Geschiedenis
Volgens een legende is de Griekse held Odysseus de stichter van Lissabon. Officieel zijn het echter de Feniciërs die er rond 1200 voor Christus een handelsnederzetting hebben opgericht. Omstreeks 200 voor Christus veroverden de Romeinen de stad. Julius Cesar maakt in 60 voor Christus van Obispo, zoals Lissabon toen heette, de westerse hoofdstad van het Romeinse rijk.
Na de val van het Romeinse rijk vestigden de Visigoten zich in de stad. Die moesten vervolgens plaatsmaken voor de Arbieren. Toen de Moren rond 711 het Iberische schiereiland binnenvielen, groeide Lissabon uit tot een belangrijk handelscentrum.
Afonso Henriques, die zich in 1139 uitriep tot eerste koning van het aanvankelijk kleinere Portugal, veroverde in 1147 met hulp van de kruisvaarders de stad Lissabon. Hij liet een bestaand fort ombouwen tot een koninklijk paleis.
Dat is nu nog altijd gekend als het Castelo de São Jorge. Ook de kathedraal Sé zag in deze periode het levenslicht. In 1260 nam Lissabon de rol van hoofdstad over van Coimbra.
Lissabon beleefde haar hoogdagen in de 15de en de 16de eeuw. Toen Vasco Da Gama rond 1500 de zeeweg naar Indië ontdekte, braken er voor de stad aan de Taag gouden tijden aan. Soms lagen er in die periode tot 3000 schepen voor anker aan de kust van Lissabon.
1755 was ongetwijfeld een dieptepunt. Een verwoestende aardbeving hield toen lelijk huis. Meer dan 15.000 mensen kwamen om en zeker 20 kerken stortten in. De branden en de overstromingen die volgden op de aardbeving zorgde voor nog meer schade.
Dankzij het krachtdadig optreden van Sebasti?o José de Carvalho e Melo, de latere Marquês de Pombal, startte de wederopbouw van Lissabon. Pombal ontwierp een vooruitstrevend stadsplan met een netwerk van parallelle straten, dat nu nog altijd te bewonderen is in de wijk Baixa.
De 20e eeuw begint met de moord op koning Carlos I. In 1910 werd Portugal een republiek. Een nieuw keerpunt in de geschiedenis van Portugal kwam er in 1928. Antonio Salzar kwam toen aan de macht. Voor Portugal brak een lange periode van dictatuur aan. Salzar regeerde tot 1968.
Pas in 1974 kwam er een einde aan de dictatuur met de Anjerrevolutie. De Portugezen haalden opgelucht adem. In Lissabon heerste er een nieuwe dynamiek. Dat Lissabon er opnieuw staat, bewees de stad in 1994. Toen werd ze uitgeroepen tot culturele hoofdstad van Europa. In 1998 organiseerde Lissabon bovendien de wereldtentoonstelling.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier