Vijf goede redenen om een trip naar het rustige Twente te plannen

© Ebo Fraterman, Marketing Oost

Historische boerderijen, statige landgoederen, de Grand Canyon van Nederland, in alle vroegte dauwtrappen en smikkelen van typisch Twentse lekkernijen: vijf redenen om eens naar dit rustige en minder bekende gebied in het oosten van Nederland te trekken.

Tussen de riviertjes De Dinkel en De Regge ligt in de provincie Overijssel de regio Twente met steden als Enschede, Almelo, Hengelo en Oldenzaal. De inwoners – Tukkers genoemd – spreken een eigen streektaal die samen met het Limburgs de enige erkende streektaal in Nederland is. Het is verwant aan het Nedersaksisch en is voor niet-Tukkers moeilijk te verstaan.

Het is een rustige streek, rijk aan eigen tradities, eigenaardigheden, een fraai coulisselandschap, mooie natuurgebieden, typisch Twentse boerderijen en een schat aan landgoederen en kastelen.

1. Landschappelijk schoon

Typisch voor het Twentse platteland (ook voor de ernaast gelegen Achterhoek) is het zogenaamde coulisselandschap. Dat houdt in dat het landschap is verdeeld in kleine stukjes grond (een soort lappendeken) die van elkaar gescheiden worden door heggen, muurtjes, rijen bomen en houtwallen. Het doet denken aan de coulissen op een toneel waarachter de acteurs verdwijnen en weer tevoorschijn komen. Dit eeuwenoude landschap is heel belangrijk voor planten en dieren, maar staat de laatste jaren door de intensivering van de landbouw wel onder druk.

Coulisselandschap © Getty Images

Door een deel van dit fraaie landschap in het noordoosten van Twente loopt een 42 kilometer lange fietsroute die je ook langs de resten van de middeleeuwse burcht Hunenborg, een Joodse begraafplaats uit 1786, de natuurlijke bron Tankenberg en een historische tuffel- of aardappelkelder brengt. De tocht begint en eindigt in Oldenzaal. De routebeschrijving vind je op Landschapoverijssel.nl.

Naast dit coulisselandschap is Twente rijk aan fraaie natuurgebieden. In de eerste plaats is daar de Sallandse Heuvelrug die gedeeltelijk in Salland en gedeeltelijk in Twente ligt. Het is een stuwwal met – naar Nederlandse begrippen – best forse hoogteverschillen, bedekt met heide en zandverstuivingen. Het is de enige plaats in Nederland waar nog korhoenders voorkomen.

Het Lutterzand wordt dan weer de Grand Canyon van Nederland genoemd. Dat is een beetje overdreven, maar bijzonder mooi is het natuurgebied langs het riviertje de Dinkel wel. Dit riviertje slingert zich een weg door het landschap en heeft onderweg zand weggeslagen waardoor er steile oevers van geel zand tot wel vier meter hoogte zijn ontstaan.

Sallandse Heuvelrug © Ellen van den Doel, Marketing Oost

Het Buurserzand is een afwisselend natuurgebied bij Haaksbergen met natte heide, graslanden, vennetjes, bos, heuveltjes van stuifzand en jeneverbessen. Er loopt een leuke wandelroute door dit gebied waarbij je deels over houten vlonders loopt.

Vlakbij de Duitse grens bij Lattrop liggen de Bergvennen: een glooiend gebied met zeven hooggelegen vennetjes omringd door jeneverbessen en droge en natte heide. Er groeien mooie waterplanten waaronder de prachtige en zeldzame lila waterlobelia die in de zomer bloeit. Je kan er een 6 of 10 kilometer lange wandeling maken vanuit Camping de Rammelbeek.

Ook dichtbij de grens met Duitsland, bij Losser, ligt de Zandbergen. Vroeger was het een moeras- en heidegebied, nu vind je er vooral naaldbossen en stuifzanden. Een onderdeel van de Zandbergen is het ‘oelemars’ dat letterlijk ‘moeras waarin uilen voorkomen’ betekent. Het is een plasdrasgebied waar veel vogels neerstrijken die je goed kan bekijken vanuit een vogelkijkhut en een 28 meter hoge uitkijktoren. Op Visitdeluttelosser.nl vind je de beschrijving van een 6 kilometer lange wandeling.

Lutterzand © Getty Images

Bij Ootmarsum tenslotte ligt het Springendal dat ‘De Tuin van Nederland’ wordt genoemd. Het werd aan het begin van de 20e eeuw aangelegd door een rijke textielbaron die het landbouwgebied omvormde tot een landgoed met bomen, meertjes, beukenlanen, vijvers, heide, akkers en watervalletjes. Er lopen drie wandelroutes door het Springendal: een van 3,2 kilometer, van 4,7 kilometer en een lange route van 18 kilometer.

2. Landgoederen en kastelen

In Twente liggen opvallend veel kastelen en landgoederen. Een deel daarvan is te danken aan rijke textielbaronnen die tussen 1850 en 1930 grote villa’s en buitenplaatsen lieten aanleggen. Daarnaast zijn er nog oudere kastelen te vinden. Een paar mooie voorbeelden.

Twickel bij Delden is met 4.400 hectare het grootste particuliere landgoed in Nederland. Middelpunt is het kasteel waarvan de geschiedenis teruggaat tot 1347. Het wordt nog steeds bewoond en is daarom alleen in de zomer – juni tot en met september – opengesteld voor bezoekers. Dat geldt ook voor de formele tuinen die iets langer – van april tot oktober – opengesteld zijn. Daaromheen liggen Engelse tuinen die wel het hele jaar door open zijn. Landgoed Twickel telt daarnaast ook 150 traditionele boerderijen, akkers, weilanden, bossen, twee watermolens, een watertoren en een houtzagerij.

Huis Singraven in Denekamp werd in 1650 gebouwd op de plaats waar een nog ouder landhuis stond. Het betekent letterlijk ‘grote gracht’, een toepasselijke naam want het ligt op een prachtige plaats in de lus van de rivier De Dinkel waar het aan drie kanten wordt omringd door water. Het landhuis zelf is gebouwd in neoclassicistische stijl. Sinds 1966 wordt het niet meer door particulieren bewoond, maar huisvest het de grote kunstcollectie van de laatste bewoner Frederik Jan Laan. Het Huis en arboretum zijn geopend tussen april en oktober.

Kasteel Twickel in Delden © Getty Images

In Diepenheim liggen maar liefst zes kastelen. In Landgoed Warmelo dat stamt uit 1339 heeft de moeder van prins Bernard heeft gewoond. Het kasteeltje dat is omringd door water is zelf niet opengesteld voor bezoekers, maar de mooie tuinen aangelegd in verschillende stijlen zijn dat wel. Ook Kasteel Huis te Diepenheim ligt in Diepenheim. Ook dit in 1648 gebouwde kasteel kan niet bezocht worden, maar het 180 grote Sterrebos dat eromheen ligt is wel geopend. Dan liggen er nog twee landgoederen die het eigendom zijn van de familie Schimmelpenninck in Diepenheim: Nijenhuis en Westerflier waar je mooi kan wandelen.

Kasteel Weldam tenslotte ligt in Markelo en is met een oppervlakte van 1700 hectare één van de grootste landgoederen in het oosten van Nederland. De kasteeltuinen zijn bovendien uitstekend bewaard gebleven. De tuinen kan je tegen betaling bezoeken, het landgoed eromheen is vrij toegankelijk.

Diepenheim © Vincent Croce, Marketing Oost
3. Knusse dorpjes en trendy steden

De grootste stad in Twente is Enschede. Behalve de University of Twente vind je hier veel winkels en musea zoals het aan kunst gewijde Rijksmuseum Twente, de Museumfabriek waar techniek, natuur, wetenschap en cultuur hand in hand gaan, Museum Tetem waar alles draait om digitalisering, kunst en technologie en de mooie in 1927 gebouwde synagoge. Ook een bezoekje waard is Roombeek, een wijk die in 2000 vrijwel volledig werd verwoest toen er een grote hoeveelheid vuurwerk ontplofte. Nu is het een moderne wijk met bijzondere architectuur, verschillende culturele instellingen en leuke winkeltjes.

Ootmarsum is een klein stadje, maar het heeft wel een prachtig historisch centrum met vakwerkhuizen uit de twaalfde eeuw, kunstgalerieën, verschillende fraaie kerken en het leuke openluchtmuseum Lös Hoes waar je kan kennismaken met het Twentse boerenleven van honderd jaar geleden.

Ootmarsum © Getty Images

Hengelo is na Enschede de grootste stad in Twente. Omdat het vroeger een industriestad was, draagt het de bijnaam ‘Metaalstad’. Het is een gezellige stad met veel kleine winkels, restaurants en twee musea: techniekmuseum HEIM en Historisch Museum Hengelo. Leuk om te doen is een ritje op de Spoorfietsbaan: rails waar vroeger treinen reden en waar je nu in fietskarren door de stad en de omliggende natuur rijdt.

Markelo wordt het ‘dorp van vijf heuvels’ genoemd omdat het in het heuvelachtige zuiden van Twente ligt. Het is één van de oudste dorpen in Twente en dat zie je onder andere nog aan de Mölle van Maarkel (een oude molen), het openluchttheater Kösterkoele en een Museumboerderij.

Enter ligt aan het riviertje De Regge en staat bekend als ‘klompenmakersdorp’. De in Enter gemaakte klompen werden in zogenaamde ‘zompen’ (platbodemschuiten) over het riviertje naar andere plaatsen vervoerd. Alles over die klompen en zompen kom je te weten in het Klompen- en Zompenmuseum. Vanuit Enter kan je ook een tochtje in zo’n ‘zomp’ maken.

Delden is een mooi historisch stadje met oude kerken, middeleeuwse verdedigingsmuren, smalle straten, Landgoed Twickel en het Zoutmuseum omdat er sinds 1886 zout werd gewonnen.

Enschede © Getty Images

Diepenheim tenslotte behoort tot de gemeente Hof van Twente en telt maar liefst zes kastelen en havezaten en ook nog watermolen Den Haller, de oudste nog bestaande watermolen in Nederland. Het is een leuk artistiek stadje met antiekwinkels, galerieën en kunstenaarsateliers.

4. Merkwaardige en eeuwenoude tradities

Meer dan de meeste andere gebieden in Nederland kent Twente nog allerlei oude tradities die tot op de dag van vandaag springlevend worden gehouden. Waar je Twentenaren of Tukkers meteen aan herkent is het typische taaltje waar je als buitenstaander weinig van verstaat. Zelfs als Tukkers ‘normaal’ Nederlands praten, verraadt hun accent meteen waar hun wieg heeft gestaan. Wil je zelf eens horen hoe Twents klinkt, dan is de film ‘De beentjes van Sint Hildegard’ met cabaretier Herman Finkers een aanrader.

Het zogenaamde ‘noaberschap’ (nabuurschap) dragen Twentenaren hoog in het vaandel. Volgens Visit Twente betekent dat ‘helpen zonder er iets voor terug te verwachten. In Twente word je niet beoordeeld op wat je hebt, maar op wat je doet.’

Kinderen worden in Twente op een bijzondere manier welkom geheten: niet met beschuit met muisjes zoals elders in Nederland, maar met Krentenwegge. Dat is een heel groot feestbrood gevuld met onder andere veel krenten. De hele buurt helpt mee om het huis van de nieuweling te versieren.

Paasvuur in Ootmarsum © Getty Images

Een andere bijzondere traditie is het zogenaamde ‘kloatscheet’n’ (klootschieten), een spel dat al sinds de 13e eeuw bestaat. De bedoeling is om een bepaald parcours af te leggen door telkens zover mogelijk met een met lood verzwaarde kogel (de kloot) te gooien. Wie het parcours met de minste worpen aflegt, is de winnaar van het spel. Je kan het op verschillende plaatsen in Twente zelf uitproberen.

De andere typisch Twentse tradities zijn verbonden met katholieke feestdagen. Aan het einde van november, op de eerste adventzondag, start het Midwinterhoornblazen waarbij op een anderhalve meter lange hoorn, gemaakt van berken-, elzen- of wilgenhout geblazen wordt. Het is een hele kunst om geluid uit zo’n hoorn te krijgen. Het Midwinterhoornblazen gebeurt tot en met Driekoningen op 6 januari. In onder andere Tubbergen en Ootmarsum kan je deelnemen aan een Midwinterhoornwandeling waar je onder het genot van glühwein of warme chocolademelk kan luisteren naar het melancholieke geluid van de hoorn.

De Paasvuren zijn dan weer verbonden met het Paasfeest. De paasvuren worden niet alleen in Twente ontstoken, maar hier zijn ze het bekendst. Ze worden ‘boakebraandn’ genoemd en zijn groter dan in andere delen van het land. Er wordt ieder jaar een soort wedstrijd gehouden welke plaats het grootste vuur kan maken. En rondom het paasvuur wordt natuurlijk feest gevierd.

Ook de ‘Poaskearl’ horen bij Pasen en wel specifiek bij Ootmarsum. De Poaskearl zijn 8 jonge, katholieke, ongetrouwde mannen uit Ootmarsum die een lange beige jas dragen, een zwarte broek en een zwarte hoed. Tussen Carnaval en Pasen bereiden zij het paasfeest in Ootmarsum voor. Voor de kerk in Ootmarsum staat een beeld van de 8 paaskerels.

Twentse boerderij © Getty Images

Ook Hemelvaart heeft een eigen traditie: dauwtrappen dat overigens op meerdere plaatsen in Nederland wordt gedaan. Van oorsprong stonden mensen om 3 uur ’s nachts op om zingend op het gras te dansen om daarmee het opbloeien van de natuur te vieren. Tegenwoordig start het dauwtrappen niet meer middenin de nacht en wordt er ook niet meer gedanst, maar maken families en vrienden vroeg in de ochtend een wandel- of fietstocht.

5. Amusement voor de kinderen

Ook voor grotere en kleinere kinderen is er van alles te doen en beleven in Twente. In Museum De Holterberg op de Sallandse Heuvelrug kan je een collectie van meer dan duizend opgezette dieren die zijn samengebracht in elf diorama’s bekijken. Het zijn een soort levensgrote kijkdozen die de Sallandse Heuvelrug, de Waddeneilanden, de Veluwe en de Zwitserse Alpen uitbeelden. Je passeert het museum ook tijdens verschillende wandelroutes. Tegenover het museum ligt restaurant Hollywood, een midgetgolfbaan en het Bos van Daantje Bos, een leer- en speelbos waar kinderen kunnen spelen, hutten kunnen bouwen en spannende natuuropdrachten kunnen doen.

In Hengelo ligt het nostalgische familiepretpark De Waarbeek. Voor een all-in prijs van 15,50 euro kunnen kinderen er een hele dag spelen, eten en drinken. Je vindt er onder andere een kleine reuzenrad, waterfietsen, een zweefmolen, botsauto’s, een eendjesmolen, een spoortreintje, rodelbaan, carrousel en een Haunted House.

Voor grotere kinderen is er het Hellendoorn Avonturenpark dat ligt in de bossen van de Sallandse Heuvelrug. Het pretpark heeft zo’n 30 attracties en shows waaronder drie achtbanen, twee wildwaterbanen, een schommelschip, lasergame, de Jungle Expedition en het waterspeelpark Aquaventura Slidepark met 11 waterglijbanen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Twente telt ook nog twee musea die erg leuk en leerzaam zijn voor kinderen. Museum Natura Docet Wonderryck Twente in Denekamp is het oudste natuurhistorische museum in Nederland. Je vindt er tientallen fossielen, opgezette dieren, een funky forest (digitaal bos dat bezoekers zelf met bomen, waterval en dieren zelf vorm kunnen geven). Zo leer je alles over het leven en de ontwikkeling van dieren vanaf de oertijd tot nu. Rondom het museum ligt een parktuin met vennetjes, bijzondere planten, een houten kijkdoos, bijenhotel en allerlei mooie oude bomen.

Het tweede museum dat zowel voor kinderen als volwassenen het bezoeken waard is, is Museum Tetem in Enschede. Dit museum ligt in het Roombeek Cultuurpark, de in 2000 door de vuurwerkramp vernietigde en weer opgebouwde wijk. Tetem is een ‘onderzoekend presentatieplatform’ met telkens wisselend tentoonstellingen waarin de digitale cultuur de hoofdrol speelt. Je kan er bijvoorbeeld samen met een kunstenaar aan een denkbeeldige toekomstige wereld bouwen, je kan er de nieuwste technieken ontdekken en zelf mee ontwikkelen en je kan een escaperoomroute door de wijk volgen.

Tip om in Twente te overnachten: Natuurhuisje in Beckum

Het natuurhuisje in Beckum is één van die zeldzame plekjes in Nederland waar je het gevoel hebt alleen op de wereld te zijn. Een zalig houten huisje met veranda en houtkachel staat op het erf van een typisch Twentse boerderij, maar het ligt op zo’n manier dat je van alle kanten vrij over de velden en bossen uitkijkt.

Je slaapt in een soort bedstee die rondom is gemaakt van glas waardoor je ’s avonds gaat slapen met zicht op de sterren en ’s ochtends wakker wordt met het zicht op weilanden bedekt onder een laagje mist en met een beetje geluk een grazend ree.

1/8

2/8

3/8

4/8

5/8

6/8

7/8

8/8

1/8

2/8

3/8

4/8

5/8

6/8

7/8

8/8

Het huisje is klein, maar je hebt er alles wat je nodig hebt voor twee personen: een keukentje, een eettafel, een gezellige hoek met zitbank en televisie, een badkamer, houtkachel en tweepersoonsbed in een bedstee. De avond kan je – bij mooi weer – doorbrengen in de comfortabele houten stoelen op de veranda, in de tweepersoonsschommelbank die tussen twee bomen hangt, bij de vuurkorf of aan de houten picknicktafel. Je wordt er bovendien uiterst vriendelijk met een flesje wijn ontvangen door de eigenaar.

Beckum ligt centraal in Twente, vlakbij Hengelo. Vanuit het huisje wandel of fiets je zo de natuur in, maar ook alle hierboven genoemde bezienswaardigheden zijn snel en gemakkelijk met de auto te bereiken.

Is dit huisje in Beckum volgeboekt of kom je met meer dan twee personen, dan vind je op de website van Natuurhuisje zeker en vast een ander landelijk gelegen vakantiehuis naar je zin.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content