Doornik werd meer dan 2000 jaar geleden gesticht in het bekken van de Schelde en is daarmee de op één na oudste stad van België (na Tongeren). Het cultureel erfgoed van de Henegouwse stad is zeker en vast een bezoek waard.
Doornik werd meer dan 2000 jaar geleden gesticht in het bekken van de Schelde en is daarmee de op één na oudste stad van België (na Tongeren). Het cultureel erfgoed van de Henegouwse stad is zeker en vast een bezoek waard. Om u daar bij te helpen vindt u hieronder vijf plaatsen in Doornik die u zeker moet gezien hebben.
De kathedraal
De kathedraal van Doornik werd in 2000 toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van UNESCO en wordt beschouwd als een meesterwerk uit de westerse Middeleeuwen. Het gigantisch gebouw is 134 meter lang en de 5 torens zijn 83 meter hoog. De kathedraal is een mix van romaanse en gotische stijl. “Het middenschip en het dwarsschip, daterend uit de twaalfde eeuw, zijn in Romaanse stijl. Het koor, afgewerkt in 1254, is in gotische stijl” legt de dienst toerisme van de stad uit op zijn website.
Er zijn sinds 2006 restauratiewerken aan de gang in de kathedraal. Het bezoek is gratis en de tentoonstelling “Zichtbaar, onzichtbaar, de kathedraal in beeld, 100 meter geschiedenis” rond de kathedraal geeft meer informatie over de geschiedenis, de architectuur en de restauratie van het gebouw. De toegang tot de schatkamer is wel betalend.
Het Belfort
Het belfort van Doornik is het oudste van België en staat eveneens op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. De wachttoren uit het einde van de twaalfde eeuw (1188) werd op de Grote Markt gebouwd. Het is 72 meter hoog en om de top te bereiken moet u maar liefst 257 trappen trotseren. Tijdens de beklimming kan u af en toe een pauze nemen om de didactische tentoonstellingen over het belfort, de gevangenis, de kamer van de beiaardier en de klokken te bekijken. Eens u de top hebt bereikt kunt u genieten van een schitterend uitzicht op de stad en de omgeving.
De Grote Markt
Op 16 en 17 mei 1940 werd de driehoekige Grote Markt van Doornik door de Duitsers gebombardeerd. Om het oude karakter van de stad te behouden hebben de inwoners van Doornik hun huizen in oude stijl heropgebouwd. In het midden van het plein staat een bronzen standbeeld van Christine de Lalaing, prinses van Epinoy en heldin van het beleg van Doornik tegen de Spanjaarden in 1581.
Indien u honger of dorst hebt gekregen van het bezoek kunt u een drankje of een maaltijd nuttigen in één van de vele horecazaken van de stad. Volgens de toerismedienst bezit Doornik “het recordaantal horecazaken per inwoner”.
De Pont des Trous
De Pont des Trous wordt beschouwd als één van de meest prestigieuze overblijfselen van de middeleeuwse militaire architectuur in België en maakte deel uit van één van de stadsomwallingen van Doornik. De bouw van de brug die de Schelde moest beschermen startte op het einde van de dertiende eeuw en duurde 50 jaar. De middelste spitsboog werd tijdens de Tweede Wereldoorlog opgeblazen. Bij de heropbouw in 1948 grepen de architecten de kans op de brug 2,40 meter op te tillen zodat moderne boten er ook door kunnen. Ondertussen zijn de boten echter nog groter geworden en weet de stad nog niet hoe ze het probleem zal oplossen.
Jammer genoeg kan u niet op de brug wandelen maar langs de Schelde kunt u van een mooi uitzicht op de brug genieten.
Het Museum voor Schone kunsten
Ontworpen door de Belgische architect en koploper van de kunststroming Art Nouveau is het Museum voor Schone kunsten zowel voor zijn architectuur als voor zijn erfgoed een bezoek waard. Zo bezit het de twee enige werken van Manet van België.
Het museum toont werken van Vlaamse primitieven waaronder Rogier van der Weyden en Pieter Brueghel de Jonge. De 17de en 18de eeuw worden er vertegenwoordigd door Pieter Paul Rubens, Antoine Watteau en Jacob Jordaens. Bij de impressionisten kunt u er werk bewonderen van Claude Monet, Georges Seurat, Vincent van Gogh, enz. (CB)
Meer informatie over Wallonië: Toerisme Wallonië
