Als je de teksten van haar debuut-cd ‘Mud Stories’ letterlijk neemt, denk je dat ze een waanzinnige is met wie niet te leven valt. In werkelijkheid verlangt ze naar controle en rust. De extremen van An Pierlé.

Complexloos omzeilde An Pierlé de voorbije drie jaar alle valkuilen. Op Rock Rally ’96 werd ze uitgeroepen tot de revelatie van het jaar, platenfirma’s stonden op haar stoep te dringen. Ze was nauwelijks 21 jaar oud. Ze had zich de avances makkelijk kunnen laten aanleunen; en ze had, zoals dat vaak gaat, snel-snel een cd kunnen opnemen. Maar die zou nooit zo sterk geweest zijn als Mud Stories, de cd die vandaag in de winkel ligt. Als ze zich toen had laten strikken, dan was ze misschien inmiddels met de grond gelijkgemaakt door de mensen die haar toen de hemel in prezen.

An Pierlé moet gekoesterd worden, niet doodgeknuffeld, want ze is een uniek talent. Ten tijde van Rock Rally ’96 werd ze vergeleken met die andere vrouw-aan-het-klavier: Tori Amos. Maar Pierlé heeft niet het exhibitionisme van Amos, dweept ook niet met spiritualisme. Net als Amos heeft ze een klassiek verleden. Haar theaterachtergrond is nog te merken in liedjes waarin ze het liefdesverdriet uitvergroot. Mud Stories is als een voorstelling waarin acteurs wonden openrijten, hun woede uitschreeuwen, om daarna snikkend in elkaars armen te vallen. Extremen dik in de verf gezet.

Ik ontmoette An Pierlé voor het eerst acht jaar geleden, toen ze in The Breakfast Club stond, een productie van het Koninklijk Jeugdtheater, gebaseerd op de gelijknamige film. Ze speelde een schimmig meisje, en ze was ook tijdens het interview nogal teruggetrokken. Een wereld van verschil met de sterke persoonlijkheid die ze vandaag is. “Ik was toen nog maar 16. Ik deed The Breakfast Club met veel plezier, en het stuk was een succes. Vóór die tijd had ik al veel gedaan omtrent theater. Van musicalworkshops op m’n veertiende, tot figureren bij de KNS. Bijbaantjes, geen belangwekkende dingen, maar ik greep alle kansen die zich voordeden.

Je inschrijving bij Studio Herman Teirlinck leek dan ook een logische stap.

An Pierlé: Dat was het beste dat ik kon doen. Ik wou alles leren: zingen, acteren en dansen. Die opleiding aan Studio Herman Teirlinck was totaal anders dan wat ik me ervan had voorgesteld. Gelukkig. Er circuleren wilde verhalen over de Studio. Ik kwam er bij het begin van een nieuw regime, er woei een frisse wind door de school. De klemtoon lag op jezelf: het was goed, zolang het uit jezelf kwam. Als je dan één uur lang een publiek kon boeien, was dat echt een prestatie.

Waren die studies nuttig voor wat je nu doet?

Absoluut, vooral door de soloprojecten. Het eerste jaar deed ik nog iets in de sfeer van een stand-up comedian. Het tweede jaar dacht ik: waarom probeer ik geen uur te vullen met nummers aan de piano? Het was een onzekere zet, maar ik werd gestimuleerd. Stilaan waagde ik me aan optredens buiten de school. Slik. Plots sta je op een festival voor een rockpubliek.

Het was moedig om op de Rock Rally tussen al die gitaarbands te gaan staan. Wat bezielde je?

Ik zat in het laatste jaar, dat optreden hoorde bij de pogingen om te zien of mijn liedjes ook aansloegen buiten de schoolmuren. Met mijn vroegere groep droomden we ervan om deel te nemen aan de Rock Rally, maar we waren gesplit voor het zover kwam. Die wedstrijd blijft een springplank. Ik dacht dat de jury het niet zou zien zitten: een meisje alleen aan de piano. En dan nog iemand van de toneelschool!

Was je verbaasd over de positieve reacties?

Dat ik, als curiosum, de preselecties zou halen, had ik eigenlijk verwacht. Maar toen belandde ik in de halve finale, en zelfs de finale. De aandacht die ik achteraf kreeg, dat had ik niet voorzien. Van het ene moment op het andere wordt je tot pseudo-bekendheid gebombardeerd. Daarna ebde die belangstelling weer weg. Een bizarre ervaring, maar heel leerrijk. Ik heb bewust die heisa laten overwaaien, omdat ik geen zin had gebrandmerkt te worden als het meisje van de Gary Numan-cover Are Friends Electric? Op Rock Rally heb ik één aspect van m’n persoonlijkheid laten zien. Ik was niet klaar voor een cd, ik wist niet goed wat ik wilde. En toen kwam de aanbieding van de theaterproductie Bernadetje. Ik ben heel blij dat ik die rol aanvaard heb: kon ik alles even laten bezinken.

Hoeveel mensen hebben je toen gek verklaard?

Relatief weinig. De meesten hadden iets van: ‘Zeer verstandig, meisje.’ Natuurlijk waren er die vonden dat ik van de aandacht moest profiteren, dat ik het ijzer moest smeden als het heet was. Maar mijn manager Teddy Hillaert zei: ‘Laat het maar rustig betijen. Doe op je gemak verder, tot je een repertoire hebt dat stevig genoeg op poten staat.’

Ik wil zien hoe ver je kan gaan, met enkel piano en zang. Ik wil een eigen stijl ontwikkelen. Ik heb gezocht naar arrangementen voor mijn songs. Maar mensen die ik om advies vroeg, zegden: ‘Maar alles zit er al in. Een piano is een orkest.’ Die opmerkingen hebben mij gesterkt in mijn overtuiging: ik moet het in m’n eentje doen. Via een grote omweg en via grote ideeën, ben ik terug op dat punt gekomen.

Heb je nooit overwogen om met een groep in zee te gaan?

Uiteraard. Het liefst zing ik. Dat was ook de grote frustatie toen ik piano leerde spelen. Daar moest ik me op concentreren, zei men, want zangeressen waren er al genoeg. Uiteindelijk kwam ik erachter dat de grootste kracht in de beperking schuilt, maar dat neemt niet weg dat ik nog met anderen zal samenwerken. Misschien betrek ik er een groep bij als de tijd er rijp voor is. Of als ik me te eenzaam voel.

Het lijkt me moeilijk, zonder een klankbord.

Daarom duurt het ook altijd zo lang voor een nummer klaar is. Gelukkig heb ik een goed lief. Hij heeft een heel muzikaal oor, hij is zeker een goed klankbord. Zo heb ik nog een aantal vrienden die ik vertrouw. Ik weet zeker dat ze eerlijk tegen me zijn.

Acteer je terwijl je zingt? Je komt soms heel getormenteerd over, maar ik denk niet dat je het ook bent.

Getormenteerd is misschien niet het juiste woord. . Bij de vertolking van mijn liedjes, maak ik gebruik van de emoties van dat ogenblik.

Nick Cave kruipt als het ware in het nummer dat hij zingt. Jij doet dat ook.

Ik probeer die song zo goed mogelijk te brengen, vanuit een ideaalbeeld: zo zou het moeten zijn. Maar om dat ook concreet uit te voeren… Ik moet pianospelen en zingen, en er tegelijk voor zorgen dat de teksten verstaanbaar zijn. Af en toe maak ik een foutje, en ben ik eigenlijk verplicht om dat in het nummer te integreren. Op die manier ontdek ik constant nieuwe elementen in m’n nummers, en dat is boeiend.

In ‘Goddess’ zeg je dat je niet de vrouw kunt zijn die je geliefde wil, dat je niet aan de verwachtingen kan voldoen. Zijn de engeltjes in ‘Tower’ een metafoor voor andere vrouwen, die wel perfect lijken?

Nee, het zijn de demonen waar ik tegen vecht. Optreden is heilzaam. Ik doe niet aan sport, dus moet ik mijn energie kwijt in de muziek. Door negatieve gevoelens van me af te schudden, krijg ik positieve energie. Als het niet loopt zoals ik het wil, dan word ik kwaad op mezelf, en begin ik heftiger en ongecontroleerder te spelen. Tegenwoordig let ik erop dat ik niet te hard op de piano timmer.

In ‘Sad Lover’ vraag je je af of je jezelf sprookjes vertelt. Ken je het antwoord intussen?

Ik heb veel fantasie. Een sprookje is vaak mooier dan de realiteit, en het is verleidelijk om daarin te geloven. Je moet regelmatig teruggaan naar de essentie, en je afvragen of je jezelf niks wijsmaakt.

En wat is de essentie?

Als ik dat zou weten… De essentie achterhalen, dat is een levenswerk. Ik kan er enkel naar zoeken. Je visie verandert ook voortdurend. Je moet alles in vraag stellen en alles wat overtollig is, overboord gooien. Daarom zijn oude, wijze mensen zo kalm. Zover ben ik dus nog niet.

Als je in sprookjes gelooft, loop je wel makkelijk desillusies op.

Maar als je je sprookjes kunt weggooien, is dat bevrijdend. In het begin durf je dat niet, omdat je je nog meer blootgeeft. En als dat is waarvoor je bang bent…

Ben je van plan om in de toekomst, zoals voor ‘Bernadetje’, de muziek nu en dan opzij te zetten?

