Geschiedenis

Al tijdens de Romeinse periode was Barcelona, toen nog Barcino, een belangrijk onderdeel van de route tussen Rome en Cádiz. Van daaruit verspreidde het christendom zich ook over Noord-Spanje. In 415 werd Barcelona de hoofdstad van het Visigotische rijk en die bleef ze lange tijd. Tijdens de Moorse invasie in de 8e eeuw werd de stad van op zee aangevallen en ingenomen. Het grootste deel van de bevolking vluchtte toen het binnenland in, richting Pyreneeën.

Na de herovering of Reconquista op de Moren groeide Barcelona uit tot een volwaardige hoofdstad van de Catalaanse regio, en kende achtereenvolgens vele uitbreidingen. Rond 1150 werd de stad verenigd met Aragón en onder dit bewind kwam Barcelona in bloei als handelsstad. De stad kreeg hierdoor ook een grote mate van onafhankelijkheid.

Tot 1479 bleef Catalonië zelfstandig, maar na het huwelijk van Ferdinand II van Catalonië met Isabella van Castillië werd er gewerkt aan de Spaanse unificatie. Toen de Catalanen in de 17e eeuw tijdens de Dertigjarige Oorlog weigerden te vechten tegen de Fransen, werd Barcelona door de Spaanse troepen onderdrukt.

Renaixença

Tijdens de Spaanse Successieoorlog (1701-1714) koos Barcelona de Oostenrijkse kant en verloor. Catalonië werd nu volledig bezet en kwam onder gezag van de Spaanse regering, met zelfs een verbod op de Catalaanse taal als gevolg. Er kwam pas verbetering op het einde van de 18e eeuw en de meest explosieve groei ontstond op het eind van de 19e eeuw, dankzij de Renaixença met figuren als Antoní Gaudi. Ook de Wereldtentoonstelling van 1929 en de massale terugkeer naar de stad droegen bij tot een kortstondige heropleving.

Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) werd Barcelona in 1937 de zetel van de republikeinse regering. Twee jaar later viel de stad in handen van dictator Francisco Franco. Onder generaal Franco geraakte Spanje op vele vlakken geïsoleerd. De (gedeeltelijke) autonomie en de terugkeer van het Catalaans als officiële taal kwam er pas na de dood van de Spaanse dictator en ging gepaard met een herstel van de regio. Juan Carlos werd uitgeroepen tot koning van Spanje en Barcelona kon zich volop ontwikkelen met als hoogtepunt de Olympische Spelen in 1992.

Tegenwoordig is Barcelona een bruisende metropool, terend op economisch succesvolle tijden. Toch is er nog steeds een grote rivaliteit met de hoofdstad Madrid en voelt Catalunya zich het buitenbeentje van Spanje.