Het New York van Robert de Niro
Hollywoodlegende Robert De Niro vertelt waarom hij verliefd werd op de wijk Tribeca in Manhattan, en hoe hij er een “oase in de stad” hielp creëren.
Als je aan Robert De Niro vraagt wat hem bij zijn eerste bezoek zo aantrok in Tribeca, een geïsoleerde wijk in New York, blijft hij op de vlakte. “Ik hield gewoon van het gevoel van open ruimte”, antwoordt hij. “Ik hield van de gebouwen met hun lofts. Voor mij was dit het echte Lower Manhattan.”
De Niro is geen man van veel woorden, maar hij weet de ongedwongen sfeer in Tribeca wel goed te vatten. In enkele jaren tijd groeide deze buurt uit tot een van de betere woonwijken van New York. De met kasseien bedekte straten, de ruime appartementen en de ouderwetse atmosfeer trokken huurders en kopers aan. In tegenstelling tot downtown Manhattan zie je hier weinig toeristen. Kortom, het blijft er rustig, voor de bewoners zowel als voor de bezoekers.
Tribeca kende in de afgelopen jaren een vrij snelle ontwikkeling, en veel daarvan heeft te maken met De Niro. Mede door zijn opeenvolgende investeringen veranderde Tribeca van een vervallen indus-triële wijk tot een magneet voor beroemdheden en welgestelde gezinnen. De Niro wordt nu zelfs beschouwd als de officieuze ambassadeur van de wijk. De minachting van de acteur voor de media is bekend – hij geeft zelden interviews over zijn filmprojecten. Toch stemde hij toe in een gesprek over Tribeca nadat ik hem gezegd had dat ik vond dat de wijk een heel aparte charme had.
Eiland in de binnenstad
Tribeca veroverde mijn hart een paar jaar geleden, op een ongewoon zachte 31 oktober. Ik had besloten er te overnachten, omdat enkele collega’s zeer lovend hadden gesproken over een nieuw hotel, The Greenwich. Het was vooral mijn journalistieke nieuwsgierigheid die de doorslag gaf : hoewel ik mezelf beschouw als een echte kenner van New York, kon ik me niet herinneren dit eiland in de binnenstad ooit verkend te hebben.
Toen de taxi de drukke Canal Street verliet en de kasseistrook van Greenwich Street aan de noordgrens van Tribeca opreed, viel me meteen het heel andere karakter op. Sommige van de oude, meestal zes etages tellende gebouwen van rode baksteen leken met hun ornamenten wat op de huizen in het aangrenzende SoHo. Maar de meeste hadden helemaal geen ornamenten. Op de brede, zonnige trottoirs liepen ouders die hun kinderen van school gingen halen. Pakjesbezorgers fietsten voorbij. Dit soort taferelen leek in niets op de ruige glamour van downtown New York.
Toen we stopten voor het hotel en ik het portier van de taxi opendeed, werd ik overrompeld door een groepje kinderen. “Trick or treat !”, riepen ze, terwijl ze grijnzend hun zak vol snoepjes onder mijn neus duwden. Het was Halloween, maar ik had niets lekkers bij me. Ze volgden me tot in de lobby, waar een stralende vrouw aan de receptie hen overlaadde met lekkernijen. Een paar minuten later, in mijn kamer, keek ik naar buiten en daar zag ik dat de kinderen, vergezeld van hun ouders, het hotel hadden verlaten. Ze staken Greenwich Street over en gingen op weg naar Hudson River Park, beladen met slingers en ballonnen. In de verte zag ik het water glinsteren.
De volgende dagen was het kouder. Ik bleef in de buurt van het hotel en maakte korte wandelingen in de stille straten van Tribeca. Ik testte enkele ongewone restaurants uit en probeerde een beeld te krijgen van de wijk. Aan de zuidgrens was er het enorme Financial District. In het oosten lag het door toeristen overspoelde Chinatown. Maar in Tribeca zelf was het rustig. Naarmate ik meer tijd doorbracht in de buurt, begon ik te begrijpen waarom dit eiland in de binnenstad in snel tempo een van de meest gewilde woonwijken van New York City is geworden. Met wie ik ook sprak, altijd weer viel dezelfde naam als verklaring voor de groeiende aantrekkingskracht van Tribeca : Robert De Niro.
