Als eten bedreigend wordt EEN NIET TE STILLEN HONGER

Een boek dat je elke lust ontneemt om in de koekjestrommel te duiken. Zo’n roman is het overigens voortreffelijke The Middlesteins van de Amerikaanse Jami Attenberg, over een vrouw die geobsedeerd is door voedsel en de impact daarvan op haar gezin. Eetstoornissen, hoe ontstaan ze, wat kun je eraan doen ?

Nooit is licht uitnodigender dan dat in de koelkast, om twee uur ’s nachts.” Maak kennis met Edie Middlestein, zestig jaar en honderdzestig kilo droog aan de haak, op de vooravond van een tweede diabetesgerelateerde operatie waarbij ze stents in haar been krijgt. Als ze doorgaat met zich zo vol te stoppen, zal ze binnenkort een bypass nodig hebben, waarschuwt de dokter. Toch kan ze niet ophouden met eten, het lijkt wel of ze door een razende, allesverslindende honger gedreven wordt. Hoe is het zo ver kunnen komen ? Een andere auteur zou er wellicht voor gekozen hebben om Edies eetdrang tot één enkel trauma terug te voeren, maar Attenberg heeft genoeg mensenkennis om te beseffen dat de krachten die onze persoonlijkheid vormen niet zo gemakkelijk te traceren zijn.

Flashback naar de prille jeugd van Edie Middlestein – toen nog Edie Herzen. Zelfs toen ze nog maar vijf was, was kleine Edie niet zo klein. “Haar armpjes en beentjes, ooit poezelig en zacht, waren de molligheid allang voorbij. Ze waren verbazingwekkend massief. In een kind moest je lekker kunnen knijpen. Haar lichaam was net een blok beton. Ze ademde te zwaar, als een flatulente oude oom na een zware maaltijd.” Maar hoe kon haar moeder Edie eten ontzeggen ? Voedsel was liefde en liefde was voedsel en als je een kind met een plak leverworst kon troosten, dan was daar toch niets mis mee, zeker ? Een overtuiging die overigens niet alleen door liefde, maar ook door angst ingegeven werd. Als joodse had ze uit een geschiedenis vol rampspoed en ontbering geleerd dat je maar beter wat reserve kon aanleggen. Kom, bubbeleh, eet nog wat kippensoep. Was Edies vader acht jaar eerder niet bijna omgekomen van honger op zijn lange reis van Oekraïne naar Chicago ? Die honger had hij sindsdien niet meer kunnen stillen. “Als ze aten, was hij niet te stuiten ; op dat gebied was hij dierlijk, primitief. Hij schermde zijn territorium af door over tafel te leunen, met een arm om zijn bord. Met zijn andere arm schoof hij het eten naar binnen zonder de tijd te nemen om te kauwen of adem te halen.”

TROOSTETEN

De boodschap die Edie van huis uit meekrijgt, is dat voedsel een veilige plek is om te schuilen, een oplossing voor de desillusies van het leven. En ja, wie betreurt op middelbare leeftijd niet het verschil tussen wat is en wat had kunnen zijn ? Edies teleurstellingen zijn niet spectaculair. Dit is geen boek over rebellen, freaks of psychopaten. De personages zijn gewoon mensen die hun best doen om zo gelukkig mogelijk te zijn en daar niet altijd in slagen. Haar vader helpt, naast zijn job als apotheker, in zijn vrije tijd immigranten bij hun aankomst in de VS. Edie werkt voor een advocatenkantoor dat als klanten vooral vennootschappen heeft die her en der shopping malls neerpoten. Ze is wellicht te vroeg getrouwd, op een moment dat ze kwetsbaar was door de dood van haar vader. Ze koestert ambivalente gevoelens over het ouderschap en raakt mettertijd meer en meer teleurgesteld in haar carrière als juriste. Toch is het nog een enorme schok als ze door haar werkgevers wegens haar omvang met vervroegd pensioen wordt gestuurd. De genadeslag volgt als haar man Richard na dertig jaar huwelijk de echtscheiding aanvraagt, omdat hij niet langer getuige wil zijn van haar zelfdestructieve afgang. Nog meer dan anders wordt eten haar betrouwbare bron van troost, enorme hoeveelheden decadent, machtig, zout en zoet voedsel.

Haar kinderen reageren elk op hun eigen manier : dochter Robin, niet vies van een glaasje – alles beter dan vreten zoals haar moeder – is woest op haar vader. De hasjrokende zoon Benny wil vooral de vrede bewaren tussen zijn moeder en echtgenote Rachelle, een gezondheidsfreak die haar gezin zowat uithongert. “Aan tafel sneed ze haar eten in piepkleine stukjes waar ze vervolgens traag en bedachtzaam op ging kauwen, alsof ze elke vitamine wilde proeven, alsof ze kon voélen hoe ze met elk hapje haar levensduur verlengde.” Rachelle wil haar ziekelijk obese schoonmoeder redden, maar krijgt tegenwind uit onverwachte hoek : een Chinese weduwnaar, eigenaar van Edies favoriete restaurant, die maar één manier kent om haar zijn liefde te betuigen : haar lekkere hapjes voeren.

EEN OMMETJE MET DE TIJGER

Er zijn geen winnaars of verliezers in De Middlesteins, alleen mensen die hun problemen op een niet zo verstandige manier aanpakken. Als het boek één ding duidelijk maakt, dan is het dat er qua voeding geen gulden middenweg lijkt te zijn. Dat blijkt ook uit de reacties op allerlei fora van (overwegend) vrouwelijke lezers. Niet of wel, weinig of veel eten, het is een problematiek waar ontzettend veel mensen mee bezig zijn. Voedsel houdt ons in leven, maar het kan ook dodelijk zijn. Obesitas (ziekelijke zwaarlijvigheid) is uitgegroeid tot een mondiaal volksgezondheidsprobleem, de Wereldgezondheidsorganisatie spreekt niet voor niets van globesitas. In de VS zou een baby twee kansen op drie hebben om als volwassene zwaarlijvig te worden. Als die raming klopt, zitten we dicht bij een catastrofe. Overgewicht is immers een niet te onderschatten risicofactor : het vergroot de kans op hart- en vaatziekten, diabetes, gewrichtsproblemen. We zijn ons gewoon kapot aan het vreten.

Wat het niet gemakkelijk maakt om op een redelijke manier met voedsel om te gaan, is dat het alom aanwezig is, in grote hoeveelheden en de meest verleidelijke vormen, toch in het rijke Westen. Van de oneindige variëteit in de afdeling snoep en koekjes in de supermarkt over het big bacon menu en de deep pan pizza in fastfoodtenten tot de chocoladefontein op recepties : de verleiding is er constant. Alle gezellige, feestelijke momenten in het leven gaan gepaard met eten. Daar komt nog bij dat ons brein niet geprogrammeerd is om weerstand te bieden aan die overdaad. Toen onze verre voorouders met een speer achter een mammoet aan moesten voor hun karbonades, was hun dieet karig, mager, ongezoet en ongezouten en zo goed als vegetarisch. Vandaar dat we ook nu, zoveel eeuwen later, voorbestemd zijn om vet, zout en zoet onweerstaanbaar lekker te vinden. Alleen leven we vandaag in een soort ‘bestegeval-scenario’ waarin die dingen onbeperkt voorradig zijn. Vandaar dat eten, net als nicotine en alcohol, een verslaving kan worden, met dank aan de dopamine-rush die vette en zoete troep in onze hersenen veroorzaakt. En in tegenstelling tot meer exotische zonden, kun je eten niet zomaar afzweren. Zoals een lid van Overeaters Anonymous het ooit uitdrukte : “Als je drugsverslaafd bent, sluit je de tijger op in een kooi om ervan af te zijn. Als je eetverslaafd bent, sluit je de tijger ook op, maar haal je hem drie keer per dag uit de kooi om een ommetje te maken.”

KOUDE PIZZA UIT HET VUISTJE

Een eetstoornis kan vele vormen aannemen, van anorexia nervosa en orthorexie (geobsedeerd zijn door gezond en hoogwaardig voedsel – geen officiële diagnose) tot boulimia nervosa en eetbuistoornis of BED (binge eating disorder). Allemaal hebben ze gemeen dat de patiënten dwangmatig met eten of niet-eten bezig zijn. “Al mijn gedachten gingen naar wat ik nu weer eens zou eten, op de duur was ik met niets anders meer bezig”, schrijft voormalig toptennister Monica Seles in Getting a grip : on my body, my mind, my self over haar strijd met binge-eten nadat ze in 1993 tijdens een wedstrijd werd neergestoken door een onevenwichtige. Bovendien stond ze al jaren onder druk om haar gewicht op peil te houden. Aan celebrity’s met eetstoornissen geen gebrek. Prinses Diana en Elton John leden (lijden) aan boulimie, Karen Carpenter en Kate Moss aan anorexie. Bij ons maakt Gella Vandecaveye er geen geheim van dat ze in haar topsportperiode met boulimie kampte.

Anorexia nervosa (magerzucht, de onweerstaanbare drang om af te vallen) en boulimia nervosa (eetverslaving) zijn eetstoornissen die inmiddels bij het grote publiek bekend zijn. Rond eetbuistoornis of binge-eten bestaat meer onduidelijkheid. Prof. Dr. Gwendolyn Portzky, psycholoog-gedragstherapeut van het Centrum voor Eetstoornissen van UGent : “Tot voor kort werd binge-eten tot de atypische eetproblemen gerekend, maar nu wordt het officieel als een specifieke eetstoornis erkend. Net als boulimie is binge-eten een vorm van dwangmatig eten, gekenmerkt door ongecontroleerde eetbuien waarbij in korte tijd grote hoeveelheden voedsel worden ingenomen. Het grote verschil met boulimie is dat bij binge-eten de patiënten geen compenserend gedrag zoals braken, laxeren of excessief sporten vertonen. Daardoor kampen ze meestal met overgewicht, terwijl boulimiepatiënten vaak een normaal gewicht hebben.” Doe je aan binge-eten als je voor de televisie wel eens een doos pralines leegsnoept ? “Nee, bij binge eaters is het probleem veel groter dan dat, ze zijn voortdurend met eten bezig. Veel patiënten denken in termen van ‘verboden voedsel’ : een hele lijst vette en zoete dingen die ze als zeer lekker ervaren, maar zichzelf zelden of nooit toestaan. Maar bij sommigen lopen de eetbuiten zodanig uit de hand dat wanneer ze niets lekkers meer vinden in huis, ze grijpen naar alles wat eetbaar is : koude pizza, onopgewarmde soep uit blik. Van genieten is meestal geen sprake, het eten wordt naar binnen geschrokt. Ook als ze al oncomfortabel vol zitten, blijven binge-eters dooreten. Dat veroorzaakt stress, schaamte, zelfverwijten en een schuldgevoel.”

ETEN OF NIET ETEN, DAT IS DE KWESTIE

In De Middlesteins rijdt Edie in haar eentje van McDonald’s naar Burger King naar haar favoriete Chinees, waarbij ze de lege doosjes van elke stop bij de volgende in de vuilnisbak gooit. Prof. Portzky : “Typisch, het schransen gebeurt stiekem. Soms gaat het een tijd beter, tot een of andere stressvolle situatie een nieuwe eetaanval uitlokt. Nog een verschil is de leeftijd van de patiënten : anorexie komt meestal voor bij jonge meisjes (ongeveer vijftien tot vierentwintig jaar), boulimia bij iets oudere patiënten (ongeveer achttien tot achtentwintig), terwijl binge-eten ook bij mensen boven de dertig voorkomt. Algemeen komen eetstoornissen meer voor bij vrouwen dan bij mannen. De studieresultaten verschillen wel wat, maar gemiddeld zien we bij anorexia een verhouding van één man tegenover negen vrouwen. Bij boulimie is de verhouding drie tegen zeven, bij binge-eten is het verschil nog kleiner, nl. vier tegen zes. Ook bij mannen komt het dus redelijk veel voor.”

Bij Edie Middlestein ligt een combinatie van factoren aan de basis van haar eetprobleem. Professor Portzky : “Zoals alle psychiatrische aandoeningen zijn eetstoornissen een complexe materie. Er kan een erfelijke aanleg zijn voor overgewicht, die versterkt kan worden door het gezinsklimaat. Daarnaast zijn er neurobiologische elementen, gelinkt aan de persoonlijkheid. Blijkt dat vooral onzekere, angstige mensen meer risico lopen. Individuen die bang zijn voor kritiek en conflicten, gevoelig voor straf en beloning. Het sociale element zit er sterk in, vooral de angst om afgewezen te worden. Bij meisjes met anorexie is er vaak sprake van een drang tot perfectie en een sterke wil om graag gezien te worden. Het grote verschil tussen anorexiepatiënten en mensen die aan boulimie of eetbuistoornissen lijden is dat de eerste groep rigide is, zichzelf te allen tijde onder controle wil houden, terwijl het in het tweede geval om meer impulsieve mensen gaat. Maar zowel bij de extreem magere, anorectische als bij de extreem obese patiënt wordt eten / niet eten als een (disfunctioneel) controle- mechanisme over emoties gehanteerd. Men tracht de mentale onrust te bedwingen door lichamelijke processen. Vaak wordt met een beschuldigende vinger naar de huidige slankheidscultus gewezen, maar dat is zeker niet de hoofdoorzaak van eetstoornissen.’

Naast de kwetsbaarheidsfactoren zijn er de uitlokkende. Prof. Portzky : “Dat kunnen alle mogelijke veranderingen zijn, stressvolle levensgebeurtenissen die de onzekerheid en focus op het lichaam doen toenemen en maken dat men zich slecht in zijn vel voelt. Eten wordt vaak gebruikt om te ontsnappen aan pijnlijke emoties, om te verdoven. Op de duur raak je daardoor geconditioneerd en ervaar je eetdrang bij elke negatieve emotie. Ten slotte zijn er ook onderhoudende factoren : patiënten geraken in een vicieuze cirkel, waarbij ze de ene keer maaltijden overslaan en dan weer doorschieten in eetbuien. Die veroorzaken op hun beurt weer schuldgevoelens, zodat ze opnieuw gaan diëten. Maar door je uit te hongeren, vergroot je alleen de drang om te eten. Als je een hele dag niet gegeten hebt, kun je op de duur enkel nog aan voedsel denken. Zo beland je in een chaotisch, totaal verstoord eetpatroon waar je maar moeilijk uit geraakt.”

UIT DE VICIEUZE CIRKEL

In De Middlesteins onderneemt gezondheidsfreak Rachelle pogingen om haar schoonmoeder van haar eetobsessie te bevrijden, maar zonder resultaat. Prof. Portzky : “De behandeling van een eetstoornis is altijd van lange duur, omdat aan alle beïnvloedende factoren gewerkt moet worden. Qua medicijnen zijn er weinig mogelijkheden. Er bestaat geen psychotrope medicatie die een eetstoornis op zich kan genezen. Hoogstens kunnen we iets geven om de stemming van de patiënt te stabiliseren of een bijkomende depressie te behandelen. De kern van de behandeling is altijd psychotherapie. Een ambulante behandeling is hoofdzakelijk individueel. Bij een opname in het ziekenhuis werkt men vaak met een combinatie van individuele therapie en groepstherapie. Patiënten vinden het vaak moeilijk om met anderen over hun problemen te praten, maar bij lotgenoten vinden ze steun en herkenning, ze leren ook sociale vaardigheden van elkaar. Er zijn zelfhulpgroepen waar mensen met een eetstoornis hulp krijgen van ervaringsdeskundigen.”

Aan het (dramatische) eind van De Middlesteins maakt kleinzoon Josh een smiley van chocoladekoekjes, waarop de familie geschokt reageert. Maar wat is de slaagkans voor de behandeling van een eetstoornis ? Professor Portzky : “Er zijn geen aparte cijfers voor de verschillende eetstoornissen, maar algemeen kun je stellen dat de helft van de patiënten er vanaf geraakt. Bij dertig procent is er een verbetering merkbaar, de patiënt functioneert beter, de eetstoornis heeft een minder grote impact op zijn/haar leven. Maar één op vijf geneest niet en blijft chronisch last hebben.”

DOOR LINDA ASSELBERGS & ILLUSTRATIE SHANNA COPPENS

De boodschap die Edie meekrijgt, is dat voedsel een veilige plek is om te schuilen

In de VS heeft een baby twee kansen op drie om als volwassene zwaarlijvig te worden

“Qua medicijnen zijn er weinig mogelijkheden. De kern van de behandeling is altijd psychotherapie”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content