Wat moet je zien?
Dé toeristische parel van Burgos is ongetwijfeld de gotische Santa Mariakathedraal. Aangezien de bouw in 1221 begon, is het een van de vroegste voorbeelden van gotische architectuur in Europa. Daaraan dankt ze haar opname in de werelderfgoedlijst van UNESCO. De eerste steen werd gelegd op de plaats van de oude Romaanse kathedraal. De bouw zou uiteindelijk drie eeuwen in beslag nemen. De talrijke elegante torentjes geven de kathedraal een extra elegante aanblik. Bovendien is de kathedraal recent volledig gerestaureerd. Daardoor komt zowel het exterieur als het interieur nog beter tot zijn recht.
De kathedraal bevat heel wat belangrijke bezienswaardigheden, maar drie van hen springen toch extra in het oog. Zo is er eerst en vooral de stervormige koepel boven het transept. Daaronder ligt de plaatselijke held, Rodrigo Diaz de Vivar alias El Cid, samen met Dona Jimena begraven. Als bekende Spaanse nationale held belichaamt El Cid de ridderlijkheid en de deugd. Een tweede belangrijk monument in de kerk is de gouden Renaissance-trap van Diego de Siloé uit 1519. Deze beeldhouwer en architect uit Burgos behoorde in zijn tijd tot de grootste Europese artiesten. De trap ligt aan de noordzijde van de kathedraal en moet het niveauverschil tussen de Fernán González-straat en de kathedraal overbruggen.
Al blijft de kapel van de Condestable het meest beroemde deel van de kathedraal. Deze achthoekige kathedraal in de kathedraal is op het einde van de 15e eeuw door Simón de Colonia gebouwd. De kapel is opgetrokken met marmer van Carrara en heeft een rijke wandversiering. Langs buiten kenmerken de acht spitse torentjes het gebouw. Werp tenslotte nog een blik op Papamoscas voor je de kathedraal verlaat. Deze figuur met een klokmechanisme staat symbool voor de kathedraal.
Voor een prachtig uitzicht op de kathedraal én de rest van de stad moet je naar de Mirador. Op die heuvel ligt een kasteel uit de 9e eeuw met rondom een park. Hier ontwikkelden zich de eerste beschavingen in Burgos. Je hebt er een prachtig uitzicht op het oudste stadsgedeelte met rechts het klooster Huelgas en links de Cartuja. Vlak aan de voet van de Mirador ligt de San Estebán-wijk.
Ook in deze wijk staat een gotische kerk, maar ze dateert uit de 14e eeuw. Daarom bevat ze naast gotische elementen ook kenmerken uit de renaissance. Bovendien is één van de beste musea voor altaarstukken van Europa in het Museo del Retablo gevestigd. Die stukken komen uit de dorpen van het bisdom Burgos.
Daarnaast is Burgos erg bekend als tussenhalte op de weg naar Santiago de Compostela. De pelgrimsroute loopt dwars door de stad, via de Fernán González-straat. In de buurt van die verkeersader liggen heel wat kerken, zoals de beroemde Santa María. Maar ook bijvoorbeeld de San Nicolás-kerk, die een aantal Vlaamse schilderijen uit de 15e en 16e eeuw herbergt. Alle andere straten lopen parallel met deze pelgrimsroute, die op zijn beurt ook parallel loopt met de rivier.
Ook het klooster Las Huelgas is een bezoekje waard. Het is gesticht in 1187 door Alfonso VIII als koninklijk pantheon. Langs binnen is het klooster één van de gebouwen die het meest mosterd haalde bij de islamitische cultuur. Het interieur ziet er dan ook erg weelderig en indrukwekkend uit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier