Galicië
De kust van Galicië is als het gelaat van een mooie mens, doorleefd, rijk en bestand tegen de tand des tijds. Met een woeste zee, granieten schuren en kruisen, vuurtorens en een gevulde menukaart is Galicië het Einde van de Spaanse Wereld.
De kust van Galicië is als het gelaat van een mooie mens, doorleefd, rijk en bestand tegen de tand des tijds. Met een woeste zee, granieten schuren en kruisen, vuurtorens en een gevulde menukaart is Galicië het Einde van de Spaanse Wereld.
Cabo Finisterre, staat in het Spaans op de vuurtoren die de meest westelijke punt van het vasteland aangeeft. Eindelijk: finis terrae, het einde van de wereld. Voor dappere stappers is de kaap het echte eindpunt van hun camino, de bedevaartsroute die dwars door Spanje naar de kerk van Santiago de Compostela leidt.
Daar, bij het vermeende graf van St.-Jacob, is voor de meeste pelgrims de tocht gedaan, maar sommigen trekken honderd kilometer verder naar het verste westen van Galicië, waar de kaap als een landtong in zee steekt. Bij het granieten kruis, met het beeld van Jacob en zijn schelp, laten bedevaarders attributen van hun reis achter: wandelstok, sjaal, stapschoenen. Een bronzen laars symboliseert honderden kilometers bedevaart.
In deze verste uithoek van Spanje doet de kust meer denken aan Ierland dan aan een Spaanse costa, met oude dorpen, tradities en legenden, dolmens en Keltische castros, met doedelzakspelers en wilde paarden in de bergen. Het is mooi land geteisterd door regenweer, wind en de beukende Atlantische Oceaan.
Tachtig soorten vis
De zee is overal in Galicië: meer dan zevenhonderd stranden en talloze rías, de inhammen die diep het land binnendringen. Het zijn zeemeren waar eb en vloed spelen. Die getijden, het zoute en zoete water zijn ideaal voor mosselen en oesters.
Ga eens naar Vigo, daar verkopen ze op straat de beste oesters. Bij Carnota kweken ze rodaballo of tarbot van drie kilo. Overal voor de kust vind je mosselbanken. Zo’n potje al vapor, gestoomde beestjes, heerlijk. En op zee vangen de mannen meer dan tachtig soorten vis. Die vind je in alle eethuizen.
Geen dorp of je leest boven een marisqueria of restaurant het opschrift ‘Pescados y Mariscos’, met alle vissen en schelpdieren, van merluza en sargo tot inktvis, octopus en krab, van kreeft tot de kostbare eendenmossel.
Zee, stenen en religie
Rond Laxe krult een baai van wit zand. De Costa de la Muerte, in de lokale taal de Costa da Morte, is de wildste kust van Galicië. Ze ontleent haar bittere naam aan honderden schepen die in zee zijn vergaan, of driftig op de kust te pletter sloegen. Voorbij Corme, op de kaap van Roncudo, staan kruisen die de slachtoffers van de zee gedenken.
De kust is kaal: de wind laat niet toe dat er veel bomen groeien. Ommuurde dodenakkers, granieten huizen om de seizoenen te weerstaan. Typisch zijn de hórreos, stenen schuurtjes waarin graan of maïs ligt te drogen, ongenaakbaar voor ongedierte en onkruid. Ze zijn opgesmukt met religieuze figuren of abstracte sculpturen. Ze staan in dorpen, langs de weg of afgeschermd door een kerkhof. Ook cruceros staan uitgestrooid in het land, de granieten kruisen die uit een Keltisch verleden komen.
Galicië is taai land, gehard door de zee en bestand tegen de tijd.
Bron: Nest
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier