Atwood in Wonderland
Kleren maken misschien niet de man, maar wel het personage. Duik in het konijnenhol en ontdek de wondere wereld van kostuumontwerpster Colleen Atwood.
Gangsters en geisha’s, een jongen zonder handen maar met scharen, futuristische soldaten en dansende diva’s. Allemaal werden ze gekleed door kostuumontwerpster Colleen Atwood. Dat leverde de Hollywoodveterane de afgelopen dertig jaar talloze nominaties en twee Academy Awards op voor de films Chicago en Memoirs of a Geisha. Het is bovendien niet ondenkbaar dat Atwood afgelopen zondag nog een derde beeldje mee naar huis mocht nemen voor haar indrukwekkende jarenzestigkostuums in Nine, een musical gebaseerd op Federico Fellini’s semi-autobiografische filmklassieker 8 1/2 (zie ook Knack Weekend 5). Evenmin ondenkbaar is dat ze volgend jaar opnieuw alle aandacht opeist in de categorie kostuumontwerp voor de 3D-filmfantasie Alice in Wonderland van regisseur Tim Burton. De twee werkten ook al samen aan onder andere Edward Scissorhands, Planet of the Apes, Sleepy Hollow en Mars Attack !
Toch zijn het niet de Oscars op haar palmares, maar wel de verscheidenheid van haar ontwerpen die Atwood van haar collega’s onderscheidt. Van de historisch accurate kostuums voor gezelschapsdames in het oude Japan tot de fantasierijke haute-couturegarderobe van de sprekende dieren in Wonderland : Colleen Atwood heeft bewezen dat in film kleren wel degelijk het personage maken.
Hoe wisselt u zo gemakkelijk tussen fantasie en werkelijkheid, tussen hedendaagse en historische films ?
Colleen Atwood : Dat maakt mijn baan net zo interessant. De uitdagingen van het werk veranderen bij iedere film. Zo leer je nieuwe dingen ontdekken en blijft ook je blik fris. Natuurlijk vergeten we niet alles wat we voor een vorige film onderzocht hebben. Kostuumontwerpers hebben een ‘mentale bibliotheek’ die ze voortdurend uitbreiden, maar waaruit ze ook ideeën ontlenen voor ieder nieuw project, of het nu gaat om een historische film of niet. Het ene is niet noodzakelijk moeilijker dan het andere, de aanpak ligt gewoon anders.
Alice in Wonderland is uw zevende film met regisseur Tim Burton. Hoe verloopt die samenwerking ?
De eerste film die we samen draaiden, was Edward Scissorhands, ondertussen al twintig jaar geleden. Het klikte direct en dat is sindsdien niet veranderd. Tim begint graag met een ruwe schets om de ziel van zijn personage op papier te vatten. En daar horen soms ook kostuumelementen bij. Maar in de meeste gevallen legt hij me gewoon uit hoe hij de personages ziet. Ik selecteer vervolgens de stoffen en teken enkele ontwerpen, waarop hij commentaar geeft. Gewoonlijk doe ik ook de eerste pasbeurt alleen met de acteurs, enkel om de juiste maat en look te bepalen. Tim krijgt dan achteraf de foto’s te zien. Dit keer is het anders gelopen, omdat Alice grotendeels geanimeerd is. Het was dus belangrijk om alles op voorhand op elkaar af te stemmen.
Heeft de animatie en nieuwe 3D-technologie uw werk beïnvloed ?
Dit is niet de eerste keer dat ik computergeanimeerde kostuums maak en ik was ook bekend met 3D, dus heb ik geprobeerd om ‘bewegende’ kleding te maken waarmee je digitaal kunt spelen. Uiteindelijk hebben we ook gewoon heel wat kostuums in real life gemaakt die dan later een animatieversie kregen. Dat was niet alleen een hulp voor Tim, maar ook voor de animators die op die manier beter de textuur en diepte van een kledingstuk konden weergeven. Wat we te zien krijgen is dus een combinatie van echte kostuums en animatie.
Burton heeft zich gebaseerd op het sprookje van Lewis Carrol. Was u gebonden aan zijn originele illustraties ?
Er zijn slechts enkele tekeningen van Lewis Caroll en die zijn vrij eenvoudig. Bovendien zijn alle bestaande beelden van Alice in Wonderland tweedimensionaal. Ik had dus voldoende vrijheid om mijn stempel op het verhaal te drukken. Omdat we in deze film niet vertrekken van een tienjarig meisje maar van een jonge vrouw, was het belangrijk om er hier en daar een klassieke referentie in te verwerken, zodat de kijker het verhaal zou herkennen. Zo draagt Alice in de beginscène een blauwe jurk, net als in de Disneyfilm. Maar eens ze door de konijnenpijp valt, kom je in een compleet nieuwe wereld terecht. In het originele verhaal krimpen en groeien haar kleren ook telkens mee, dat is hier niet het geval. We hebben gespeeld met de kostuums in verschillende schalen. Van piepklein tot gigantisch groot. Alles moest passen in het universum dat Tim Burton gecreëerd heeft.
