Extremadura
Extremadura is de minst bevolkte, de minst gekende Spaanse provincie, maar toch één van de interessantste streken van het land. Ver van de Spaanse costa’s vinden we een prachtig onherbergzaam gebied, waar de ooievaars thuis zijn.
Men hoeft geen Spaans te kennen om de naam Extremadura te begrijpen. Het betekent ‘extreem hard’, en dat wijst in eerste instantie naar het klimaat: de temperaturen schommelen van -10 in het putje van de winter tot +50 in de verschroeiende zomers. Dat heeft zo zijn gevolgen voor het karakter van de mensen. Niet voor niets kwamen de meeste conquistadores die Amerika met het zwaard hebben veroverd, uit deze streek.
De meest legendarische is Francisco Pizarro, wiens imposant ruiterbeeld staat te pronken op de Plaza Mayor in Trujillo, de eerste halteplaats voor reizigers die vanuit Madrid afzakken naar deze provincie.
Oude vrouwtjes
Trujillo is een perfecte eerste kennismaking met Extremadura. Neem de tijd om de doorleefde schoonheid van dit stadje in je op te nemen. Ga rustig op de trappen zitten op de Plaza Mayor, luister naar de stilte die geaccentueerd wordt door kordate voetstappen en verre, fluisterende stemmen. Daarbovenuit stijgt niet de klank van een klokkentoren, maar het ritmische klepperen van de ooievaars die hun nesten op de torens weer hebben bevolkt.
In februari keren deze vogels met duizenden vanuit Afrika terug naar hun nesten in Extremadura. Ze blijven er tot hun jongen kunnen vliegen en verlaten de streek eind juli, begin augustus. Een goede raad: bezoek Extremadura wanneer de ooievaars op post zijn. Je kunt ze zien op elke kerktoren, en hun bizarre geluiden dompelen de steden in een aparte sfeer.
De huisjes van Trujillo leunen en steunen op elkaar als oude vrouwtjes. Middeleeuwse en moorse torentjes getuigen van hun geschiedenis. De gebouwen charmeren met hun arcades en nisbeelden. Het Palacio de la Conquista imponeert en vertelt veel. Het paleis is opgeluisterd met wapenschilden en sculpturen, waarop geketende indianen afgebeeld worden, maar ook varkens die aan eiken schudden.
Joris en de draak
De stad Cáceres is sedert 1986 beschermd als Patrimonio de la Humanidad om haar uitzonderlijk middeleeuws karakter, met een wirwar van hellende en dalende steegjes waar alleen de overvliegende ooievaars hun weg blindelings vinden.
Ontdek de Plaza San Jorge met het standbeeld van Sint-Joris en de Draak, het 15de-eeuwse Palacio de los Golfines de Abajo waar vele vorsten werden ontvangen, de Plaza Santa Maria met de gotische kerk met die naam en het standbeeld van de heilige monnik San Pedro op blote voeten, de Plaza Mayor met de vele restaurantjes en meer van dat fraais. Maar vergeet vooral niet rond te kijken in de kleine steegjes, om de schoonheid te bewonderen van de witgekalkte huisjes met typische schoorstenen en betegelde muren.
Kwestie van smaak
In Mérida ga je nog verder terug in de geschiedenis, meer bepaald naar de Romeinse tijd. Ook deze historische stad werd in 1993 door de Unesco opgenomen in het beschermd patrimonium, en terecht: Mérida, in illo tempore Augusta Emerita, was de hoofdstad van de Romeinse provincie Lusitania.
De meest imposante gebouwen zijn het theater en het amfitheater, de tempel van Diana, de poort van Trojanus en de aquaducten die tot 25 kilometer lang zijn. Bezoek vooral het schitterende Museo Nacional de Arte Romano, waar onder meer uitstekend bewaarde beelden en mozaïeken te bewonderen zijn.
Badajoz is met 170.000 inwoners de grootste stad in de regio. Tussen haakjes: Extremadura telt iets meer dan een miljoen inwoners voor een oppervlakte van 41.600 km² (een derde groter dan België). Gemiddeld betekent dat 25 inwoners per km².
Badajoz ziet er vrij modern uit, maar heeft toch een deel van zijn oude binnenstad weten te bewaren. Bezoek de Plaza de España met haar kathedraal en haar mandarijnbomen, de Plaza Cervantes met het standbeeld van de clair-obscur-schilder Zurbarán, de Plaza Alta rond het kasteel, de smalle straatjes waar de was te drogen hangt en de oude brug Puente de Palmas over de Rio Guadiana.
Ook tal van kleinere steden in de regio zijn een bezoek waard. Neem nu Jerez de los Caballeros, een mooi stadje in Andalusische sfeer met prachtige klokkentorens.
Of Zafra, met zijn balkons en erkers in smeedwerk, zijn arcades, zijn palmbomen en zijn Parador. Of nog Guadelupe, met zijn klooster en zijn zwarte madonna, de Maagd van Guadelupe die haar naam aan het stadje heeft gegeven. En dan hebben we het niet eens gehad over steden als Coria, Almendralejo, Olivenza, Alcántara, Plasencia of Llerena.
Uitnodigend klinkende namen die vragen om een bezoek: volgende keer, wanneer de ooievaars terugkomen.
Bron: Trends
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier