Bezienswaardigheden

Grofweg kan je zeggen dat het midden van de Verenigde Staten het minst interessant is voor toeristen. Je vindt hier eindeloze graanvelden die wel hun charmes hebben, maar snel beginnen te vervelen.

Aan de oostkust liggen boeiende steden als New York, Washington en Boston en in het zuidoosten steden als Miami, New Orleans en Savannah. In de herfst veranderen de zeven noordoostelijke staten die samen New England vormen in een waar kleurenparadijs. Tijdens de zogenaamde Indian Summer krijgen de bladeren de prachtigste kleuren.

De westkust bezit de mooiste natuur in de Verenigde Staten. Je vindt hier schitterende nationale parken zoals Yosemite, bekend om zijn waterval en gigantische sequioabomen, Bryce Canyon met zijn grillige rotsen, Zion met steile rotswanden, ravijnen en een kleurrijke canyon, Monument Valley dat in heel wat westerns figureerde en natuurlijk de Grand Canyon, één van de bekendste bezienswaardigheden in de Verenigde Staten.

Californië bezit een schitterende kust met mooie stranden en zonnige steden als San Francisco, Los Angeles en San Diego. Verder landinwaarts, in Nevada, mag een bezoek aan gokparadijs Las Vegas niet ontbreken: ontzettend Amerikaans, maar je kijkt er je ogen uit.

In het noordwesten ligt misschien wel het mooiste park in de Verenigde Staten: Yellowstone. Dit oudste nationale park bezit naast meer dan 10.000 warme bronnen en ongeveer 200 geisers een prachtige, afwisselende natuur en een enorme populatie wilde dieren zoals bizons, wolven, beren en elanden.

Op de grens met Canada liggen de Niagara Falls, één van de zeven wereldwonderen. De 550 meter lange hoefijzervormige waterval vormt een prachtig spektakel, maar het is hier wel vreselijk toeristisch.