De acteur is eigenaar of co-eigenaar van enkele van de bekendste bedrijven in de wijk, waaronder het Greenwich Hotel en de Tribeca Grill. In de voorbije twintig jaar heeft hij Tribeca gepromoot als een gezinsvriendelijke oase en steunde hij ondernemers en onderwijsinstellingen die zijn visie genegen waren. Volgens de meeste bewoners heeft hij lovenswaardige ideeën over de ontwikkeling van Tribeca en houdt hij rekening met het industriële en artistieke verleden van de wijk.
Ik sprak met Robert De Niro in het salon van The Greenwich. Bij een kop koffie onderhield hij me op levendige toon over de veranderingen die de buurt in enkele decennia heeft doorgemaakt. De Niro, die opgroeide in Manhattan in de jaren veertig en vijftig, kwam maar zelden in deze buurt.
“In die tijd was dit een industriegebied”, vertelt hij. “Je ging alleen naar Tribeca als je naar een van de bedrijven moest die daar magazijnen hadden. Het was zoals wat nu SoHo wordt genoemd : een soort niemandsland.”
Echt iets voor kunstenaars
In de jaren zestig moesten de bedrijven om logistieke en economische redenen Manhattan verlaten en verhuisden ze naar de buitenwijken van New York. Veel industriële panden van de zogenaamde Lower West Side (met inbegrip van Greenwich Village, Chinatown en wat later bekend zou worden als SoHo en Tribeca) kwamen leeg te staan, waarna creatieve types, aangetrokken door de hoge plafonds en de lage huurprijzen, er ateliers van maakten.
In de late jaren zeventig werd De Niro een succesvolle acteur, die mede door zijn hoofdrol in Taxi Driver uitgroeide tot een iconische New Yorker. Intussen was de benaming “TriBeCa” (een letterwoord voor “Triangle Below Canal Street”) in zwang geraakt. Op een mooie zomerdag besloot De Niro een kijkje te gaan nemen in de wijk. “Ik was op zoek naar een ruimte om te trainen voor Raging Bull. Daarbij stuitte ik op een enorme loft. Ik vond de ruimte zo leuk dat ik besloot hier te komen wonen. Om te trainen ging ik uiteindelijk naar een gewone sportschool in 14th Street.”
Wat maakte Tribeca zo aantrekkelijk in de jaren tachtig ? Heel eenvoudig : “Het ging vooral om die grote lofts met weinig onderverdelingen. Tribeca gaf een gevoel van open ruimte. Er was een overvloed van licht. Echt iets voor kunstenaars.”
De vastgoedprijzen in Tribeca stegen fors in de jaren tachtig, en tegen het einde van het decennium moesten veel kunstenaars naar goedkopere buurten verhuizen. Tribeca werd een zeer geliefde woonwijk, maar er ontbraken de restaurants en culturele instellingen die er in andere wijken zoals The Village wel waren, en die welgestelde stedelingen aantrokken.
In 1989 begonnen De Niro en producer Jane Rosenthal met Tribeca Productions, een film- en televisieproductiebedrijf met hoofdkantoor in Greenwich Street. Zo kreeg het nieuwe downtown district langzamerhand meer vorm. De volgende stap voor De Niro : een klasserestaurant. In 1990 opende hij de Tribeca Grill.
“Het was toen nog altijd een vrij rustige buurt”, vertelt De Niro. “We betrokken het Film Center in Greenwich Street, en ik had daar vlakbij nog een paar gebouwen waar ik gebruik van wilde maken. Ik dacht : wat we nu nog nodig hebben, is een restaurant. Dus ging ik naar Drew Nieporent, die toen de Montrachet had, een driesterrenrestaurant in de binnenstad. Drew woonde in de buurt, dus dacht ik dat hij misschien wel geïnteresseerd was om hier iets nieuws te beginnen. Dat is het verhaal van de Tribeca Grill. ”
Low key maar smaakvol
In de jaren negentig begon Tribeca zoals we het nu kennen duidelijker vorm te krijgen. Een elegant restaurant zoals Nobu (alweer een project van De Niro) opende zijn deuren naast de Tribeca Grill. Meteen ontstond er een culinaire buzz over de wijk. Projectontwikkelaars kochten magazijnen en verbouwden ze tot luxeappartementen. Geleidelijk kwamen er hier en daar ook handelszaken, vooral gericht op kunst, mode en interieur.
Zo vind je in Tribeca nu enkele van de interessantere winkels van New York, waaronder trendy kledingboetieks zoals Patron of the New en een kunstzinnig ontworpen vestiging van de uit Detroit afkomstige luxegoederenfabrikant Shinola. Ook enkele van de eerste zaken uit de jaren negentig zijn nog steeds actief. De Niro kiest er een uit die volgens hem zeer representatief is voor de wijk : Urban Archaeology, gespecialiseerd in gerecupereerde en gerepareerde bouw- en interieurartikelen.
“Ik herinner me nog toen de zaak openging, jaren geleden”, zegt hij. “Het waren pioniers, vast en zeker, maar Urban Archaeology was ook de perfecte winkel voor Tribeca, dat steeds meer een woonwijk werd. Ik kocht er spullen voor mijn loft, en ik loop er af en toe nog wel eens binnen, niet per se om iets te kopen, maar gewoon om wat rond te kijken. ” (Binnenkort verhuist de zaak naar een nieuwe showroom, in welke wijk is nog niet bekend, red.)
De opening van het Greenwich Hotel in 2008 gaf Tribeca een boost van raffinement. In samenwerking met de hotelspecialist Ira Drukier creëerde De Niro een plek die hulde brengt aan het industriële verleden (aan de hand van gerecupereerde materialen) én aan het artistieke erfgoed van downtown Manhattan (aan de muren hangen schilderijen van De Niro’s vader). Ook Locanda Verde, het eenvoudige Italiaanse restaurant van het hotel, werd al snel een lokale trekpleister.
“Ik zie The Greenwich als een soort oase in de stad”, aldus De Niro. “Ira en ik wilden iets warms en uitnodigends creëren, low key maar smaakvol. Niet iets dat schreeuwt en roept : kijk naar mij, ik ben een hip nieuw hotel !” Kortom, The Greenwich is vandaag de favoriet van topsterren die niet willen opvallen.
Niet iedereen is een fan van het nieuwe Tribeca. Sommige New Yorkers vinden dat de wijk het voorbeeld bij uitstek is van alles wat er misgaat met Manhattan in 2015 : een ontegensprekelijk welvarende wijk waar de bewoners restanten van het ‘oude New York’ verafgoden, maar niets doen om de diversiteit van de stad te bewaren. Tegenstanders wijzen op de beroemdheden die in de wijk wonen, zoals Taylor Swift en Jay Z, en zien daarin het bewijs dat Tribeca zijn authenticiteit verloren heeft.
Verborgen straat
Hun mening is niet onbelangrijk. Maar tijdens mijn verblijf in de buurt heb ik toch veel bewonderenswaardige zaken ontdekt. De oude gebouwen zijn zorgvuldig bewaard, ook al werden ze omgevormd tot woningen. Zo is een wandeling in de straten van Tribeca interessant voor iedereen met een interesse voor architectuur en geschiedenis. Het ontbreken van hoogbouw geeft een gevoel van ruimte, terwijl het afwijkende stratenpatroon, heel anders dan het normale patroon van Manhattan, een heel aparte charme heeft.
Er wonen natuurlijk veel rijke mensen in Tribeca, maar er is zeker minder show dan in bepaalde straten van de Upper East Side bijvoorbeeld. Omdat de buurt veel minder handelszaken heeft dan SoHo is er ook veel minder voetgangersverkeer.
Op het einde van ons gesprek vraag ik aan De Niro of er ergens een verborgen hoekje is dat de essentie van Tribeca weergeeft. Hij knikt : “Er is een heel smalle straat tussen Harrison Street en Duane Street, met een bruggetje dat twee gebouwen verbindt, een straat met kinderkopjes en een parkje aan het einde. Dat is voor mij echt Lower Manhattan. Maar je zou er zo aan voorbijlopen.”
Nadat we afscheid hebben genomen, wandel ik nog even naar de plek die De Niro beschreven heeft. De straat is inderdaad ongelooflijk smal. Ze is ook bijzonder mooi en volkomen verlaten. Tribeca is niet meer dat onbekende stukje New York van weleer, maar de wijk straalt nog wel een onmiskenbare charme uit.
Dan F Stapleton / The Daily Telegraph / The Interview People
De 5 favoriete adressen van De Niro
1. Overnachten: The Greenwich Hotel
2. Eten: Tribeca Grill
3. Mode: Patron of the New
4. Accessoires: Shinola
5. Interieurinrichting: Urban Archaeology
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier