Alles onder controle

Ze wekken bewondering. Want alles lijkt hen te lukken. Ze kiezen hun doel, mikken en treffen. Voornemens worden waargemaakt, deadlines gehaald, emoties beheerst. Wat bezielt mensen die alles tot in de details willen regelen ?

Marianne Meire

Voor Leo Leys, directeur van Kom op tegen Kanker, betekent controle gewoon dat hij in zijn non-profitorganisatie de zaken graag netjes op een rij heeft. Leys : ?Een controlefreak die achter zijn staart aanloopt en ziekelijk controleert of alles wel in orde is, ben ik niet. Maar ik reken me tot de mensen die willen dat de procedures transparant zijn, dat problemen tijdig duidelijk worden. Een non-profitorganisatie die succes wil hebben, moet op een aantal dingen letten : het goede-doelproduct moet aan alle kanten in orde zijn. Ook administratief en financieel. We moeten het hele traject van A tot Z in de hand hebben. Ik leid met een stevige, bewuste hand. Ik ben streng maar rechtvaardig. In een kleine ploeg moet iedereen goed zijn, want wij verzetten veel werk. Er zijn altijd mensen die in zo’n structuur niet passen en die vliegen er dan ook gewoon uit. Ik denk wel dat ik weet wat belangrijk is. Door ervaring ben ik veelzijdig geworden. Ik controleer verschillende domeinen, verschillende vaardigheden. De som van die controlemechanismen leidt tot succes, tot resultaat. Het is een mix van kennis, doorzetten, en het juiste ogenblik afwachten. Ik ben de toekomst steeds twee stappen voor.”

Leen Vandaele is freelance secretaresse. Haar nood aan controle betekent niet dat ze niet van verrassingen houdt. Daar liggen volgens haar juist de uitdagingen. Vandaele : ?Met alle middelen waarover je beschikt, met alle controlemechanismen die je beheerst steeds weer perfectie bereiken, zelfs in onvoorziene omstandigheden. Ik neem er ook voortdurend nieuwe taken bij. Die krijgen een inloopperiode en worden vervolgens in het grotere systeem opgenomen. Omdat ik met minder dan perfectie niet tevreden ben, haal ik soms mijn deadlines niet. Dat is mijn zwakke punt. Ik krijg het niet over mijn hart om iets af te leveren dat niet in orde is. Maar te laat zijn, stoort mij ook verschrikkelijk.”

Filosoof Hubert Dethier (Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit Brussel) zoekt een verklaring voor het streven naar perfectie in een historische attitude. Hij brengt controle in verband met calvinistische degelijkheid, preciesheid en betrouwbaarheid. Het calvinisme, dat verantwoordelijk is voor de opkomst van het kapitalisme, is de geloofsleer van Johannes Calvijn : de nietige mens heeft de roeping mee te werken aan Gods verheerlijking op aarde. Ook (en zeker) door zijn beroep en dagelijks werk. Iedereen kent calvinisten als de rijke kooplieden van weleer, voorlopers van de hedendaagse zakenman en de volhardende kunstenaar. Controlefreaks zijn geen modern verschijnsel. In de zeventiende eeuw had je ze ook al.

Dethier : ?Calvinisten moeten produceren. Ze domineren hun lichaam en exploiteren het als een machine. Het moet renderen. Waarom ? In de calvinistische opvatting over predestinatie is men uitverkoren of gedoemd. Hoewel een calvinist gelooft dat hij voorbestemd is, blijft hij dynamisch en vol initiatief. Hij weet immers niet zeker of hij uitverkoren is. Er zijn wel trucjes om het te achterhalen : vooruitgang in het zakenleven, rijk worden, dat slaat op deugdelijkheid. Je wordt nooit meteen rijk, daarom moet je altijd voortdoen. Dat vraagt discipline, hard werken, tijd is geld, niets verkwisten, inspanning. Maar het vraagt ook controle.”

Dit beeld van streven naar vooruitgang is vandaag meer dan ooit van toepassing op heel wat harde werkers. Voor Leen Vandaele is controle een attitude. Perfectie is het streefdoel. Perfectie is de kick. ?Mijn emoties zijn afhankelijk van de kwaliteit die ik haal. Ik doe mee aan de wereldkampioenschappen dactylo. Daar geldt maar één norm : hoe perfecter het werk, hoe hoger de slaagkansen. Dat trek ik door naar alles. Ik heb er geen moeite mee mezelf een controlefreak te noemen. Ik denk erover na. En ik word regelmatig door andere mensen op mijn plaats gezet. Zo kan ik grenzen trekken…, wat natuurlijk ook weer controle is.”

Controlefreak Rik Lintermans, redacteur bij Testaankoop en een fanatieke sporter, is geen workaholic, maar streeft naar perfectie in de sport. In 1994 deed hij onder meer twee volledige triatlons, waaronder de beruchte iron-manwedstrijd in Hawaï. Zelf vindt hij niet dat hij te veel hooi op zijn vork neemt. Hij voelt zich nu eenmaal goed bij grote sportieve uitdagingen. Op het maniakale af. Waarom ? Lintermans : ?Het intense geluksgevoel als je de eindstreep haalt. Voor jezelf de lat hoog leggen. Slagen ondanks risico op mislukking. Ik heb in Hawaï ontzettend geleden : lopen in 40 tot 45 en toch doorgaan. In individuele sport bepaal je alles zelf. Voetbal ligt me niet. De anderen bepalen dan immers je prestaties. Nu heb ik zelf controle. Ik controleer ook nauwgezet wat ik eet en drink. Alle sportmensen doen dat. Ik ben ongelukkig als ik niet kan trainen. Voor een triatlon zit ik verschillende ochtenden per week om 7 uur in het zwembad. Ik fiets vervolgens naar mijn werk, 44 kilometer heen en terug. Mijn gezin ondersteunt mij. Ik ben dus niet beperkt. Ik ben zo fanatiek uit bezorgdheid om mijn gezondheid. Dat heb ik zelf in handen. En voor een deel omdat ik een natuurlijke gave wil uitbuiten, namelijk mijn uithoudingsvermogen. Ik ben meer prestatiegericht op sportief vlak omdat ik op professioneel vlak niet zelf de troeven in handen heb. In de sport is het risico op mentaal letsel door stress en uitputting veel kleiner. Maar om fysiek letsel te beperken, is controle belangrijk. Ik heb in 1994 25 uur per week getraind. Naast een voltijdse job. Nu beperk ik mijn inzet omdat ik niet geblesseerd wil geraken. Soms haalt het impulsieve het nog van het bedachtzame, maar ik heb geleerd om niet te ver te gaan.”

Mensen controleren omdat ze resultaat nastreven. Daar kan niemand iets van zeggen. Maar de letterlijke vertaling van het Engelse freak is zonderling, fanaat, fervent aanhanger. Freak gaat over excessief gedrag. Controleren kan dus ook te ver gaan. Psychiater Hugo D’Haenen associeert de extreme behoefte aan controle met een bepaald type persoonlijkheid : ?De dwangmatige mens met een aantal excessieve persoonlijkheidstrekken zoals overdreven properheid, meticuleusheid, punctualiteit. Hij wil alles tot in de puntjes in orde, alles graag netjes hebben, is vaak zuinig tot gierig, ook zeer zuinig met het uiten van emoties. Hij heeft weinig behoefte om zich te laten gaan, uit zich rationeel. De extreme behoefte aan controle impliceert moeite om te delegeren, uit handen te geven. Dat kan tot prestatieproblemen leiden. Iets excessief nodig hebben, beschouw ik als een teken van zwakheid. Een sterke persoonlijkheid met een abnormale behoefte aan controle is voor mij een contradictio in terminis.”

Volgens D’haenen is de behoefte aan controle ook vaak een manier om met angst om te gaan : ?Angst en onzekerheid waarvan men zich niet altijd bewust hoeft te zijn. Deze mensen zijn zeer prestatiegericht. En dat is een van de grote problemen. Ze kunnen op een punt komen dat er niets meer gebeurt omdat ze niets kunnen loslaten. Zo ondermijnen ze soms hun eigen prestaties.”

Rosette Goeleven is een succesvolle zakenvrouw in de modewereld. Hoewel ze beseft dat ze de dingen nooit helemaal krijgt zoals ze ze wil, moet alles steeds weer goed zijn.

?Het kan altijd nog beter. In mijn zaak maar ook in mijn privé-leven ben ik zeer veeleisend. Voor mezelf en voor de anderen. Ik ben moeilijk omdat ik van iedereen verwacht dat ze zich even fel inzetten als ik. Toch werkt mijn personeel graag voor mij. Ik blijf altijd vriendelijk. Met tact bereik je meer dan met een snauw. Ik heb het enorm druk en toch wil ik steeds orde. Als mijn bureel een puinhoop is, wil ik eerst opruimen eer ik kan beginnen werken. Daardoor verlies ik soms de prioriteiten uit het oog. Ik vind ook altijd dat ik onvoldoende plan terwijl dat waarschijnlijk onterecht is. Ik leg mijn lat voortdurend hoger, hoger, hoger. Het is nooit goed genoeg. Door deze houding heb ik wel een serieuze inzinking gehad. Ik probeer mijn leven in eigen handen te houden, maar soms geloof ik toch in het lot. Ik probeer steeds positief te denken. Ik lees er graag over. Je moet geloven dat iets zal lukken. Zelfmotivatie is zeer belangrijk. Maar toch moet ik dikwijls angst onderdrukken. Ik zal echter nooit berusten, zeker niet als het om mijn zaak gaat.”

Controle op het werk is nuttig. Het betekent dat men zich aan afspraken houdt, en dat er een minimum aan orde in de chaos komt. Wie dit normaal vindt en zich daar ook naar gedraagt, is beslist geen dwangmatige persoonlijkheid. Ook het gevoel controle te kunnen uitoefenen over je leven heeft zo zijn voordelen.

Hugo D’Haenen : ?In de jaren zestig ontstond de theorie van de locus of control. Je hebt mensen die zich aan het ene uiterste bevinden en overtuigd zijn dat zij hun leven volledig in eigen handen hebben. Zij beslissen autonoom. Aan het andere uiterste zitten mensen die geloven dat wat ze ook doen geen invloed heeft op wat hen overkomt. Die geloven in het noodlot. De meesten onder ons bevinden zich daar ergens tussenin. De mate waarin mensen het gevoel hebben dat ze controle hebben over gebeurtenissen in hun leven, bepaalt bijvoorbeeld de manier waarop ze reageren op ziekte en tegenslag. Geloven dat je tot op zekere hoogte zelf over je leven kunt beslissen, is nuttig.”

Freelancer Leen Vandaele : ?Geloven dat je controle hebt over je leven noem ik eerder visie hebben. Weten waar je naartoe wil, wat je wil uitbouwen, en bereid zijn om regelmatig bij te sturen. Je moet ook bereid zijn om naar anderen te luisteren. Daar moet je van leren. Geluk is een toevalsfactor. Als die zich aandient, dan neem ik hem. Dat kan een professionele meevaller zijn, maar ook een morele of emotionele. Dat geeft een kick. Er zijn ook dagen dat er niets gebeurt of dat er iets misloopt. Die schrap ik van mijn kalender. Die hebben voor mij nooit bestaan. Zaken die foutlopen, moet je kortsluiten. Dat is ook controle. De dingen tot hun essentie terugbrengen, catalogeren en in een vakje stoppen. Dat is rationeel. Toch ben ik zeer emotioneel. Ik leer beheersingstechnieken om mijn emoties zo weinig mogelijk tot last van anderen te laten zijn.”

In deze wereld vol verrassingen en onvoorziene gebeurtenissen zijn er veel ongelukkige mensen. En toch, zij nemen hun leven steeds weer in eigen handen. Michèle Weisz, zaakvoerder van ViaFriends/ViaDate en van het relatiebureau Via Single Selection : ?De nood om vriendschap en hartszaken te controleren, speelt in het hoofd van velen. Dat zie je aan al die boeken over positief denken. Die gaan over mensen die hun leven, ook hun privé-leven, zelf in de hand houden, dromen waarmaken. Die boeken verkopen goed, want ze beloven dat je met een positieve ingesteldheid alles bereikt wat je wil. Een mens kan zijn lot grotendeels in eigen handen nemen. Maar je moet open en spontaan blijven en geen te hoge verwachtingen stellen. Het beste maken van wat je voorgeschoteld krijgt. Het is niet altijd plezant, maar zonder een tegenslag af en toe lijkt het mij ook maar een saaie boel.

Er zijn storende factoren die je kan controleren. Stress bijvoorbeeld kan je zelf beperken. Maar veel hangt af van je werk, van je inkomsten, of je vrienden hebt of niet. Geluk wordt door verschillende factoren bepaald. Ik geloof bijvoorbeeld niet dat je geluk in relaties kan controleren. Maar je kan wel je best doen. Er zijn mensen die het proberen. Mensen beschrijven ons welke soort vrienden ze zoeken. Dat is een vorm van plannen omdat ze elimineren, uitsluiten wie ze niet wensen te ontmoeten. Ook wie naar ons relatiebureau komt, doet aan een soort planning. Hij/zij neemt zich immers voor om iets aan de situatie te doen. Positief denken, is niet nieuw. Kijk naar het geloof in waarzeggers en astrologen. Dat bestaat al heel lang. En die verdienen nog steeds goed de kost. Ergens is dat een uiting van de wens om te weten wat er zal gebeuren, om het vervolgens te kunnen controleren. Positief denken klinkt gewoon veel trendier dan godsdienstig zijn of naar waarzeggers lopen. Maar het komt op hetzelfde neer.”

Weisz is ervan overtuigd dat mensen proberen alles zelf in de hand te houden om hun angst en onzekerheid in te tomen. Omdat ze een houvast zoeken om hun leven te kunnen richten. Sommigen vinden het in godsdienst, anderen zoeken het in controle, van zichzelf maar ook van de factoren in hun omgeving. Weisz : ?Mensen verdoezelen ook niet dat ze willen controleren. Je kunt geen magazine openslaan of er komt een vrouw aan het woord die iets aan haar lichaam heeft laten veranderen. Als controle een fobie wordt, dan loopt het mis. Maar in normale mate is het toch niet slecht ? In hoeverre worden we trouwens niet beïnvloed door de media die ons voortdurend voorschotelen hoe we moeten leven ? Dat is een tijdsverschijnsel.”

Aan de andere kant van controle ligt het toeval op de loer. Dobberen op de maat van onvoorziene omstandigheden wordt in onze westerse wereld niet echt gewaardeerd. Hubert Dethier : ?Alles aan het toeval overlaten, is inderdaad beangstigend. Het is een vorm van ontsporen doordat je de overdaad aan informatie niet meer kunt verwerken. Je verstikt. In deze context is controle het zoeken naar krachtlijnen, naar het essentiële. Het is zich ontdoen van het bijkomstige. Mensen raken gespleten. Hoe ingewikkelder ons leven wordt, hoe moeilijker het is om alles te integreren. Wie verschillende levens tegelijk moet leiden, heeft behoefte aan vereenvoudiging. Eenvoud is gemakkelijker te controleren. We willen ook steeds meer de (reeds uitgeschreven) goddelijke gedachte kennen, en denken door de wetenschap in te schakelen tot goddelijk inzicht te komen. Het gevolg is dat er steeds minder beleefde vrijheid in ons leven is. Geen suspens. Eigenlijk is het een wereld wensen van zeer grote doorzichtigheid.”

Maar hebben we werkelijk alles in de hand ? Op ogenblikken waarop we denken alles onder controle te hebben, slaat immers het noodlot toe. Of spant de natuur een van haar valstrikken en spat de orde in ons leven als een zeepbel uit elkaar. Chaos wordt ons deel wanneer ons leven van de ene op de andere dag door ons lichaam wordt geregeerd. Wat we niet 100 % in handen hebben, is onze gezondheid.

Filosoof Hubert Dethier : ?Ik denk dat we onvoldoende voorbereid zijn, dat we daar geen of weinig rekening mee houden. Wel op een speculatieve manier, omdat we zien dat het anderen overkomt. Maar het helemaal tot ons laten doordringen, is te verlammend. Dus ben je nooit echt voorbereid. Maar je kan niet leven met de realiteit dat je over een half uur dood kan zijn. Doen alsof dat niet kan, is een noodzakelijke illusie. Zonder dat fundamenteel optimisme zouden we geen zin hebben om door te gaan.”

Leo Leys, Kom op tegen Kanker : ?We hebben niet alles in de hand. Wie dat gelooft, is een sukkelaar en kijkt niet realistisch naar het leven. Eén van de ergste dingen die je kan overkomen, is kanker. Maar je kunt niet de hele tijd aan je eigen sterfelijkheid denken, want dat leidt tot immobilisme. Dat geldt ook voor elke tegenslag. Het leven zit vol risico’s. Enerzijds hebben we een gigantische verantwoordelijkheid jegens onszelf, anderzijds blijven we absoluut nietig. We kunnen niet anders dan rekening houden met dit dualisme.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content