De Transsiberische spoorweg: Het brandt in Moskou
De trein is uiteindelijk waarvoor we hier zijn. De Transsiberische Spoorweg.
Karel Dierickx trok deze zomer rond met de Transsiberische Express. Hij hieldt halt in Rusland, Mongolië en China. Zijn doorboemelde wedervaren blogt hij in deze rubriek. St Petersburg – Moskou: 24/07/10
De trein is uiteindelijk waarvoor we hier zijn. De Transsiberische Spoorweg. De mythische proporties die die woorden in onze jongensoren aangenomen heeft, denderen met beestachtige locomotieven door onze jongensdromen.
Michael Strogoff, koerier van de tsaar, zo heet de held die kolkende rivieren als de Wolga en de Ob schijnbaar achteloos overzwemt, die woeste en veraf gelegen gebieden als de Oeral en Irkoetsk als zijn binnenzak kent en die taiga moeiteloos van toendra onderscheidt.Die reis zouden we ooit maken, voor we Napels zagen, letterlijk in het spoor van de koerier van de tsaar.
Zelfs het licht op perron 4 in Sint Petersburg valt exact uit die hoek op de groene wagons, zoals we het ons voorstelden. De ontnuchtering van de coupé van 1,5 bij 2,5 is des te groter. Hier moet het dus gaan gebeuren, en ondertussen reikhalzend maar nagelbijtend afwachten wie uiteindelijk op die andere twee bunks gaan terecht komen.
Niemand, zo blijkt. We liggen alleen vannacht. Alleen naast de andere mensen die alleen naast ons liggen, in de andere coupés, die alleen door het donkere achterland van Sint Petersburg naar Moskou sporen.
Moskou: 24/07/10
Nikolaj Gogol, een andere stoere Rus uit de 19e eeuw, schreef ooit: “Moskou is een Russische edelman die, als hij zich wil vermaken, dat doet tot hij erbij neervalt en zich niet druk maakt dat hij meer nodig heeft dan er in zijn zak zit: hij houdt niet van de middenweg. Petersburg is een accuraat man, op en top Duitser, die alles berekenend bekijkt en voordat hij er maar aan denkt een feestje te geven, een blik in zijn zak werpt.”
Dimitri, laten we hem gemakshalve maar Dimitri noemen, is onze driver die in de loden ochtendhitte ons in zijn zwierigste Engels begroet. “Chello, welkham to Wussia.” Ook al weet hij dat we van Petrograd komen – het is duidelijk, hier begint Rusland.
Hij escorteert ons naar Hotel Tourist, in het noorden van Moskou, zeven metrostops van het Rode Plein. Het is nog geen negen uur, en het kwik klimt al naar 39 graden. De bossen zullen pas later deze maand branden als wij weer bovengronds komen op een leeg Rode Plein onder een staalblauwe hemel.
Het Rode Plein is leeg, omdat er net op dit moment filmopnames gemaakt worden. We zoeken de schaduw op van een schaars boompje aan de rand van het plein en bewonderen de moed van de rij toeristen die staan aan te schuiven voor het Lenin mausoleum. Wij hoeven niet zo nodig. De man is dood, ik geloof het zo ook wel.
Moskou is minder mystifying dan Sint Petersburg. Op onze slentertochten door de parken en straten vergapen we ons aan minder pracht. Okay, het Rode Plein is indrukwekkend, net als het Kremlin en de Pokrovkathedraal. En ook het Bolsjoj-theater en nog zo een stuk of wat bouwwerken, maar het is zo warm, mijnheer. De koelte zoeken we in de kelders van Moskou, in die paleizen van metrohallen. We nemen met opzet omwegen om zoveel mogelijk metrostations te zien.
Kollossolale kastelen onder de grond die bol staan van de bolsjevistische grandeur. Begrijpe wie het kan. In een weekend zitten meestal twee dagen, en dat zijn er twee te weinig voor een grondige indruk van de stad, maar laten we het erover eens zijn dat we het wel gezien hadden. Commentaar kunt u hieronder kwijt.
In Moskou centraal staat de Rossia – zo heet onze trein – klaar voor vertrek. In onze coupé vinden we een hevig zwetende Italiaan, Gianluca. De eerste kennismaking is hartelijk, en we slaken een zucht van opluchting. Opnieuw lijken we geluk te hebben bij de indeling op de trein. In dit hol van 2.5 bij 1.5 zullen we vier dagen en vier nachten op mekaars smoelwerk kijken. Dan kun je het slechter treffen dan een hevig zwetende maar heel beminnelijke Italiaan.
’s Nachts krijgen we een vierde passagier, in de bunk boven mijn lief. Alsof het Rode Leger binnenvalt, installeert Irina, de Russische uit Nizi Nowgorod zich in het holst van onze nacht. Ze is een echte spraakwolga. Ze spreekt niets anders dan Russisch en ze stopt niet met niets anders dan Russisch te praten. Met handen en voeten en pennentrekken brengt ze ons de basics van die enigmatische taal bij. Dat is altijd handig om op een goed blaadje bij de Provodnik te staan.
Karel Dierickx
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier