De Transsiberische Spoorweg: The Beatles in Mongolië

© Karel Dierickx

Onze ogen plakken nog dicht, als de trein Moskou – Beijing vanuit de nacht het station binnentuft.

Karel Dierickx trok deze zomer rond met de Transsiberische Express. Hij hield halt in Rusland, Mongolië en China. Zijn doorboemelde wedervaren blogt hij in deze rubriek.

Zaterdag 31 juli: Irkoetsk – Ulaanbaatar

Onze ogen plakken nog dicht, als de trein Moskou – Beijing vanuit de nacht het station binnentuft.

We worden opgedeeld bij een Belgisch-Zwitsers koppel uit Wetzikon, en laten voor het gemak van ons bioritme die ogen nog even dicht plakken. Als ze weer opengaan, is het landschap drastisch veranderd.

We snijden nu door zanderige steppe, grillige bergtoppen kammen de horizon. Hier en daar draven wilde paarden en we zien ook de eerste yurts – de traditionele woontenten van de Mongolen. Vandaag krijgen we ook voor het eerst een grensovergang, en wat voor één.

We staan bijna 5 uur stil bij de Russen – de combinatie Russische douaniers en Chinese conducteurs werkt niet, hoewel ze dit toch al eerder gedaan moeten hebben, zouden wij geneigd zijn te denken – en nog ietsje langer bij de Mongoolse collega’s tien kilometer verderop.

Stilstaan betekent ook de trein niet verlaten, geen toiletten en af en toe een overijverige ambtenaar die de hele coupé komt uitmesten. “You, out!”. Ik fantaseer heel even over een tweeloop in geslachtsorganen, maar dat gaat snel voorbij. Exact na 24 uur, wat de helft had kunnen zijn, komen we aan in Ulaanbaatar, ook wel UB – you be – de hoofdstad van Mongolië.

Zondag 1 augustus: Ulaanbaatar – Terelj

De ontreddering zet zich door, hoe verder we komen op deze reis, hoe minder we het stadsbeeld en landschap kunnen lezen. Maar zwaar onder de indruk, dat zijn we wel.

Ulaanbaatar is de jongste stad ter wereld – 65 procent van de bevolking is onder de 35 jaar. De levensverwachting ligt niet hoger dan 65.

De enige bands die hier tijdens het communistische regime ooit speelden, waren Smokey en The Beatles. George Harrisson schreef daarover het volgende: “nergens was de zogeheten Beatles-mania zo groot alsin UB. Na het optreden vluchtten we meteen de tourbus in, van waaruit we zagen hoe de toeschouwers door het dolle heen door de dranghekkens braken. Ik dacht dat we het wel konden schudden. Bleven die Mongolen plots, als door een onzichtbare hand, met z’n allen heel gedisciplineerd op één meter van de bus staan, luid glimlachend en breed applaudisserend. Kippenvel.”

We nemen meteen een bus naar Terelj, een nederzetting in het National Parc dat als een brede gordel rond UB ligt. UB zelf ligt erbij als één grote werf, appartementsblok na wolkenkrabber staan onafgewerkt in de steigers.

Onderweg naar Terelj lossen links en rechts sloppenwijken de wolkenkrabbers af. Uit golfplaten en afvalhout opgetrokken hutten leunen tegen mekaar aan, maar hoe verder we van de stad wegrijden, hoe meer yurts we langs alle kanten zien opduiken.

In deze igloachtige tenten woont de autochtone bevolking al sinds de zesde eeuw. Met duizenden staan ze in dit met grint en kraters bezaaide landschap, dit maanschap. Als je op Google Earth inzoomt op UB, dan zie je rond de stad talloze witte stippen, dat zijn de yurts en in zo’n yurt slapen wij de komende twee dagen.

We komen terecht in het Tiara resort, een open plek in een open plek, waarop een handvol yurts staan. De uitbaters wonen in een knoert van een gebouw, dat daar ook wat misplaatst in die open plek staat. Daar rond alleen maar bergen en uitgestrekte steppes, waar kuddes koeien, geiten en paarden schijnbaar op eigen initiatief als nomaden door draven en grazen. Hier en daar liggen spierwitte afgekloven skeletten.

Wij houden ons ledig met dagtochten door de bergen en eindeloze staarsessies naar al dat niets. ’s Avonds blikt een Australisch-Hollands-Belgische alliantie een Mongoolse selectie in, in iets wat moet doorgaan voor voetbal. Oranje wint dan toch nog iets.

Karel Dierickx

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content