Afscheid van een nooit geboren kind

Een onvervulde kinderwens kan diep ingrijpen op een partnerrelatie en binnen de sociale kring waarin de meeste anderen ‘gewoon’ kinderen krijgen. Odile van Eck, zelf ongewild ervaringsdeskundige, schreef een veelzijdig boek over het omgaan met vruchtbaarheids-

problemen.

:: ‘ Een onvervulde kinderwens’, Odile van Eck, uitg. Archipel, 192 p., 15,95 euro. Van dezelfde auteur verscheen in 1997 ‘Ongewenste kinderloosheid, een onzichtbaar verlies’.

Vroeger was het simpel : je kreeg kinderen of je kreeg ze niet. En wie pech had, kon zich daar maar beter bij neerleggen, want medisch was er weinig mogelijk. De laatste decennia is er op het gebied van vruchtbaarheidsbehandelingen een enorme vooruitgang geboekt. De mogelijkheden om via een medische ingreep zwanger te raken worden almaar groter, maar dat stelt mensen ook voor moeilijker keuzes.

Gedeeltelijk worden de alternatieven door externe factoren bepaald : politieke afspraken regelen wat ethisch acceptabel is en in hoeverre behandelingen terugbetaalbaar zijn. Diverse landen hebben verschillende afspraken over wat toegelaten is en sommige mensen zoeken uiteindelijk hun heil in een land waar vrijere normen worden gehanteerd. Zo werd in Nederland onlangs de anonimiteit van de spermadonors opgeheven, wat in Belgische vruchtbaarheidsklinieken, waar de anonimiteit van de donors gewaarborgd is, voor een duidelijke toename van Nederlandse hulpzoekende vrouwen zorgde.

Er moeten ook persoonlijke keuzes gemaakt worden : hoever wil je gaan in de onderzoekingen en behandelingen die vaak zeer ingrijpend en belastend zijn voor het persoonlijke welzijn en voor de (seksuele) relatie ? IUI, IVF, ICSI, meerlingen, het invriezen van zaad of embryo’s, donorsperma, eiceldonatie… Het overheersende idee is : een kind is maakbaar, iedereen die wil, kan er eentje krijgen. Maar het is niet niks om zo diep in te grijpen in het ontstaan van nieuw leven.

De rode draad in Een onvervulde kinderwens, het tweede boek van de Nederlandse Odile van Eck over vruchtbaarheidsproblemen, is dan ook dat je maar beter keuzes maakt waarmee je de rest van je leven voort kunt. Bovendien biedt de medische wetenschap niet altijd een oplossing : één op de vijf koppels heeft met vruchtbaarheidsproblemen te kampen en daarvan blijft tien procent definitief kinderloos. Het tweede deel van het boek gaat over het rouwproces dat ongewenst kinderloze koppels doormaken, een grotendeels verborgen problematiek omdat het om een onzichtbaar verlies gaat. Odile van Eck schreef vanuit haar eigen ervaringen en die van de vele lotgenoten die zij in haar praktijk als individuele en relatietherapeute begeleidde.

Op het gebied van vruchtbaarheidsbehandelingen creëert de medische vooruitgang een heel nieuwe problematiek.

Odile van Eck : Precies. Op het eerste gezicht lijkt het misschien alsof al die nieuwe medische ontwikkelingen pure winst opleveren, maar ze veroorzaken ook veel spanningen op persoonlijk vlak en binnen de relatie. Mensen gaan soms ver over hun grenzen in het medische traject. Ze kunnen het fysiek niet meer aan of zitten er emotioneel doorheen, maar ze bijten op hun tanden. Want ze willen zo graag dat kind en zijn bang dat ze later spijt zullen hebben als ze niet tot het uiterste gaan om er een te krijgen. Je ligt daar als vrouw in dat kamertje voor de zoveelste keer met je benen in de stijgbeugels en je houdt je stoer voor het medische personeel, maar later volgt de emotionele ontlading. En het traject wordt ook almaar langer. Tot voor kort stelde men de grens voor het zwanger worden bij veertig jaar, maar inmiddels is die grens alweer verlegd. Dat maakt dat mensen jaren uitsluitend gefocust zijn op het zwanger worden en op andere terreinen geen stappen durven te doen : ze beginnen geen nieuwe studie, zoeken geen andere baan, gaan niet verhuizen, want komt dat kind nu wel of niet ?

En als het uiteindelijk toch niet lukt, hebben ze vaak het gevoel dat ze al die jaren van hun leven weggegooid hebben. De omgang met onvruchtbaarheid weerspiegelt ook heel erg de huidige tijdgeest : wat ik wil, zal ik krijgen. We willen winnen, koste wat kost. Bij het begin van het leven, maar ook aan het eind. Want we willen ook sterven zoals ons dat het best uitkomt. Dat geeft de illusie van vrijheid, maar het is maar de vraag of dat allemaal zo vrij is. Ik heb in mijn praktijk veel mensen ontmoet die schade hadden opgelopen omdat ze anders probeerden te zijn dan ze waren en daardoor in gevecht raakten met zichzelf. Ieder mens zou zijn eigen grenzen moeten kennen, op fysiek, emotioneel en ethisch gebied. Als je daarnaar durft te leven, zul je diep in jezelf een soort vrede vinden die je behoedt voor het gevoel een tweederangsbestaan te leiden.

In het voorwoord van uw boek bedankt u uw partner die weigerde anders te zijn dan wie hij was.

Anders zijn wordt in een relatie snel als bedreigend ervaren. Maar bij de meeste paren merk je duidelijk dat ze het probleem van de onvruchtbaarheid op een zeer verschillende manier beleven. Het is altijd gevaarlijk om in algemeenheden te spreken ; toch blijkt uit onderzoek dat bij vrouwen de kinderwens meestal significant heftiger is dan bij mannen. Wat je vaak ziet, is dat mannen meegaan in de drang van hun vrouw naar dat kind, terwijl ze zelf al veel eerder de grens voelen van : voor mij is het welletjes geweest, verder wil ik niet. Terwijl vrouwen zich op een gegeven moment echt niet meer kunnen voorstellen dat het leven ook over iets anders kan gaan dan kinderen krijgen, willen veel mannen de knoop doorhakken en een andere weg inslaan. Samen een probleem hebben, betekent dus niet noodzakelijk dat je ‘samen bent’ in het beleven en omgaan met dat probleem. En als een zwangerschap uitblijft, krijgen mannen en vrouwen ook te maken met een ander afscheid. Een vrouw moet afscheid nemen van de mogelijkheid om de totaal unieke, versmolten relatie met een kind mee te maken : geen zwangerschap, geen bevalling, geen borstvoeding. Bij mannen ligt het allemaal wat meer veraf en vaak hebben ze ook minder behoefte om over hun emoties te praten ; ze zijn daar ook minder geoefend in.

Het is heel moeilijk om daar in een relatie eerlijk over te durven zijn en te kijken waar je dat brengt als man en vrouw. Ik hoor in elk geval van veel vrouwen dat het moeilijk is om te aanvaarden hoe alleen ze zijn in wat ze ervaren. Ze eisen begrip van hun partner, terwijl ze zichzelf dat begrip soms niet eens gunnen. Heel vreemd is dat : wat ze voelen, vinden ze zelf vaak overdreven, maar ze willen wel dat de ander het niet overdreven vindt. Waar ik met veel mensen aan werk, is aan de erkenning van wat ze voelen. Er is geen goed of overdreven, over hoeveel pijn iets doet, heeft niemand iets te zeggen. Je ervaart wat je ervaart, iets anders is er niet. Als mensen dat accepteren, komen ze meer tot zichzelf en is er ook meer rust ten opzichte van de partner en de omgeving. Dat is het begin van het verwerkingsproces.

Vrijen puur in functie van de voortplanting lijkt me ook niet bevorderlijk voor je seksleven.

Zodra je besluit kinderen te willen krijgen, krijgt seks een duidelijk doel. Alles is gericht op de conceptie en hoe langer die uitblijft, hoe groter de stress. Seks wordt een kwestie van eisprongen en zaadcellen, het is geen dinsdag of woensdag, maar cyclusdag zes of zeven. Als je tien jaar lang gefocust bent op het krijgen van een kind en daar alles aan aangepast en opgeofferd hebt, is het lastig om achteraf je spontaniteit terug te vinden. Ook al omdat onvruchtbaarheid je zelfbeeld en de omgang met je eigen lichaam kan beïnvloeden. Er zijn vrouwen die echt een diepe hekel aan hun lichaam krijgen, ze voelen zich minderwaardig, ‘minder vrouw’ en elke maand is er weer die menstruatie, een irritante en door hormonenkuren vaak extra pijnlijke herinnering aan wat had kunnen zijn. Verdriet, boosheid, falen en schaamte, het zet niet aan tot lekker vrijen. Voor veel mannen is het nieuws dat hun zaad van slechte kwaliteit is een grote schok. Ze houden er een schuldgevoel aan over of worden onzeker, alsof onvruchtbaarheid afdoet aan hun mannelijkheid ; sommigen willen per se hun potentie bewijzen. Ook de medische behandelingen kunnen een invloed hebben. Wat daarbij eveneens een rol speelt, is dat ongeacht de oorzaak van het vruchtbaarheidsprobleem, het de vrouw is die de behandelingen ondergaat. Zoals een patiënte het uitdrukte : “Er wordt al zoveel in me gepriegeld, ik wil daar niet nog meer aangeraakt worden dan nodig is. Ik heb het gevoel dat mijn lichaam, vanaf mijn heupen naar beneden, aan het ziekenhuis toebehoort.”

Wat kun je doen om hier samen met je partner doorheen te komen ?

Misschien is het een troost om te beseffen dat iedereen met vruchtbaarheidsproblemen worstelt met seks, het is een onvermijdelijk aspect van de hele situatie. Maar het is natuurlijk wel de bedoeling dat het weer leuk wordt. Seks en voortplanting moeten opnieuw worden ontkoppeld en dat proces kan enige tijd in beslag nemen. Want vóór je er aan toe bent om fysieke intimiteit en seksueel plezier te beleven met een partner, kan het nodig zijn om eerst opnieuw bevriend te raken met je eigen lichaam. Dansen, sporten of bepaalde therapievormen kunnen je helpen om opnieuw fysiek plezier te beleven en te ondervinden hoe prettig het is om in je eigen lichaam te wonen. Algemeen kun je stellen dat onvruchtbaarheid een van die crisissen is die een relatie maken of breken. Verschillen tussen partners worden erdoor uitvergroot en als je het niet in huis hebt om daar samen een weg in te vinden, dan haal je het niet. Maar net zo goed zijn er veel paren die zeggen dat hun relatie door de problemen juist hechter en sterker geworden is.

Wat vindt u van het opheffen van de anonimiteit van spermadonors in Nederland ?

Ik meen dat een kind recht heeft op informatie over zijn afkomst. Wie ervoor kiest zijn kind niet te vertellen dat het met donorsperma verwekt is, creëert een enorm geheim. Ook al doe je alsof er niets aan de hand is, dat leeft toch ergens en het lijkt me nefast voor een ontspannen relatie tussen ouders en kind. Nog een argument : als je anonieme donorinseminatie in stand houdt, doe je als maatschappij niets om het nog altijd grote taboe van de mannelijke onvruchtbaarheid te doorbreken. De schaamte zal afnemen als mannen die het overkomt, laten zien dat je ermee kunt leven. De keerzijde van de medaille is natuurlijk de dramatische afname van spermadonors in Nederland. Vandaar dat veel paren hun heil zoeken in België. Een ander gevolg is de handel in donorsperma op het internet, zonder enige begeleiding of medische screening. Op die manier wordt er misbruik gemaakt van de wanhoop van sommige mensen. Ook voor allerlei alternatieve therapeuten en kwakzalvers zijn ze een dankbare prooi. Veel mensen denken dat ze iets niet goed doen en daarom niet zwanger raken. Ze zoeken hulp in allerlei fysieke therapie-en of gaan psychisch aan zichzelf werken, vanuit het idee : als ik me nu maar beter kan ontspannen, zal het wel lukken. Het houdt de illusie in stand dat je het zelf in de hand hebt, terwijl onvruchtbaarheid soms medisch onverklaarbaar is, een groot mysterie.

In het hele gamma van vruchtbaarheidsbehandelingen lijkt het gebruik maken van donorsperma me een belangrijke stap, waar je goed over moet nadenken.

Maar in de praktijk zie je dat de beslissing vaak heel snel genomen wordt. In veel ziekenhuizen wordt de vruchtbaarheidsbehandeling voorgesteld als één groot pakket van elkaar logisch opvolgende stappen. Bij een mislukking wordt vaak meteen de oplossing aangereikt in de vorm van een nieuwe stap. Dat is begrijpelijk, maar ik denk dat het medische personeel zich er goed van bewust moet van zijn dat tijd voor veel mensen een belangrijk hulpmiddel is om in contact te blijven met zichzelf, om slecht nieuws te verwerken en hun geest ook op andere aspecten van het leven te richten in plaats van behandeling op behandeling te stapelen. In sommige ziekenhuizen zijn ze goed bezig, in andere willen ze gewoon dat de machine vlot draait en moeten de patiënten zich aan het schema aanpassen. Vaak zie je ook dat mensen zich groot houden, uit angst dat de dokter zal zeggen : kom eerst maar eens een jaartje bij voor we met een nieuwe behandeling starten. Ze zijn zo afhankelijk van die hoop. Terwijl ik vaak aanraad : “Ga eerst naar huis en probeer erachter te komen wat deze mislukking voor je betekent.”

Wat zo typisch is, is dat zelfs de meest gedreven carrièrevrouwen beweren dat de geboorte van hun kinderen het belangrijkste moment van hun leven was.

Daar hebben veel ongewenst kinderloze vrouwen het heel moeilijk mee. Het gevoel iets cruciaals gemist te hebben. Kinderloosheid is een kwestie die de hele omgeving raakt, het zet familierelaties en vriendschappen ontzettend onder druk. En er is heel weinig kennis over wat het aan pijn kan veroorzaken bij de betrokkenen. Zet een paar vrouwen bij elkaar en waarover gaat het gesprek ? Over hun kinderen. En bij elk familiefeestje staan de kinderen centraal. Dat ligt zo gevoelig… Maar dat wordt dan doodgezwegen, niemand die het aandurft om te vragen : hoe is dat nu voor jou, om daar bij te zitten ? Er is in onze samenleving veel angst voor verdriet en pijn, we kunnen daar slecht mee omgaan. Terwijl het al heel troostend kan zijn als iemand je de ruimte geeft om je te ontladen en verdriet te hebben. Vertel iemand dat je geen kinderen kunt krijgen en – echt waar – in 99 procent van de gevallen begint die meteen over adoptie. Dat is alsof je een deur in je gezicht krijgt. Er zijn ook grenzen aan het medeleven ; mensen vinden nogal snel dat je er nu toch wel overheen moet zijn. Terwijl het gemis je hele leven meegaat : natuurlijk zal het me iets doen als straks al mijn vriendinnen oma zijn. Maar vaak huist er in jezelf een soort superego dat vindt : goed, ik heb het er nu twee keer over gehad, laat ik nu maar zwijgen over mijn verdriet, anders vinden ze me een zeur.

In uw boek hebt u het over rituelen die het acceptatieproces van kinderloosheid kunnen bevorderen.

Toen mijn eerste boek over dit onderwerp verscheen, heb ik een bijeenkomst met familie en een paar dierbare vrienden gehouden. Er zijn ook mensen die kaartjes rondsturen : we hadden heel graag kinderen gehad, maar het is niet gelukt. Als afsluiting van een heel confronterende periode in hun leven. Het maakt hun gemis concreet, in plaats van zo’n wolkachtig iets dat om hen heen hangt en het geeft de omgeving de kans om te reageren. Voor gelovige mensen zou het een steun zijn als er in de kerken aandacht voor hun probleem zou zijn. Als je trouwt, wordt er onveranderlijk op een nakomelingschap gealludeerd, maar als er geen kinderen komen, wordt er met geen woord meer over gerept. Op een doopfeest zou er bijvoorbeeld verwezen kunnen worden naar de mensen die het niet zelf kunnen meemaken, die treuren om een kind dat er nooit kwam.

Tekst Linda Asselbergs

“Terwijl vrouwen zich op een gegeven moment echt niet meer kunnen voorstellen dat het leven ook over iets anders kan gaan dan kinderen krijgen, willen veel mannen de knoop doorhakken.”

“Er is geen goed of overdreven, over hoeveel pijn iets doet, heeft niemand iets te zeggen. Je ervaart wat je ervaart, iets anders is er niet.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content