Eten en drinken
De Spaanse hoofdstad heeft haar eigen typische keuken. Ze verschilt grondig van de gastronomie in Middellandse zeesteden als Barcelona of Valencia.
De manier van eten komt wel overeen met de rest van Spanje. Kleine porties, de hele dag door. Beter bekend als tapas. Vaak eten de Madrilenen ze al staande aan een bar met een glas wijn. Ook het etensuur loopt gelijk met de rest van Spanje: ontbijt in de late voormiddag, ’s middags vanaf 13 uur ten vroegste en ’s avonds vanaf 22 uur.
Typisch is dat de meeste Madrilenen buitenshuis ontbijten (desayuno). Ze bestellen dan vaak chocolate con churros: warme chocolademelk met daarbij churros, een soort gefrituurde deegstengels die iets krokanter smaken dan een oliebol. Al kan een warm dampende expresso natuurlijk ook. Het middagmaal of comida valt tijdens de siësta, tussen 14 en 16 uur.
Rond een uur of zes beginnen de Spanjaarden rustig opnieuw te eten. Ze trekken dan en masse naar de tapasbar. Deze kleine hapjes aan de toog, een vorm van erg uitgebreid aperitieven, noemt men ook wel merienda. Het echte avondeten of cena begint pas rond 22 uur ’s avonds.
De Spaanse tapas heb je in alle smaken en variëteiten. Van olijven, ansjovis en caracoles (slakken) over gebakken sardientjes, gefrituurde inktvisringen en allerlei soorten pinchos of worst tot Spaanse Tortilla of omelet en croquettas of aardappelkroketten met ham. Als hoofdgerecht zijn er stoofpotten, zoals ‘cocido madrileño’, een mengeling van erwten en vlees. Als nagerecht smullen de Madrilenen van flan, overgoten met caramelsaus. Daarnaast maakt de Madrileense keuken veel gebruik van peulvruchten, eieren, groenten, verschillende soorten worst, vlees en vis.
Veel restaurants lijken op gezellige huiskamers. Overal in de stad liggen er immens veel tapasbars, maar in buurt van Plaza Mayor en Plaza de Santa Ana liggen er zo mogelijk nog meer. Een typisch voorbeeld is Viva Madrid. Voor authentiek Spaanse gerechten kan je terecht in Casa Botin. Het restaurant staat in het Guinness Book of Records genoteerd als oudste restaurant ter wereld. Sinds 1725 trekt de eetgelegenheid zowel Madrilenen als toeristen. Zo behoorden de schilder Goya en Ernest Hemingway tot vaste klanten. Tenslotte is er Museo Chicote. Deze cocktailbar met art deco-interieur dateert uit 1931 en kreeg heel wat beroemde sterren zoals Grace Kelly en Pedro Almodovar over de vloer.
Qua drank staat sangria hoog aangeschreven op de Spaanse drankkaarten. In de zomer is het heerlijk nippen van deze mix van rode wijn en cognac of cider, opgesmukt met stukjes vers fruit. Qua cocktails zijn Cuba Libre en caipirinha wijdverspreid. Maar ook sherry en bier, ‘una cerveza’, behoren tot de mogelijkheden. Al worden de pintjes in Madrid vaak in een miniglaasje én zonder schuimkraag geserveerd. Natuurlijk telt Spanje ook heel wat goede en bovendien niet al te dure wijnen en cava’s.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier