelten. Vaak letterlijk. Het jaarlijkse theaterfestival, dat er sinds 1947 plaatsvindt, groeide uit van één gezelschap op één locatie tot vijfhonderd groepen uit de hele wereld op een honderdtal plekken. Dan wordt Avignon echt onder de voet gelopen en het is niet iedereen gegeven om zo’n drukte leuk te vinden. Voor wie het liefst wat bedaarder wil, valt er in de lente of het najaar genoeg te beleven. Al is het maar onthaasten: dwalen door kronkelige kasseistraatjes van de oude binnenstad van een voorschoot groot, langs beschaduwde pleintjes onder de platanen, dolce far niente in de Jardin du Rocher des Doms, het karakteristiekste plekje van Avignon. Het schijnt dat keizer Augustus er al een tempel wilde bouwen voor de Noorderwind. Dat is een legende, maar wat zeker waar is, is dat zich hier een grandioos landschap ontvouwt, met aan deze kant de legendarische Pont d’Avignon die eigenlijk Pont Saint-Bénezet heet, en op de andere oever van de Rhône de toren van Filips de Schone en de Mont Ventoux.
Overal in de stad lonken terrasjes, lang niet alleen op de place de l’Horloge, een schilderachtig en kleurrijk plein met een theater, een bioscoop, het Hôtel de Ville, een ouderwetse paardenmolen en eindeloos veel cafés en restaurants. Dit is het kloppend hart van een bruisende stad, vindt ook de jonge ober die me een menthe à l’eau brengt. Hij verhuisde drie weken geleden vanuit Lyon. “Ook een mooie stad,” bevestigt hij, “maar Avignon is veel levendiger. Hier wonen veel jongeren en artiesten en dat merk je.”
Zo jolig en ontspannen als vandaag was het er niet altijd. Om Avignon zijn heel wat robbertjes gevochten omdat velen een oogje hadden op deze plek tussen Spanje en Italië, deze zuiderse stad in de elleboog van de stroom: Franken, Bourgondiërs, Oost-Goten, Moren leverden er slag om. Toen Karel Martel de stad heroverde, ging het er zo bloedig aan toe dat er nog steeds een rue Rouge is.
In 1309 haalde de paus het in zijn hoofd om zich in Avignon te vestigen. Volgens hem was het onmogelijk geworden om de kerk vanuit Rome te besturen vanwege de elkaar voortdurend bestrijdende partijen, en het moet gezegd: daarvan was zijn eigen partij niet de minste. Zeven hardnekkige pausen volgden elkaar in Avignon op, met geen stokken waren ze terug naar Rome te krijgen, want hier leefden ze als God in Frankrijk in hun Palais des Papes, een van de pralerigste hoven van middeleeuws Europa. Het was nochtans eenvoudig begonnen, met een Petit Palais, hoewel het verhaal de ronde doet dat de ‘sobere’ paus een schatkamer had met veertig kisten vol goud, juwelen en edelstenen en wel 600.000 florijnen.
Het Nouveau Palais is veel overdadiger, en ondanks het feit dat de Franse Revolutie er lelijk huishield en meubilair, wandtapijten en beelden verbrandde, blijft er in de feodale burcht veel te zien. Ontvangstzalen, pauselijke slaapvertrekken, grote kamers met fresco’s, onder andere die van een hazewind die een hert te grazen neemt, of een tafereel met vier figuren rond een piscarium, een soort van zwembad waarin levende vissen werden gehouden tot ze verorberd werden tijdens exquise culinaire uitspattingen.
De pausen lieten rond de stad remparts bouwen, een stadswal van meer dan vier kilometer lang. Daardoor werd Avignon na Parijs de grootste stad van Frankrijk, die natuurlijk heel wat andere rare snuiters lokte: avonturiers, misdadigers, vervalsers en snoodaards die aan de justitie in eigen land ontsnapt waren. Ook de pausen lieten zich niet onbetuigd. Op een bepaald moment waren ze met zijn tweeën: een paus en een antipaus, die elkaar over en weer in de ban sloegen. Om de verwarring compleet te maken, greep een derde de macht.
Op de grote place des Papes is het vredig en rustig, ondanks al het volk, de straatmuzikanten en fratsen- en potsenmakers. Een jongeman speelt op een dwarsfluit met geluidsversterker Don’t cry for me Argentina, uit de speakers naast hem weerklinkt een volledig symfonisch orkest. Het hele plein is ervan vervuld. Toeschouwers applaudisseren: mooie jonge moeders met kinderwagens, elegante dames met hoeden en mantelpakjes, Amerikaanse toeristen met schommelbuiken en te hoog opgetrokken sokken. Klokslag twaalf uur pauzeert de muzikant, want dan overstemmen de klokken alles met hun rammelend en blikken geluid.
Avignon praktisch
MUSEA
De Avignon Pass’ion-kaart geeft recht op prijsverminderingen bij excursies, rondleidingen en de toegang tot monumenten en musea. Gratis te verkrijgen bij het Office de Tourisme, 41 cours Jean Jaurès, +33 4 32 74 32 74, www.avignon-tourisme.com of www.ot-avignon.fr
Bij eerste gebruik betaalt u de volle pot, bij volgende gelegenheden (er zijn er 24 in totaal) krijgt u een fikse reductie.
Palais des Papes, residentie van pausen in de 14de eeuw, is het belangrijkste gotisch paleis in Europa. Er zijn 25 vertrekken te bezichtigen, van kapellen tot pauselijke slaapkamers. Behoort tot het werelderfgoed van de Unesco. Place du Palais, + 33 4 90 27 50 50. Zeven dagen op de zeven te bezoeken, het hele jaar door.
Pont Saint-Bénezet, de legendarisch pont d’Avignon, wereldbekend dankzij het fameuze liedje. Gebouwd in de 12de eeuw, diverse keren vernield of weggespoeld, definitief buiten gebruik sinds de 17de eeuw. Werelderfgoed van de Unesco. Rue Ferruce, +33 4 90 27 50 50.
Musée du Petit Palais: bijzondere collectie van Italiaanse en Provençaalse schilders uit de 14de en 15de eeuw. Ook Romaans en gotisch beeldhouwwerk. Place du Palais des Papes, +33 4 90 86 44 58. Open van woensdag tot maandag.
Museé Calvet is ondergebracht in een schitterend pand uit de 18de eeuw. Schilderijen van de 15de tot de 20ste eeuw. Meubelen, faiences, bronzen beelden. 65 rue Joseph Vernet, +33 4 90 86 33 84. Open van woensdag tot maandag.
REIS
Info bij de Franse dienst voor toerisme, Gulden Vlieslaan 21, 1050 Brussel. 02 505 38 10,
e-mail: info@france-tourisme, www.france-tourisme.be
De TGV rijdt dagelijks driemaal vanuit Brussel-Zuid naar Avignon in zes uur tijd voor 176 euro (heen en terug) per persoon. Info en reservering: NMBS, 02 528 28 28, in de reisbureaus of via internet: http://tickets.b-rail.be
Bij aankomst in het TGV-station van Avignon is er een busshuttle die u in tien minuten naar het centrum brengt voor één euro.
We verbleven in Hôtel Clarion Cloître Saint Louis ****, 20 rue du Portail Boquier.
www.cloitre-saint-louis.com
Prachtig gelegen in de stad, net binnen de muren, vlak bij de winkelstraten, op vijf minuten loopafstand van het Palais des Papes en toch onvoorstelbaar rustig: je hoort er alleen het ruisen van de eeuwenoude platanen op de binnenplaats. Het gebouw is opgetrokken in 1589 om er een jezuïetennoviciaat in onder te brengen – de kapel wordt nog steeds gebruikt op zondag. Na de Revolutie was het een militair hospitaal. Sinds tien jaar is het een hotel. De eigentijdse vleugel (werk van Jean Nouvel) heeft op het dak een zonneterras en een zwembad, dat open is van mei tot september. Inlichtingen en reservering bij Caractère. De Caractère-brochure is te verkrijgen bij geselecteerde reisagenten. Voor verkooppunten of het toesturen van de brochure (2,50 euro verzendingskosten): 053 63 18 39, e-mail: info@caractere.be, www.caractere.be
WINKELEN
Op en rond de place Crillon zijn tal van antiquairs, rue Joseph Vernet en rue St Agricol zijn chique winkelstraten, de autovrije straten bij de place de l’Horloge en de rue de la République zijn democratischer.
Antiquités de l’Estel, 13 rue Velouterie: meubelen en voorwerpen van de 17de tot de 19de eeuw.
Alexandre Brétinière, 60-62 rue Joseph Vernet: de betere schoen voor dames en heren: Marc Jacobs, Charles Jourdan…
Stephane Kélian, 25 rue Joseph Vernet. De godganse collectie schoenen en accessoires.
Sephora, 25 rue de la République, een parfumeriewarenhuis zoals er in België geen te vinden is.
La Coupe d’Or, 3 place Jérusalem. De oudste wijnkelder van de stad. De beste Côtes du Rhône-wijnen, champagne, eaux de vie, foie gras en andere Franse specialiteiten.
Le Coin Gourmand, halles d’Avignon, place Pie. Lekkernijen van de streek, zoals tapenades. Ruime selectie wijnen, proeverij na afspraak. +33 4 90 82 98 89. (De gehele overdekte markthal op place Pie is een lust voor het oog en andere zintuigen.)
O&Co, 17 rue St Agricol, alles met olijven, tot bodylotions toe.
La Tropezienne, 22 rue St Agricol: patisserie met verrukkelijke amandeltaart en de specialiteit van Avignon: papalines (fijne chocolade, suiker en kruidenlikeur).
Papiers-Plumes, 45 rue Joseph Vernet. Een ongezien assortiment schrijfwaren, fotoalbums, briefpapier…
ETEN EN DRINKEN
De absolute top: Christian Etienne, 10 rue de Mons, +33 4 90 86 16 50. Vlak bij het Palais des Papes, in een pand uit de 14de eeuw. De meesterkok is dol op Provençaalse gerechten en groenten. Vanaf 28 euro, gemiddeld 70 euro. 80 couverts binnen, 80 buiten. Zondag en maandag gesloten.
La Cuisine, 31 rue St Jean le Vieux (place Pie), +33 4 90 85 16 09. Heerlijk zijn de artisjokken, gegrilde tonijn, crêpes flambées au sirop d’orange. Vanaf 15 euro, gemiddeld 26. Klein maar fijn: 25 couverts binnen. Gesloten op woensdag en op zaterdag- en zondagmiddag.
La Compagnie des Comptoirs, 83 rue Joseph Vernet. +33 4 90 85 99 04. Vegetarisch, mediterraans, fusion. 180 couverts binnen, 200 buiten. Gemiddeld 43 euro.
La Pomme d’Adam, 17 rue de Trois Faucons. +33 4 90 85 64 09. Naast de place de l’Horloge. Klein, gezellig pannenkoekenrestaurant.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier