AUSTRALISCHE WIJN De jongste worden mooier oud

Herwig Van Hove

Als ooit de wijngeschiedenis van Australië wordt geschreven, zal men het hebben over wijn van voor en van na 1990. Toen werd alles anders, en dat proefden we.

De Australische wijn wordt zelfs in ons op Frankrijk georiënteerde landje stilaan modieus. Ad Bibendum, de wijnfirma van de zonen Monard, hield onlangs een degustatie in de driesterrentempel De Karmeliet in Brugge. Philip Laffer, de maker-uitvinder van het GB-succes Jacob’s Creek, kwam naar Brussel en de Australische ambassade in Parijs vergastte de pers op een grote verticale met als vraag: ” Do they age well?

Een veelgehoorde mening over Australische wijn is dat hij wel goed kan zijn, maar niet bewaart. Hij zou vrij eenvoudige fruitexpressies bevatten zonder veel potentieel. In tegenstelling natuurlijk met de Franse die wel jaren kan liggen en verbeteren. Doordat het verouderingspotentieel geldt als maat voor kwaliteit is een besluit gauw genomen.

Omdat de waarheid nergens beter tot haar recht komt dan in het glas, had het Australisch Wijnbureau, met standplaats Londen, het idee om grote Australische wijnen aan een proef te onderwerpen: telkens dezelfde wijn van andere oogstjaren, wat een beeld geeft van de leeftijdskwaliteiten.

Toen wijlen Max Schubert, de meest begenadigde wijnmaker die Australië ooit gehad heeft, in 1949 naar Jerez de la Frontera gestuurd werd om in het verre Spanje de productie van sherry te bestuderen – alle wijnen die toen down under geproduceerd werden, waren van het type port of sherry – liep hij ook even langs bij de familie Cruse in Bordeaux. Max Schubert daarover: “Daar proefde ik wijn van wel 70 jaar oud die nog springlevend was en mijn besluit stond onmiddellijk vast: ik zou dergelijke wijnen ook in Australië maken. Omdat ik in de Barossa Valley niet beschikte over cabernet en vaten van Franse eik besloot ik te werken met shiraz en Amerikaanse eik.”

Zijn plannen kregen zoveel weerstand dat het eerste millésime van zijn wijn, de Grange Hermitage 1955, pas in 1960 op de markt kon komen. Die won haast onmiddellijk alle grote internationale prijzen en medailles: de grootste rode wijn van Australië was geboren. De Penfolds Winery in de Barossa Valley werd er wereldberoemd mee en de hele Australische wijnbouw werd wakker geschud. Er kwam een trage revolutie op gang: weg van de zongestoofde, versterkte zoeterigheid naar meer gestructureerde wijn met potentieel. De proeverij op de ambassade zal aantonen dat die revolutie zich omstreeks 1990 heeft voltrokken.

Om te kunnen verouderen moet wijn voldoende geconcentreerd zijn. Dat veronderstelt matige rendementen en een hoge plantendichtheid per hectare. De oogst moet vervolgens optimaal rijp zijn, zodat het boeket van de latere wijn ruim is en diep terzelfder tijd. Ten derde moet er evenwicht zijn, vooral wat tannines betreft: die moeten door het fruit toegedekt zijn tot en met het lange smaakeinde. Kortom, het zijn alleen de zeer smakelijke jonge wijnen die kunnen evolueren. Dat had Max Schubert zeer snel begrepen.

In Bordeaux is de wijn vanaf 1980 spectaculair verbeterd, ook in termen van evenwicht en verouderingspotentieel. Daarvoor waren grote jaren veeleer zeldzaam: alles moest meevallen en het klimaat moest optimaal zijn. De proeverij brengt aan het licht dat die ommekeer in Australië tien jaar later kwam: vanaf 1990 komt men vaker wijnen tegen met uitgesproken bewaarmogelijkheden.

Die vaststelling is zeer duidelijk bij de wijnen van de merknaam Jamiesons Run van het huis Mildara Blass, de wijnpoot van de Forsters Brewing Group. Ze zijn gemaakt van cabernet sauvignon, merlot, cabernet franc en shiraz. De 1986, ’87, ’88 en ’90 vertonen alle fouten van lompe, ruwe en boerse wijnen, gemaakt zonder notie van balans of evenwicht. 1986 heeft een zwakke, open en dunne smaak, 1987 wordt verraden door ongedekte tannines op het einde, 1988 is dun, arm en zurig en de 1990 (een excellent jaar) is iets te ver geëxtraheerd, maar wel erg goed. Daarna wordt het anders, haast alles is goed. De 1991 is rond en goed samengeknoopt, de 1992 heeft een onderbouwde neus, de 1993 is gebald, rijp en stevig, de 1994 is stevig en compact en de 1996 is stevig met grote lengte. Na 1990 maakt men bij Mildara Blass moderne wijnen, ze hebben structuur en evenwicht en kunnen allemaal in zekere mate op fles verouderen.

Château Reynella (McLaren Valley, Zuid-Australië) van de Hardy Wine Company proeven we vanaf 1990: ze zijn gekenmerkt door structuur en geknooptheid en kunnen allemaal op fles verouderen en verbeteren.

Penfolds Bin 707, van het moederhuis van Max Schubert en ingevoerd door Chacali Fine Wines in Antwerpen, is samengesteld uit cabernetdruiven van de Barossa- en de Coonawarra-valleien en draagt dus de generieke naam South Australia. Hij werd ontworpen door Max Schubert en is op moderne leest geschoeid. Misschien zijn de wijnen na 1991 wat zachter en iets genadiger gemaakt. De 1987, ’88 en ’91 zijn krachtig en gestructureerd van het klassieke bewaartype. De 1992 en ’93 zijn meer suave en ronder in de bitterheid, ze zullen iets sneller evolueren.

Van Rosemount Estate proeven we de Show Reserve Coonawarra Cabernet Sauvignon over een volledige decade, 1986-’96. Rosemount Estate is misschien wel het succesvolste wijndomein van Australië met een pioniersrol in de export naar Engeland en Amerika (in België bij GB en Covinex in Brussel). Het wijnmakersteam, met aan het hoofd Philip Shaw levert constante kwaliteit op hoog niveau. 1997, ’96, ’94, ’93, ’91 en ’88 zijn allemaal goede tot excellente bewaarwijnen, met 1993 en ’96 als de uitschieters. De 1990, een groot jaar voor heel Australië, heeft een kleine toets uitschietend bitter op het einde. De 1995 (simpel) en de ’92 (zwak) zijn kleine wijnen van kleine jaren, ’89 is wat brokkelig en ’86 is ruw op het einde.

Elderton

De 1990-grens komen we maanden later nog eens tegen tijdens een proeverij van de Elderton Command Shiraz uit de Barossa Valley. Een wat geweldige wijn die haast overal voor een van de grootste shiraz-wijnen ter wereld wordt genomen. We proeven 1985, ’86 en ’87 en herkennen de oude stijl: zwak, maar met een zekere finesse.

Evenwichtige wijnen met toekomst komen we alleen in recentere jaren tegen. De 1992 (een wat minder jaar in de Barossa Valley) is iets te opvallend bitter, maar ’93 is volkomen evenwichtig. De 1994 is vers en smakelijk met matig verouderingspotentieel, de 1995 is compact en gesloten en moet absoluut enkele jaren op fles blijven, net als de ’96 die ronduit groot is met eindeloze diepte en lengte. Die heeft zeker tien jaar nodig. (Invoer van de Elderton-wijnen: Ad Bibendum, de 1996 kost wel 1688 fr.)

Elderton, gesticht in 1984, is een winery in de Barossa Valley van ongeveer 32.000 kisten per jaar. De wijnen werden veelvuldig gelauwerd over de hele wereld en halen geregeld meer dan 90 punten op 100 in The Wine Spectator.

Onlangs kwam Max Sheedy, de general manager van het wijnhuis het in De Karmeliet allemaal uitleggen: “Onze wijnen zijn rijk en gevuld, en dat willen we zo. We laten vooral het fruit tot expressie komen. De prijs wordt onder meer gebaseerd op de forse bedragen die we moeten betalen voor de wijngaard. Een hectare kost bij ons veel meer dan in Chili of Zuid-Afrika.”

De vermelde prijzen zijn deze van de invoerder Ad Bibendum.

Elderton Tantalus Red, 1998 (296 fr.) Een wijn van 70 procent shiraz en 30 procent cabernet sauvignon. In het glas verschijnt een vrij lichte kleur en een fruitneus van aardbeien. De smaak is rond met op het einde een kleine bitterstoot van de jonge wijnstokken.

Elderton Merlot, 1996 (889 fr.) Een traditionele neus van lichtjes overrijpe merlot. De met bitterheid beladen smaak zet aan vlak na de charmerende aanspraak en blijft duren tot voorbij de lange afdronk. Een indrukwekkende wijn die echter wat overgeëxtraheerd is.

Elderton Cabernet Sauvignon, Barossa Valley, 1997 (599 fr.) Veel hout en wat gedroogde pruimen van de lichte overrijpheid, maar een smaak met veel charme en overrompelende rondeur. Bovendien met goede structuurtannines, alles mooi geknoopt. Goede wijn.

Elderton Cabernet Sauvignon-Merlot-Shiraz, 1996 (889 fr.) Cabernet, shiraz en merlot in een verhouding van 60, 30 en 10 procent. De neus is vooral zeer breed door al die druivensoorten en de wijn valt op door smakelijkheid en goede lengte. Grote evenwichtige wijn.

Jacob’s Creek

Jacob’s Creek van de Olando Winery (100.000 ton druiven per jaar, of minstens 75 miljoen flessen) is een van de succesvolste merkwijnen ter wereld. Ter vergelijking: Mouton Cadet komt in de buurt van 20 miljoen flessen. Jacob’s Greek wordt uitgevoerd naar meer dan 50 landen, hij werd in 1997 met 130 medailles gelauwerd en het jaar later nog eens met 120 op wijnfestivals overal ter wereld.

“Toen de rode versie in 1976 gelanceerd werd, was onze bedoeling een zachte, smaakvolle, gemakkelijk te drinken rode wijn te produceren waarvoor geen jarenlange lagering nodig was, en met een consistente kwaliteit. En dat is zo gebleven”, zegt Philip Laffer in Brussel. Hij kan worden beschouwd als de uitvinder van Jacob’s Creek.

Het was Laffer die Jacob’s Creek naar het internationale succes loodste. Zijn recept kun je wereldwijde klantenbinding noemen. “We maken de wijn elk jaar ietsje beter zodat de verre consument wat verrast is – ‘Hij is nog beter dan ik dacht’. Ook weer niet te veel beter ineens, want dan herkent de trouwe klant hem niet. De rode druiven worden met de jaren iets rijper geplukt, zodat de fruitigheid een groter accent krijgt. De basis is shiraz die gemakkelijk aan de neus te herkennen is. De witte chardonnay maken we elk jaar iets eleganter.”

Chardonnay wordt aangeplant in gebieden waar de nachten koud zijn, zodat de rijping traag kan verlopen en waardoor zich meer complexiteit kan ontwikkelen. De druiven worden gekneusd en er volgt een korte periode van contact met de schil, waarna het sap afgepompt wordt en koel vergist. De jonge wijn wordt voor een zekere tijd op de gistrest gehouden, gedeeltelijk op Franse eik gelagerd en ook voor een deel aan de malolactische gisting onderworpen.

Jacob’s Creek Chardonnay 1996. Frisse gele kleur en een goed versmolten neus met discreet fruit en een opvallende, gerookte toets van het vat. Goede friszure smaak met lengte, perfect verouderd.

1997. Iets vermoeide gele kleur en een zeer brede neus met een dof element van oxidatie. De smaak is rond, zonder nuance en verbrokkeld. Te oud.

1998. Zeer frisse, lichtgele kleur en een statig verticale, maar toch brede neus. Ronde smaak met wat naijlend zuur. Is zijn afgang begonnen.

1999. Goede kleur met een groene nuance van frisheid en een gedrongen neus van rijp hout. Goede compacte smaak met evenwicht. Goede chardonnaywijn.

Jacob’s Creek Shiraz-Cabernet

De druiven worden geoogst bij optimale rijpheid, helemaal ontrist en dan zes dagen met schillen en pitten in de gistkuip vergist bij 20 tot 25°Celsius. De gistende massa wordt tweemaal per dag over de schillenkoek gepompt om hem te spoelen en zo maximale kleur en tannines te extraheren. Er volgt een gedeeltelijke houtlagering en finaal komt de blend. Wijnen uit koelere streken geven finesse en structuur, die uit warmere gebieden brengen fruit en rondheid mee.

Philip Laffer: “Met de jaren plukken we iets rijper om de fruitfactor te benadrukken. De gemiddelde samenstelling is 40 procent excellente Barossa shiraz, 23 procent Padthaway shiraz, 22 procent Murray Valley cabernet sauvignon en 15 procent Langhorne Creek cabernet sauvignon.”

Jacob’s Creek Shiraz-Cabernet 1995. Goede kleurconcentratie met een frisse nuance, maar een wat stofferige muntneus. Ronde, aangename smaak met wat bitterheid op het einde. Shiraz domineert helemaal.

1996. Goede kleur, maar met al evoluerende nuance, de neus is rond maar met grote eenheid na het opschudden. Aangename, genuanceerde smaak met goed fruit en elegante structuurtannines. Beantwoordt perfect aan de definitie.

1997. Lichte kleur en een neus die door het gerookte hout wat gedomineerd wordt. Ronde smaak met dominant fruit en zachte structuurtannines. Beantwoordt aan de definitie.

(Jacob’s Creek, alleen de recente jaren, bij GB-winkels: 199 fr.)

Herwig Van Hove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content