Ik ga nu voluit voor de muziek, en dat is zalig. Bernadetje is trouwens uit de hand gelopen. Ik wou gewoon geld verdienen. Eerlijk: ik kende noch Alain Platel, noch Arne Sierens. Ik had hun vorige stuk Moeder en Kind niet gezien, en wist dus niet wat mij te wachten stond. Op tournee gaan, klonk aanlokkelijk. Het was tof, maar het heeft wel lang geduurd. Ik sluit niet uit dat ik ooit nog theater doe, maar op dit moment heeft muziek de prioriteit. Daarin kan ik alles kwijt. Ik werk aan een totaalproduct, en daar heb ik lol in. Ik heb ondervonden dat je geen twee dingen tegelijk kunt doen, of je eindigt met half werk.

Zelfs het cd-boekje heb je eigenhandig ineengestoken.

Als kind tekende ik heel veel, en in de periode van Bernadetje heb ik dat spontaan weer opgenomen. Op den duur zat ik met een hoop materiaal dat verband hield met mijn liedjes. Mud Stories is echt mijn cd geworden, met mijn tekeningen erbij: die kinderlijke stijl paste er wel bij.

Je songs zijn intens. Het lijkt me niet simpel om zo diep te gaan als je die nummers opneemt, met enkel een technicus als gezelschap.

Dat is een kwestie van wederzijds vertrouwen. We hadden afgesproken om alles live op te nemen, zonder overdubs. Het heeft lang geduurd voordat ik iemand vond met wie ik die plaat kon en wou maken. Ik zocht een jong iemand, die mij liet begaan en toch eigen ideeën had. Via mijn lief ben ik op Karel De Bakker gebotst. Zij kenden elkaar van vroeger. Mijn vriend had me al verteld dat Karel Zita Swoon live mixte. Een jaar geleden, op Pukkelpop, stond hij aan het mengpaneel en hij gaf mijn muziek een eigen interpretatie. Het klonk ineens als rock, heel maf.

Karel is bovendien een lieve, vriendelijke mens, en heel geduldig. Later kwam er nog een lieve, vriendelijke mens bij: Jo Bogaert, om te superviseren en de akoestische sessies in goede banen te leiden.

Op de cd staan geen definitieve versies. We verkozen sfeer, boven technische perfectie. Met diep gaan heeft het niet veel te maken. Als je optreedt voor een publiek, geeft dat echt een kick, en blijkbaar hoor je dat.

Foutjes storen inderdaad niet. Door het karakter van je liedjes mag het af en toe lelijk klinken.

Tegenwoordig zijn alle platen zodanig opgepoetst, dat je de persoon erachter niet meer hoort. In mijn teksten zeg ik vaak dat ik niet perfect ben. Dan mag ik dat ook wel eens laten horen. Het heeft lang geduurd voor ik tot die vaststelling kwam.

Er zitten ook rare geluidseffecten op. Hoe zijn die erin geslopen?

Dat is de inbreng van Karel, tijdens het mixen. Het was een vreemde ervaring, omdat hij soms tamelijk ver ging, maar uiteindelijk ben ik er heel blij mee. Karel heeft het een eigen sound gegeven, en dat is moeilijk als je enkel piano en een stem hebt.

Je hebt één tekst, die van ‘Pleasant Times’, geschreven samen met Julee Cruise, bekend van ‘Twin Peaks’. Waar ben je haar tegen het lijf gelopen?

Tijdens de voorbereiding van de cd was ik veertien dagen in New York om producers te testen, maar niemand beviel me. Ik zat ook in schrijfsessies met professionele songwriters. Een deel van de tekst van Pleasant Times had ik al. Op het laatste moment belden we Julee Cruise op, omdat zij iemand is met een soortgelijke chaotische verbeelding als ik. Ik heb met haar een amusante middag gehad. Twee nummers hebben we samen voltooid.

Die trip naar New York was een idee van de platenfirma. En jij wou hen dat pleziertje wel gunnen.

Het was ook spannend. Ik was echt op zoek naar iemand die me kon sturen en wat rare ideeën had. Iedereen waarschuwde me: ‘Je gaat toch niet met alleen maar piano opnemen, want dat wordt saai.’ Ik heb een lange, kronkelige weg doorlopen. Aanvankelijk stond ik nog niet sterk in mijn schoenen en hield ik rekening met die raadgevingen. Maar hoe sterker men mij in een bepaalde richting dreef, hoe meer ik ging tegenstribbelen. Na die trip naar New York was ik er al wat meer van overtuigd dat ik mijn zin moest doen, maar nog niet helemaal. Het leek mij een ontzettend grote stap. Mijn lief heeft mij enorm goed begeleid en moed ingesproken. Ook Karel en Jo ben ik zeer dankbaar. Ik was goed omringd.

An Pierlé, ‘Mud Stories’, Warner Music.

Peter Van Dyck / foto’s Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content