Beschouwt u zichzelf als een verhalenverteller ?
Kostuums durven in een film weleens een leven op zich gaan leiden. Maar ze passen steeds in een groter verhaal, dat ze als het ware helpen te vertellen. In dit geval zijn er vrij veel personages die bovendien niet vaak van kledij veranderen. Het was dus belangrijk om expressieve kostuums te ontwerpen die vanaf het begin een sterk statement zouden maken.
Soms moet u wel honderden extra’s kleden. Hoe behoudt u het overzicht ?
Het is onmogelijk om in enkele maanden tijd vijfhonderd kostuums te maken. Het budget zou dat ook niet toelaten. Ik ga dus met mijn team naar een kostuumhuis en ontleen er de kleding voor de extra’s. Hetzelfde shirt laat ik, bijvoorbeeld, in vier tinten kleuren. Ik zorg ervoor dat ze ook steeds met een andere kleur gecombineerd worden, zo lijkt het een compleet nieuwe outfit. Voor de opnamen beginnen, weten we bovendien wat iedereen zal dragen, van het hoofdpersonage tot de figurant. Op de set doe ik de laatste aanpassingen. Niemand vertrekt zonder dat ik mijn goedkeuring gegeven heb.
Wat gebeurt er met de kostuums na de opnames ?
Alle kleding is eigendom van de filmstudio, in dit geval Disney. Zij slaan ze op in hun archief of lenen ze uit voor tentoonstellingen. Af en toe nemen de acteurs hun favoriete stukken mee naar huis. Johnny Depp heeft een hele collectie gekke hoeden van alle films waarin hij heeft meegespeeld.
Depp lijkt erg betrokken bij de constructie van zijn personages, ook als het op de kostuums aankomt.
Absoluut, hij geeft zijn personage zelf mee vorm. Ik heb al verscheidene keren met hem samengewerkt, ik weet dus wat hij leuk vindt en wat niet. Tijdens de pasbeurten discussiëren we dan over zijn kostuum. Hij weet er zelf altijd een leuk detail aan toe te voegen. The Mad Hatter, bijvoorbeeld, is een hoedenmaker uit het negentiende-eeuwse Londen. Die hoedenmakers kwamen geregeld in aanraking met toxische lijm en kleurstoffen, sommigen werden daar ook echt gek van. Vandaar zijn oranje haren en nagels.
Uw kostuums lijken wel haute couture. Kruipt er niet waanzinnig veel tijd en geld in ?
Alle kostuums worden met de hand gemaakt door naaisters in een atelier. We ontwerpen en bedrukken daar ook zelf onze stoffen. Net zoals in het atelier van een haute-couturehuis eigenlijk. De basisprijs voor een jurk zal dus ongeveer dezelfde zijn, het verschil ligt in het feit dat mijn kostuums niet verkocht worden. En dat mijn atelier iedere keer van locatie verandert natuurlijk. Het zou leuk zijn om alles eens te laten slingeren, maar zo werkt het jammer genoeg niet. We moeten iedere keer opnieuw beginnen en dat neemt veel tijd in beslag. Daarom sleur ik overal een stapel stoffen mee die ik mooi vind. Zo heb ik toch iets om van te vertrekken.
Put u veel inspiratie uit de modewereld ?
Ik kijk altijd met veel aandacht naar wat de couturehuizen doen, want hun creativiteit is minder geremd. Wat heeft hen beïnvloed ? Welke stoffen gebruiken ze ? Kostuumontwerpers zijn altijd en overal op zoek naar inspiratie. En daar halen we dan het beste, of toch het meest geschikte, uit.
Alice in Wonderland draait vanaf 10 maart in de Belgische zalen.
DOOR ELLEN DE WOLF
“VEEL KLEREN MAAKTEN WE EERST IN REAL LIFE. WAT WE TE ZIEN KRIJGEN IS DUS EEN COMBINATIE VAN ECHTE KOSTUUMS EN ANIMATIE.”
“HET WAS BELANGRIJK OM EXPRESSIEVE KOSTUUMS TE ONTWERPEN DIE VAN BIJ DE EERSTE SCENE EEN STERK STATEMENT ZOUDEN MAKEN.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier