Heel Europa mag/moet op 25 mei naar de stembus, maar voor de inwoners van het Spaanse dorpje Castrillo Matajudios wacht nog een extra taak: zich bij referendum uitspreken over de naam van het dorp.
Die betekent in het Nederlands zoveel als ‘Castrillo doodt de Joden’.
Het dorp telt niet minder dan 56 stemgerechtigden.
Initiatiefnemer van de dorpsraadpleging is burgemeester Lorenzo Rodriguez, die het beu is dat mensen die over Castrillo Matajudios horen praten, het dorp meteen associëren met het stelselmatig uitmoorden van Joden.
Het dorp telt zelfs een aantal zakenlui die, wanneer zij op zakenreis
gaan naar Israël, proberen daar hun paspoort niet te tonen om “problemen” te vermijden. Dezelfde problemen hebben trouwens inwoners van het Oost-Vlaamse Nazareth.
Mochten de bewoners van het dorp nabij Burgos, in het noorden van Spanje, opteren voor een nieuwe naam – zonder hun historie oneer aan te doen – dan kunnen zij binnenkort wonen in Mota Judios of Mota de Judios.
Inquisitie
Het dorp dankt zijn ontstaan, in 1035, aan uit andere plaatsen in Spanje verdreven Joden die een negorij stichtten op een kleine heuvel, “mota” in het Spaans. Zij bleven er tot 1492, totdat het zeer vroom katholieke Spaanse koningspaar Ferdinand en Isabella, bedenkers van de Inquisitie, de uitwijzing uit Spanje bevalen van alle Joden die geen “converso” wilden worden, met andere woorden: die weigerden zich tot het “ware geloof” te bekeren.
De eerste vermelding van de naam Castrillo Matajudios dateert van 1623. Het verhaal wil dat de afstammelingen van de “conversos”, om te bewijzen dat zij het judaïsme echt hadden afgezworen, voor de moorddadige, antisemitische naam van het dorp kozen. (Belga/MS)
